Rijp gedrag van samenleving in crisistijd verrast psychiater Koerselman
Door de agressiviteit van het coronavirus valt vrijwel alle nadruk op de somatische bescherming van mensen en het voorkomen van sterfte. Maar wat doet de pandemie met de psyche? Prof. Frank Koerselman: „Vooralsnog ben ik verrast door de reactie op dat wat ons heeft getroffen.”
Met zijn boek ”Wie wij zijn” gaf prof. Frank Koerselman een scherpe foto van het menselijk gedrag: een samenspel van de behoefte aan geborgenheid, autonomie en competitie. Waarbij autonomie in de westerse samenleving volgens de emeritus hoogleraar tot dogma is verheven. Recent uitte hij zijn zorgen over het verdwijnen van kwaliteiten die bij het klassieke vaderschap behoren. De huidige crisis is voor de psychiater een periode waarin hij zijn verworven inzichten kan toetsen.
Hoe beleeft u persoonlijk deze tijd?
„Je ervaart een innerlijke ongerustheid die wordt gevoed door de akelige beelden die je ziet en dingen die je leest en hoort. Daarin ben ik niet anders dan de gemiddelde Nederlander. Ik behoor bovendien tot de risicogroepen. Daarom probeer ik met verstand de dingen te doen waarvan duidelijk is dat ze goed zijn in deze situatie. Bijeenkomsten waar ik naar uitkeek, gaan niet door. Dat geeft teleurstelling, maar het is niet anders.”
Hoe beoordeelt u de reactie van de samenleving?
„Ik ben altijd gefascineerd geweest door de vraag hoe mensen omgaan met ongewenste gebeurtenissen. Daar is deze pandemie een goed voorbeeld van. Theoretisch kun je dezelfde reactie als bij een rouwproces verwachten: eerst ontkenning, dan boosheid, vervolgens somberheid, ten slotte aanpassing. Het valt me op dat deze fasen nu in korte tijd worden doorgemaakt en dat dat best goed gaat. Het begon met bagatelliseren. „Laten we het risico niet overdrijven.” Dat was ook mijn houding. Intussen is wel duidelijk wat er echt aan de hand is. Opmerkelijk vind ik dat de boosheidsfase relatief zachtaardig verloopt. Er wordt vervelend gedaan tegen mensen met een Chinees uiterlijk en in het Kamerdebat was er sprake van wat onredelijke boosheid, maar globaal genomen valt het geweldig mee.”
In welke fase zitten we nu?
„Nog niet die van de depressiviteit. Men probeert zich aan de moeilijke situatie aan te passen, daarin gesteund door een overheid die belooft financiële zekerheid te zullen geven. Dat helpt. Ik moet er wel bij zeggen dat we nog maar een paar weken onderweg zijn. Als dit maandenlang gaat duren kan de houding veranderen, maar vooralsnog ben ik verrast door de reactie op dat wat ons heeft getroffen.”
De samenleving toont volwassen gedrag?
„In mijn werk grijp ik graag terug op onderzoek van de Amerikaanse psychiater George Vaillant. Die heeft onderzocht wat de psychische manieren zijn om met tegenslag om te gaan, van onrijpe tot rijpe strategieën. Bij onrijpe doe je de werkelijkheid geweld aan door de feiten te negeren, te bagatelliseren of complottheorieën te bedenken. Dat kom ik nu niet veel tegen. Een rijpere vorm is het op een puur verstandelijke manier met problemen omgaan, waarbij je je gevoelens uitschakelt. Voor wie nu op een intensive care werkt, is dat functioneel, maar in het algemeen is het niet wenselijk. Zoals het evenmin wenselijk is dat je je helemaal laat leiden door je gevoel. Die twee uitersten kom ik op bevolkingsniveau nauwelijks tegen. Ik zie vooral de rijpere vorm, die zich volgens Vaillant kenmerkt door altruïsme, het nuttig aanwenden van het probleem en relativering van de omstandigheden.”
U had anders verwacht?
„Ja. Na de ramp met de MH17 zag ik juist onrijp gedrag. Een houding van schuldigen zoeken, wraak nemen, niet accepteren, niet de hand in eigen boezem steken door een luchtvaartmaatschappij die wist dat het vliegtuig door oorlogsgebied vloog. Ik vind het verschil heel treffend.”
