Zoals Jozef
Genesis 47:12
„En Jozef onderhield zijn vader en zijn broeders en het ganse huis zijns vaders, met brood, tot de mond der kinderkens toe.”
Deze zaken gebruikt Jozef om zijn vader tevreden te stellen over het vertrek van zijn persoon, als hij zijn vader laat weten dat hij tot een heer gesteld is over Egypteland, en hem laat nodigen om met zijn huisgezin over te komen: „Mijn vader, wees niet bezorgd dat ik door haat van u ben afgescheiden, want ik ben daardoor tot zo’n heerlijke staat geraakt, zoals u zien zult als u komt en gemeenschap zult hebben aan mijn rijkdommen. Want God heeft mij voor uw aangezicht heengezonden om u een overblijfsel te stellen op de aarde en om u in leven te behouden; wel, wees dan tevreden.”
Deze redenen gebruikt de Heere Jezus tegen Zijn discipelen, om hen bij Zijn vertrek van hen naar de hemel gerust te stellen. Als eerste reden van Zijn voordeel geeft Hij: „indien gij Mij liefhad, zo zoudt gij u verblijd hebben, toen Ik zei: „Ik ga heen tot Mijn Vader, want mijn Vader is meerder dan Ik.” Alsof de Zaligmaker zei: „U behoorde blij met Mij te zijn, omdat Ik daardoor tot meerdere heerlijkheid zou geraken, maar hierdoor toont u dat u Mij niet recht liefhebt, omdat u Mij dat niet gunt.”
Nu, door het weggaan van de Zaligmaker moeten wij verstaan al wat Hem nog te doen stond om onze zaligheid te verkrijgen,
Jodocus van Lodenstein, predikant te Utrecht
(”De heerlijkheid van een waar christelijk leven uitblinkende in een godzalige wandel”, 1767)