Koning brengt werkbezoek aan Tilburgse GGD
Koning Willem-Alexander heeft Brabantse zorgverleners en bestuurders dinsdag succes gewenst in hun aanpak van de coronacrisis. „Het worden zware weken”, zei de koning tijdens een werkbezoek aan de GGD in Tilburg. We leven in een „verschrikkelijke en moeilijke tijd”, vindt Willem-Alexander.
De koning noemde het tegelijkertijd bijzonder om te zien hoeveel mensen zich spontaan melden om te helpen de crisis het hoofd te bieden. Ook stelde hij vast dat „de rust in ieder geval wordt bewaard.”
Medewerkers van de GGD en bestuurders, onder wie de burgemeesters Weterings van Tilburg en Van Aart van Loon op Zand, gaven een toelichting op de situatie in Noord-Brabant, de provincie waar de uitbraak in Nederland begon en die de meeste doden en de meeste besmettingen telt.
Willem-Alexander vertelde ook over zijn eigen situatie. Hij zat enige tijd met zijn gezin thuis in quarantaine. Dat gebeurde op last van de Oostenrijkse autoriteiten, nadat besmettingen aan het licht waren gekomen in Lech, waar de Oranjes op wintersport waren geweest. „Heel bizar” vond de koning. „Ik woon in een fantastisch mooi huis, maar het blijft een rare situatie.” Zeker omdat hij in de tussentijd op staatsbezoek was in Indonesië en de kinderen op school waren geweest.
Regels volgen
„Discussies over dit soort maatregelen kunnen we later voeren”, zei de koning. „Die moeten we ook voeren, maar laten we nu alle regels volgen.”
In de gesprekken kwamen ook de grenzen aan wat de overheid kan doen aan de orde. De GGD’ers legden uit hoe ze in eerste instantie de hele kring rond een besmette patiënt in kaart brachten en dagelijks belden met mensen die besmet zijn. Op den duur lukte dat niet meer, omdat het aantal patiënten snel toenam en niet van iedereen de besmettingsbron achterhaald kon worden.
Willem-Alexander verwees naar Aziatische landen die patiënten bij wie het virus is vastgesteld volgen via het signaal van hun mobiele telefoon. „Zoiets werkt niet in Nederland”, stelde de koning. „Dat wordt niet geaccepteerd.”
De Brabantse bestuurders legden uit dat ze pionierswerk moeten verrichten. Ze beaamden dat het een zware tijd is voor iedereen die met het virus te maken heeft. „Maar Brabant slaat zich daardoorheen”, besloot burgemeester Weterings.