U wees op de onderlinge zorg die openbaar komt. In uw boek ”Wie wij zijn” was u te somber over de mens?
„De stelling van Rutger Bregman dat de meeste mensen deugen, heb ik nooit zo onderschreven. Daarom vind ik wat ik nu om me heen zie inderdaad wel bijzonder. Er wordt niet geplunderd, er is geen chaos…Ik maak een voorbehoud voor de langere termijn, maar als men mij had verteld dat deze ramp ons zou overkomen, had ik niet voorspeld dat de overgrote meerderheid zou reageren met deze rijpe manier van adaptatie.”
Hoe groot is de kans dat het altruïsme na verloop van tijd omslaat in egoïsme?
„Er moet perspectief blijven. Anders ontstaat er mentale uitputting en kan de positieve houding omslaan in wanhoop. Het feit dat er vanuit China geen nieuwe besmettingen worden gemeld, geeft hoop. Wanneer zulke berichten gaan ontbreken, kun je onrijp gedrag met toenemend egocentrisme verwachten. Dat zal zich bij de een uiten in agressie, bij de ander in somberheid. Hoe langer het gaat duren, hoe moeilijker het wordt.”
Wat zijn de psychische gevolgen van het op slot doen van een samenleving?
„Dat hangt sterk af van de omstandigheden waarin je verkeert. De sociale ongelijkheid speelt in zo’n situatie dubbel sterk. Vermogende Parijzenaren zijn naar hun tweede huis in de Dordogne vertrokken. Ze hebben daar lucht, rust en ruimte. Daartegenover staan de mensen die met grote gezinnen in een kleine flat zitten en niet naar buiten mogen. Dat is een wereld van verschil. Een tweede factor van betekenis is de vraag in hoeverre mensen in staat zijn zichzelf te vermaken. Velen zijn psychisch zo afhankelijk geworden van sociaal contact dat ze niets overhouden als ze op zichzelf worden teruggeworpen. Dat speelde al onder ouderen, nu geldt het ineens voor grote bevolkingsgroepen. Ze komen daardoor sneller in de greep van gevoelens van angst, somberheid, zinloosheid en stuurloosheid.”
Wegen de fysieke voordelen van een lockdown op tegen de psychische nadelen?
„Zo’n lockdown is er niet voor niets. De waarde van het leven weegt voor mij heel zwaar.
Daarom vind ik het begrijpelijk dat overheden landen op slot doen. Als het een kwestie van leven of dood is, zijn psychische bezwaren van secundaire betekenis. Ook vanuit mijn vak kan ik de maatregelen billijken. Als we door isolatie verschrikkelijke ic-opnames en onnodig sterven kunnen voorkomen, moeten we met z’n allen maar een beetje flink zijn en de mensen die het psychisch echt niet redden goed opvangen. We gaan terug naar de situatie van pakweg een eeuw geleden, toen het gebruikelijk was dat je met veel mensen in een beperkte omgeving bivakkeerde. Als sociologisch experiment is het heel interessant.”
Er zijn twee uitkomsten mogelijk.
„Precies; óf het gaat onderling beter, óf het gaat slechter. Zaken zoals concessies doen, op gezinsniveau en het niveau van koppels, moeten we weer onder de knie zien te krijgen. Daar waar men het nog net met elkaar uithield omdat men elkaar kon ontlopen, kan de situatie tot breuken leiden. Als je op elkaars lip zit, met alle irritaties daarvan, maakt het veel uit of je basaal om elkaar geeft. Liefde is iets anders dan verliefdheid. Wat in onze samenleving veel ontbreekt, is bekommernis om elkaar. Dat degene met wie je leeft je zo dierbaar is dat je voor hem of haar offers wilt brengen. Dat geldt ook voor de verhouding tussen ouders en kinderen. Echte liefde is de doorslaggevende factor of je het uithoudt met elkaar.”
U verwacht geen verhoogd suïcidecijfer?
„Het valt mij vaak op dat het bij grote rampen wel meevalt met de toename van suïcide. Neem situaties zoals in Syrië. Men berooft zich daar niet massaal van het leven. Ik heb het idee dat een noodsituatie je juist doet focussen op de situatie zelf en de reflex hoe in leven te blijven.”
