Kerk & religie

„Hartenvragen, daar willen we het over hebben”

van Veldhuizen uit Lunteren, organisator van de ontmoetingsdagen die ieder jaar in Ede worden gehouden, wil het heel duidelijk maken. „We hebben het op die dagen met elkaar over hartenvragen. Over de waarachtige bekering des mensen, over het Woord en over het geestelijk leven. Niet over kerkmuren. Die zijn nodig om de wolven buiten te houden, maar verder zijn het de ergste dingen die er zijn.”

W. H. van Egdom
10 September 2004 20:24Gewijzigd op 14 November 2020 01:37
LUNTEREN – G. van Veldhuizen uit Lunteren: „Ik heb altijd iets van een zwerver gehad.” Foto Herman Stöver
LUNTEREN – G. van Veldhuizen uit Lunteren: „Ik heb altijd iets van een zwerver gehad.” Foto Herman Stöver

Dinsdag wordt de ontmoetingsdag voor de 25e keer gehouden in kerkelijk centrum De Open Hof in Ede. Zesentwintig jaar geleden was Van Veldhuizen samen met A. van de Weelden, die later ook jarenlang bij de organisatie van de dag in Ede betrokken was, op een ontmoetingsdag in Valburg. „De eerwaarde heer H. de Bode sprak daar en toen we thuiskwamen, hadden we zoiets van: zou dat in Lunteren ook niet kunnen? Er is zo weinig ontmoeting. Ik heb jaren bij Akzo gewerkt en wist daar soms niet van collega’s dat ze bij een kerk hoorden. Je zag meer van het geestelijke leven van een Turkse collega die van duizenden kilometers ver kwam, dan van iemand die kerks was en 3 kilometer van het werk woonde. Dat is erg. Je zou zo graag eens met mensen over geestelijke zaken praten. Over de kerkmuren heen. Dat waren eigenlijk onze eerste gedachten.”

Van Veldhuizen schudt z’n hoofd. „Maar ja, dan ga je verder denken. We zeiden tegen elkaar: maken we er geen beroering van hier in het Lunterse? Want dat wilden we echt niet. Maar goed, op 13 oktober 1979 hebben we de eerste dag gehouden hier in de gereformeerde kerk. Samen met ds. W. J. op ’t Hof, H. de Bode en ds. K. Veldman hadden Van de Weelden en ik de dag georganiseerd. We hadden, achteraf bekeken, helemaal niet door wat we hadden aangehaald. De opkomst was geweldig. De kerk zat stampvol. In de pauze was er geen ruimte genoeg voor iedereen, maar de dag was goed. Ja, echt goed.”

Van Veldhuizen en zijn vrouw hebben een hervormde achtergrond, zoals ze het zelf noemen. „Ik bedoel het niet veroordelend, maar ’t was een nogal oppervlakkig milieu. Toen ik in 1944 ernstig gewond raakte door een granaatscherf kwam daar verandering in. Ds. R. Kok, die toen in de gereformeerde gemeente van Veenendaal stond, kwam na de kerkdienst bij me op bezoek. Ik moest geopereerd worden en had maar tien procent kans om te overleven. Dat wist hij en hij zei tegen me: „Je hebt maar tien procent kans op overleven, Van Veldhuizen, geen elf.” Dat deed wat met me, als ik het zo zeggen mag. Die man heeft me eerlijk behandeld. Door hem ben ik ook over kerkmuren heen gaan kijken en dat is niet meer weggegaan. Ik heb altijd iets van een zwerver gehad.”

Het echtpaar Van Veldhuizen kerkte jarenlang bij ds. Catsburg in Garderen. „Onder de praktikale prediking van die man is eigenlijk de grondslag van de ontmoetingsdagen gelegd. Hij preekte een keer uit de Heidelberger, over de waarachtige bekering des mensen. Hij zei toen: Mensen, er zijn maar twee soorten bekeringen. Geen drie, maar twee. Er is een waarachtige bekering. Dat zijn mensen die door God bekeerd zijn. De tweede soort bekering vind je bij mensen die zichzelf bekeerd hebben. En laten we maar eerlijk zijn, die laatste groep was altijd het grootst. Ook nu. We leven allemaal midden in de wereld, maar als er een goddelijke bekering plaatsvindt, dan wordt het anders in je leven. En dat gaat maar niet zo. Gods woord zegt duidelijk dat daar een wonder voor aan het hart moet gebeuren.”

