Zeeland wil profijt van diepere Westerschelde
Als de Westerschelde opnieuw verdiept wordt, moet Zeeland daar wel van kunnen profiteren. Tot nog toe zijn de lusten van een derde verdieping vooral voor Antwerpen, dat met een diepere Westerschelde beter bereikbaar wordt.
Dat betoogde de Zeeuwse gedeputeerde Thijs Kramer maandagavond in Vlissingen, waar de studie ”Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium” officieel werd gepresenteerd.Het probleem van Kramer met de voorstellen zoals die maandag werden gepresenteerd betreft met name de financiële onzekerheid van veel natuurcompensatieplannen. Een verdieping van de Westerschelde hoeft volgens het plan weliswaar niet per definitie voor natuurschade te zorgen; wel zijn er nog veel onzekerheden die financieel nog lang niet gedekt zijn.
Volgens de coalitie De Schelde Natuurlijk, waarin onder meer Natuurmonumenten, Vogelbescherming en het Zeeuwse Landschap participeren, is natuurcompensatie het kind van de rekening bij de voorgestelde plannen, en dat terwijl de compensatieplannen van de vorige verdieping nog niet eens zouden zijn gerealiseerd.
De plannen zoals die maandagavond werden gepresenteerd lekten vorige week al uit. De opstellers roemen de samenhang tussen de drie belangrijkste componenten: bereikbaarheid van de Westerschelde voor schepen, veiligheid voor de omwonenden en aandacht voor de natuur. Bovendien zou verdiepen van de zeearm ditmaal niet automatisch ontpoldering langs de Westerschelde betekenen. In de jaren negentig was dit een gevoelig punt. Gedeputeerde Kramer haalde de „traumatische ervaringen” aan bij de discussie over de vorige verdieping, uitgevoerd in 1997.
Toch is de angst voor ontpoldering verre van geweken, temeer omdat E. Bruyninckx van het havenbedrijf van Antwerpen aangaf dat de nu voorgestelde verdieping nog verre van voldoende is. „Wat zijn de volgende stappen?” vroeg P. de Koeijer van de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie (ZLTO) zich af. „Deze plannen moeten rond 2010 gerealiseerd zijn, maar wat doen we in 2020, of 2030?”
Tot en met 15 oktober kunnen omwonenden van het Schelde-estuarium via inspraakavonden hun mening geven over de voorstellen. De resultaten van deze avonden worden tezamen met de voorstellen voorgelegd aan de bewindslieden van Nederland en Vlaanderen, waarna beide regeringen in december een besluit nemen.