Hoe beoordeelt u tot nu toe de houding van de overheid?
„Ik vind dat de meeste overheden wereldwijd goed omgaan met deze crisis. Ze nemen hun verantwoordelijkheid, geven leiding en tonen betrokkenheid op buurlanden, afgezien van Trump. Ook dat zou ik niet een-twee-drie voorspeld hebben.”
In uw jongste boekje laakt u de teloorgang van vaderlijke kwaliteiten zoals leiderschap. Geeft Rutte het goede voorbeeld?
„Rampen zijn een stresstest en ik vind dat hij die tot nu toe behoorlijk doorstaat. Wat mij persoonlijk wat irriteert, is dat getutoyeer. Bruno als hij het over ex-minister Bruins heeft, en zo meer. Rutte gaat met het land om of het een schoolklas is. „Jóngens, laten we nou met elkaar…” Die amicale stijl gaat mij wat te ver. Aan de andere kant weet hij mensen wel bij elkaar te houden. Wat dat betreft moeten we zeggen dat hij het goed doet in deze ernstige crisissituatie.”
U ziet bij bewindslieden meer vaderlijke kwaliteiten dan u had ingeschat?
„Ja, wanneer de nood aan de man komt, is er blijkbaar toch ineens een reservoir dat ze nog kunnen aanboren. Wat onze koning betreft; het zou hem niet misstaan als hij zich net als het medisch en verpleegkundig personeel in zo’n beschermend pak zou hullen om symbolisch door een ziekenhuis te lopen en mensen een hart onder de riem te steken. Dat had ik wel verwacht.”
Hoe problematisch is in een crisis van deze omvang het feit dat levensbeschouwelijke kaders zijn weggevallen?
„Mij valt op dat kerken momenteel vrijwel geen rol van betekenis spelen. Mensen lijken er ook geen behoefte aan te hebben. De secularisatie is zo ver doorgedrongen dat ze zelfs in deze tijd van beproeving niet meer dan anders de toevlucht nemen tot de gevestigde godsdiensten. Secularisatie is een luxeverschijnsel genoemd. Wanneer er geen angst is, hoeft er ook geen religie te zijn. Nu is er wél angst, maar ik zie geen toename van religieuze activiteiten. Ook dat verbaast me. Mensen lijken geen religie meer nodig te hebben om overeind te blijven. Dat kán te maken hebben met de afwezigheid van de stem van de kerken. Als die zich niet laten horen, hoe kun je er dan naar luisteren?
Ja, ik vind dat in zekere zin jammer. Juist in situaties als deze kan religie een rol spelen in het besef dat het leven een geschenk en een opdracht is. Met dankbaarheid voor al het goede dat we ontvangen en de plicht om in negatieve omstandigheden er het beste van te maken. Voor onszelf én voor anderen. Dat zijn ongelooflijk belangrijke waarden, die in onze geïndividualiseerde, geseculariseerde en gerationaliseerde wereld op de tocht staan.”
Zal zo’n crisis ons leren wat werkelijk belangrijk is in het leven?
„Ik hoop het, maar ik vrees dat alles terugkeert in de oude stand als de epidemie voorbij is. Dat zie je vaak bij crises. Het zou winst zijn als we iets van het rijpe gedrag van nu weten te bewaren.”
Frank Koerselman
Prof. dr. Frank Koerselman (Batavia, 1947) leidde de afdeling psychiatrie van het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis in Amsterdam en was van 1997 tot 2012 hoogleraar psychiatrie aan de Universiteit Utrecht. Buiten zijn vakgebied kreeg hij bekendheid door zijn pleidooi het leven als een geschenk te beschouwen. Zijn visie op de mens en menselijk gedrag legde hij vast in het boek ”Wie wij zijn. Tussen verstand en verlangen”. Recent publiceerde hij ”Ontvadering”. In dit essay schets hij vanuit evolutionistisch perspectief de oorzaken en gevolgen van de teloorgang van vaderlijke eigenschappen zoals flinkheid en beheersing. Koerselman is gehuwd en vader van twee kinderen.