Van Veldhuizen gaat verzitten en zoekt naar een voorbeeld. „Kijk, ik kan iemand precies uitleggen hoe hij hier in Lunteren moet komen, maar daarmee is hij er nog nooit geweest. Begrijpt u? Dat is het verschil.”

Doordat de opkomst bij de eerste ontmoetingsdag veel groter was dan verwacht, moesten de organisatoren voor de tweede dag op zoek naar een andere locatie. „En we wilden het graag hier in de omgeving houden. Dus wij aan het zoeken en toen kwamen we uit bij kerkelijk centrum De Open Hof in Ede. Ik weet nog goed dat Brouwer, die daar tot op de dag van vandaag alles voor ons regelt, vroeg hoeveel mensen we verwachtten. Ik zei: 550. Het werden er zo rond de duizend. Maar dat was daar geen probleem omdat je die kerkzaal door het wegschuiven van vouwwanden kunt uitbreiden. Eigenlijk hadden we het best groots opgezet, al zeg ik het zelf. De Bode is een gul iemand, dus de koffie was voor niets en dat is trouwens altijd zo gebleven, al moeten bezoekers nu wel een lunchpakket meebrengen.”

Van Veldhuizen vervolgt: „Op een gegeven moment trokken De Bode en ds. Veldman zich terug. Niet omdat ze er niet meer bij betrokken wilden zijn, hoor. O nee. We moesten toen op zoek naar vervangers en die hebben we ook gevonden. Zo hebben we Van de Brink en Middag bij de organisatie gehad. Als predikers hebben ook ds. W. Roos, ds. J. D. Heijkamp, ds. J. van der Sleen en ds. H. Zweistra aan de dag meegewerkt. Sinds vorig jaar zijn de heer Klok uit Katwijk, de eerwaarde heer G. W. Nijhof uit Urk, ds. J. Goudriaan uit Ede en ds. K. Veldman degenen die op de ontmoetingsdagen spreken.”

Volgens Van Veldhuizen is ds. J. Goudriaan „iemand die kerkmuren wegpreekt. Dat sprak ons wel aan en na het overlijden van ds. Catsburg zijn we bij hem gaan kerken. Op een gegeven moment vroeg ik hem of hij wilde spreken op de ontmoetingsdag en dat wilde hij wel. Ik zeg: Maar dan blijft u wel de hele dag. Dat beloofde hij en die dag sloeg echt bij hem in. Sinds die tijd is hij bij onze dagen betrokken.”

Van Veldhuizen, ook al 26 jaar voorzitter van de GBS-afdeling Ede, is dankbaar dat de ontmoetingsdag er nog steeds is. „Het aantal bezoekers ligt tegenwoordig zo rond de 300. Er zijn veel meer van dit soort dagen gekomen in het land en dat is ook niet erg. We zijn blij dat we deze dagen nog hebben mogen. En mensen waarderen het, want er komen bezoekers uit Friesland en uit Zeeland, om het zo maar eens te zeggen.”

Vanaf het begin hadden bezoekers de gelegenheid vragen te stellen. Van Veldhuizen: „Schriftelijke vragen. Nee, geen mondelinge vragen waarbij mensen hele verhalen gaan houden. Want daar kun je dan weer wat mee worden en dat moet niet. Nee, we zetten gewoon een emmer bij de preekstoel waar je je vraag in kunt deponeren.”

Mevrouw Van Veldhuizen vult aan: „En dat moeten dan geen vragen zijn over de PKN, de HHK of weet ik wat niet al, maar vragen over het Woord en over het geloof.”

„Precies”, beaamt haar man. „Niet allerlei gepraat over van alles en nog wat, maar hartenvragen. Daar willen we het met elkaar over hebben.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer