Vorst bedreigt kwetsbare fruitknoppen
Dikke pegels hangen aan de fruitbomen van kwekerij T. A. van Blijderveen en Zn. in het Betuwse Valburg. Woensdag in alle vroegte moest de beregeningsinstallatie aan; de derde nacht achtereen.
Fruittelers in grote delen van Nederland werden deze nacht gewekt door hun vorstmelder. De meesten hebben hun bed niet meer gezien. Om de ontluikende knoppen te beschermen draaiden beregeningsinstallaties op volle toeren, werden vuurpotten aangestoken en warmeluchtblazers ingeschakeld.
De drie broers Van Blijderveen zetten hun installatie om half één al aan. In de uren daarna houden ze de sproeiers in hun 30 hectare boomgaarden voortdurend in de gaten: komt er voldoende water op de bomen? Te vroeg stoppen is geen optie, dat zou meer schade aanrichten dan niet beregenen. Tijdens het bevriezen van het water komt een beetje warmte vrij. Dat beschermt de uitbottende bloesem. Een haperend watersysteem zou voor onmiddellijke bevriezing van de knoppen zorgen en daarmee voor een verloren jaar.
En daar zit de familie Van Blijderveen niet op te wachten. Vorig jaar verloren de broers een deel van de oogst door hagel. Dit jaar zijn de knoppen van de elstar-appelbomen extra zwak, vertelt Kees van Blijderveen.
Ruim 20 kilometer verderop, in Echteld, pompen veertien dieselmotoren van collega Berend-Jan van Westreenen per stuk 20.000 liter water per uur uit de sloten. Hij moet zo’n 75 hectare nathouden. Iedere pomp slurpt per uur 6 liter diesel. Om twee uur werden ze ingeschakeld en rond tien uur gingen ze weer uit. Een kostbare zaak, maar noodzakelijk, vertelt hij. „De hele winter is het niet zo koud geweest als nu. Aan de grond vroor het zelfs 10 graden. Op boomhoogte was het 1,5 graad onder nul. Het grote temperatuurverschil komt door de lage luchtvochtigheid. Daardoor koelt het aan de grond sneller af. Ook dat is niet goed voor de bomen: de wortels kunnen beschadigd raken.”
Niet alleen de Nederlandse telers moeten alle zeilen bij zetten om vorstschade te voorkomen. In Polen en Oostenrijk is het nog erger, vertelt Van Westreenen. „Daar zijn veel bomen bevroren en zelfs omgevallen door ijsvorming.”
De vorstmelder heeft ook de familie Van Capel in Kesteren midden in de nacht uit bed gejaagd. Hun kersen zijn misschien nog gevoeliger voor vorst dan appels en peren maar kunnen niet beregend worden. Daarom werkt Van Capel met vetpotten. „Om drie uur hebben we 500 potten aangestoken”, vertelt zoon Herman. „De warmte van het vuur kan de knoppen beschermen tot ongeveer 4 graden vorst.”
Collegateler Joel Roks in het Brabantse Fijnaart heeft voor zijn 3 hectare pruimen ook vuurpotten gebruikt: 200 stuks. „Om drie uur hebben we ze aangestoken en rond acht uur zijn ze weer gedoofd. Bij de kersen hebben we grote branders gebruikt met ventilatoren. Die blazen warme lucht de boomgaard in. Bij elkaar een flinke investering. Alleen die potten kosten al 6,50 euro per stuk. Maar je moet wel. Als ik niks zou hebben gedaan vannacht, dan had ik nu met buikpijn rondgelopen.”