Omzien naar elkaar is zeker christenplicht
Premier Rutte deed maandagavond in zijn toespraak een dringende oproep om solidair met elkaar te zijn. „Dit is een tijd waarin we elkaar moeten vinden, over meningsverschillen en tegenstellingen heen. Een tijd om gezamenlijk belang boven het eigen belang te stellen.” Aan het eind van zijn toespraak kwam hij er nog een keer op terug. „Een ding is volstrekt duidelijk: de opgave waar we voor staan is heel groot en we moeten dit echt met 17 miljoen mensen doen. Samen komen we deze moeilijk periode door.”
Het beroep dat de premier in deze crisis doet op solidariteit is zeer terecht. Juist nu is het van belang dat burgers en instanties zij aan zij staan om het grote gevaar van het coronavirus het hoofd te bieden. Natuurlijk, dat is niet het enige; dat bepaalt niet alles. De Bijbel leert ons dat we in alles afhankelijk zijn van de Heere. Een pandemie zoals de wereld die nu meemaakt, onderstreept dat heel krachtig. Als mensen staan we machteloos tegen een virus dat met het blote oog niet is te zien. Maar juist in zulke moeilijke omstandigheden is het zaak dat mensen elkaar tot hulp en steun zijn.
Hoewel in de laatste decennia solidariteit een term is die vooral in progressieve kringen wordt gebruikt, is het een notie die zeker ook in de Bijbel te vinden is. Paulus schrijft aan de christenen in Galatië: „Draagt elkanders lasten, en vervult alzo de wet van Christus” (Galaten 6:2). Niemand minder dan de Heere Jezus Zelf heeft tijdens Zijn leven op aarde in woord en daad Zijn zorg betoond aan mensen in nood – ook aan mensen die door anderen werden genegeerd.
De premier roept ertoe op om meningsverschillen en tegenstellingen terzijde te schuiven. Dat geldt de politiek, dat geldt burgers. Politici doen er goed aan om in deze omstandigheden geen spelletjes te spelen in de Haagse arena of voor de camera. Het kabinet, dat nu geroepen is leiding te geven aan ons land, heeft steun nodig. Van alle volksvertegenwoordigers mag worden verwacht dat ze de premier en de andere bewindslieden helpen door positief kritisch mee te denken.
Het kabinet heeft ook en vooral het aanhoudend gebed nodig, zodat het wijsheid ontvangt. Dat raakt alle burgers. Behalve dat zij hun handen moeten vouwen voor de regering, kunnen zij ook daadwerkelijk helpen door mensen die ziek, kwetsbaar of eenzaam zijn, bij te staan. Dat kan op tal van manieren. Door aandacht te geven aan deze mensen. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan ouderen die thuis moeten blijven en soms dagen niemand zien of horen.
Hoewel de plicht om naar elkaar om te zien op iedere burger rust, kan juist op dit punt de christelijke gemeente zich onderscheiden. Kerkgangers worden zondag aan zondag opgeroepen de naaste lief te hebben als zichzelf. Dat moet primair voortkomen uit het hart, maar het kan geen kwaad als kerken daarbij ook concreet organisatorische maatregelen treffen. Opdat niemand vergeten worde.