Onthechte samenleving heeft behoefte aan veilige haven van christelijke gemeente
De Belgische psychiater Dirk de Wachter is populair. Jaren geleden leek hij een roepende in de woestijn. Dat is inmiddels geheel omgekeerd. De markante Vlaming geeft een kritische beschouwing op de hedendaagse westerse samenleving. In rake bewoordingen noemt hij zaken die velen herkennen. Hij spreekt over de obsessie van gelukkig worden, het opbouwen van een virtuele schijnidentiteit en onze moeite om met tegenslag en lijden om te gaan.
De Wachter is ook nadrukkelijk in beeld in de christelijke wereld. Er is regelmatig over hem te lezen in het Reformatorisch Dagblad. Een uitgebreide reportage was ook te lezen in het magazine Nieuwe Koers en te horen bij GrootNieuws radio. Het afgelopen jaar was hij hoofdspreker op het congres van het Kennisinstituut christelijke GGZ. Hoewel De Wachter zich geen praktiserend christen noemt, spreken zijn citaten aan. Zoals tijdens de week van het gebed in januari: „Naarmate het geloof in de hemel verdwijnt, willen we op aarde de illusie van een persoonlijk paradijs creëren. Dat is een vergissing, want hier op aarde is verdriet.”
Acht jaar geleden schreef hij het bekende boek ”Borderline times”. Hierin werkt hij de kenmerken uit van de psychiatrische diagnose borderline. Vervolgens beschrijft hij hoe, naar zijn mening, deze kenmerken van toepassing zijn op een groot gedeelte van onze samenleving. In de meest gestelde diagnoses in de psychiatrie wordt zichtbaar aan welke kwaal de samenleving leidt. Hechting is volgens De Wachter hét thema van de 21e eeuw!
Een goede en veilige hechting is voor ieder mens van groot belang. De basis hiervan wordt gelegd in onze opvoeding. We leren hier wat liefde, vertrouwen en geborgenheid in de praktijk inhouden. Voor de christenouder is een opvoeding vol liefde en aandacht een taak die we moeilijk te hoog kunnen inschatten. Als de hechting niet goed verloopt, wordt een basis gelegd die makkelijk kan leiden tot kwetsbaarheid en probleemgedrag in het leven.
Hoewel de basis van de hechting in het gezin ligt, is het meer dan dat. Ook in andere verbanden leren we ons verbinden met de ander. In een samenleving die steeds meer onthecht raakt, is er (misschien wel meer dan ooit) behoefte aan veilige havens. De christelijke gemeente kan hierin een zeer belangrijke rol spelen. Ik wil om deze reden twee aspecten noemen waarover ik in mijn werk nogal eens pijnlijke ervaringsverhalen hoor.
Als eerste: elkaar aanvaarden. In de kerk zitten gemeenteleden van wie hun uiterlijk of theologische opvattingen niet voldoen aan ons profiel. Er zijn jongeren die behoorlijk schuren tegen wat we vanouds gewend waren. De uitdaging is om hen zonder oordeel tegemoet te treden en te laten merken dat ze meer dan welkom zijn!
Als tweede: elkaar vergeven. In de christelijke gemeente worden fouten gemaakt. Ook door mensen die weten wat genade betekent. Of het gaat om grote of kleine zaken: ons werd de weg van vergeving geleerd. Ruimhartig vergeven en de volle verantwoordelijkheid nemen voor wat we zelf deden. Juist op de breuklijnen leren we wat vertrouwen en betrouwbaarheid in de praktijk inhouden.
Er zijn lezers die afhaken bij het lezen van deze concrete uitwerking. In de kerk gaat het immers over grote zaken: het leven met of zonder God. Deze houding riekt hen te veel naar tolerantie, waar de maatschappij vol van is.
Deze reactie is begrijpelijk, maar niet terecht. Er wordt dan een oneigenlijke tegenstelling gemaakt. Juist als we de ander tegemoet treden met een open houding zonder oordeel, ontstaat ruimte voor verbondenheid en een echte ontmoeting. Ook zijn deze adviezen zonder veel moeite te onderbouwen uit het Woord.
Andere lezers herkennen de beschreven thema’s direct. Zij beseffen dat er in de eigen gemeente de nodige aandachtspunten zijn. Het liefst zou men de column in de brievenbus doen bij een specifiek gemeentelid of ouderling. Uw betrokkenheid op uw gemeente is prijzenswaardig. Er is echter één gemeentelid bij wie u het beste kunt beginnen. En dat bent uzelf.
De auteur werkt als docent en contextueel hulpverlener.