Het oordeel
De Rechter voor Wie wij zullen verschijnen om rekenschap te geven, is de Heere Jezus Christus. Die Heere, zegt David, komt om de wereld te oordelen. En Abraham getuigt dat God de Rechter van de wereld is. Hij is een waarachtige en rechtvaardige Rechter. Hij is ook machtig beide, ziel en lichaam, in de hel te werpen.Deze Rechter zal komen, vergezelschapt van duizenden en tienduizenden heilige engelen om wraak te doen over alle mensen. De schapen zal Hij zetten aan Zijn rechterhand en Hij zal tot hen zeggen: „Kom, gij gezegenden des Vaders, beërf het koninkrijk dat u is bereid…’’ Zij zullen dat bezitten en het naar lichaam en ziel beërven. Doch de bokken zal Hij zetten aan Zijn linkerhand. Tegen hen zal Hij zeggen: „Wijk van Mij, gij vervloekten. Geen jammerlijk gekerm, noch bitter geween kan Zijn toorn verzoenen.”
Deze Rechter is niet te verleiden door geld of goud, noch te buigen door beklag. Als Hij tot de goddelozen zegt: Gaat, gij vervloekten, zo vervloekt Hij hen niet alleen, maar gebiedt hen ook te gaan. Dan zijn ze voor eeuwig gescheiden van het gezelschap der heiligen en al Gods uitverkoren kinderen, ja, van eeuwigheid tot in alle eeuwigheid. De lichamen van de uitverkorenen zullen zodanig opgewekt worden dat ze altijd vrij zullen zijn van alle zwakheden en gebreken. Zij zullen leven in onverderfelijkheid, zonder ziekte of dood.
John Andrews, predikant te Schotland (De gouden trompet, 1645)