Familie volgde Gerardo Castro naar de kerk in Peru
Gerardo Castro groeide op in een sloppenwijk in de Peruaanse stad Trujillo en zag als kind nooit een kerk vanbinnen. Nu is hij predikant in de presbyteriaanse kerk in de wijk waar hij opgroeide. Zaterdag zou ds. Castro spreken op de GZB-dag. Het evenement gaat niet door maar hij en zijn vrouw Ysabel waren al in Nederland. Op het kantoor van de GZB in Driebergen doen ze hun verhaal, in het Spaans. Het wordt vertaald door Matthijs Geluk, zendingswerker in Peru, die op dit moment in Nederland is.
Bijbelverhaal
Het begint in 1985 als Gerardo als jongetje van twaalf jaar op straat in de sloppenwijk waarin hij woont aan het voetballen is. Vrouwen van de dichtbijgelegen presbyteriaanse kerk komen vragen of de jongens zin hebben om te luisteren naar een Bijbelverhaal en mee te doen met spelletjes. „Ik was de enige van mijn vrienden die meeging naar binnen”, vertelt ds. Castro.
Binnen werd niet alleen uit de Bijbel verteld en gekleurd maar er was ook veel liefde, ervoer Gerardo. „Het was als een warm gezin. We gingen niet naar de kerk. Mijn vader had slechte ervaringen met de Rooms-Katholieke Kerk in Peru. Mijn oudere broer sympathiseerde met de marxistische guerrillabeweging Lichtend Pad en probeerde die ideeën op mij over te brengen.”
Gerardo bleef komen en veranderde – ook door de contacten met ds. Wim Poldervaart, op dat moment als zendeling vanuit Nederland verbonden aan deze presbyteriaanse gemeente. „Ik heb hem allerlei vragen gesteld, over tegenstrijdigheden in de Bijbel, over onrecht in de samenleving, over alcohol en nog veel meer dingen. Ik bleef maar vragen. Hij luisterde altijd naar me en nam me serieus, ook als het wat langer duurde.”
Bijzonder vindt hij dat ds. Poldervaart zich zo aan de cultuur aanpaste. „Hij kwam ons thuis opzoeken en at mee als dat zo uitkwam. Daardoor gingen we hem vertrouwen. Na verloop van tijd ging mijn broer William mee naar de kerk. Later volgden mijn vader en moeder, mijn zussen en andere familieleden.”
Kinderwerk
Ysabel kwam in 1988 in aanraking met de kerk. Ze werd uitgenodigd door de zus van Gerardo, die inmiddels ook bij het kerkenwerk betrokken was. Zij was afkomstig uit een betrokken rooms-katholiek gezin en wilde later kinderwerk gaan doen in haar kerk. Binnenkort zou ze het sacrament van het vormsel toegediend krijgen maar dat ging niet door.
Die keer dat ze meeging, veranderde haar leven voorgoed. Ysabel: „Ik zag dat de sfeer heel anders was dan in onze kerk en ik werd getroffen door het lied ”He-decidido seguir a Cristo” (”Ik heb besloten om Jezus te volgen”).”
Dat was voor haar een nieuwe gedachte. In haar kerk stond Christus niet centraal maar de priester en Maria. „Men richtte zich daar niet op het hart van het christendom. Jezus is het centrum.”
Ze besloot te breken met de Rooms-Katholieke Kerk. Dat kostte haar wel strijd. Haar vroegere geloofsgenoten volgden haar tot op de Bijbelstudies om haar terug te halen. Ysabel was echter vastbesloten en raakte steeds meer betrokken bij de presbyteriaanse kerk en, jaren later, bij Gerardo, die ze daar leerde kennen.
Het paar trouwde, Gerardo studeerde psychologie en theologie en kreeg een mooie baan in de miljoenenstad Trujillo, totdat de roep van zijn gemeente naar hem toe kwam. „Ze vroegen me om hun predikant te worden. God riep me vanuit de behoefte van de gemeente. Ik heb mijn verantwoordelijkheid genomen.”
Wortelen
Hij preekt nu in hetzelfde kerkgebouw als waar hij als jongen van twaalf voor het eerst naar binnen ging. De gemeente telt ongeveer honderd kerkgangers. Ds. Castro: „Charismatische gemeenten maken in ons land momenteel een snelle groei door, maar ze zijn vaak oppervlakkig. Protestantse kerken beleven een langzame groei maar ze wortelen dieper.”
Het kinderwerk gebeurt nog steeds. Ysabel Castro werkt hier volop aan mee. „Elke dag bereikt onze gemeente tachtig kinderen die onderwijsbegeleiding krijgen en die we een thuisgevoel proberen te geven. Deze kinderen uit de krottenwijk worden probleemkinderen genoemd, maar ze zijn vaak intelligent. Als ze goed begeleid worden, zijn er volop kansen voor hen. Het mooiste is dat sommigen van hen naar de kerk komen. Er is toekomst voor hen.”