„Zoek moslims op en ga het gesprek aan”
Christenen moeten niet bang zijn voor de confrontatie met moslims. „Zoek ze op en ga het gesprek aan. Dan zult u verrast worden.” Dat zei H. Takken, medewerker van de stichting Evangelie & Moslims (E&M), woensdag op een predikantenconferentie in Nijkerk die georganiseerd was door het Confessioneel Gereformeerd Beraad (CGB) in de Protestantse Kerk.
De conferentie had als thema ”Christen en moslim in een multiculturele samenleving”. In de ochtendbijeenkomst waren er twee lezingen. Dr. R. Fernhout, voormalig wetenschappelijk medewerker aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, gaf de ongeveer vijftig aanwezigen uitleg over het zogenaamde moslimfundamentalisme. Volgens Fernhout zien orthodoxe moslims de periode na 661 als een periode van verval. „Sinds die tijd is er volgens fundamentalistische moslims geen rechtgeleide kalief meer opgestaan.” De profeet Mohammed stierf in 632.
Fernhout legde de aanwezige predikanten vier begrippen uit die belangrijk zijn in de islam: De imam (leider), de sharia (heilige wet), de oemma (moslimgemeenschap) en de jihad (strijd). Volgens hem is er op dit moment nog maar één land op de wereld waar de sharia, een stelsel van wetten dat volledig is gebaseerd op de koran en op mondeling overgeleverde richtlijnen van Mohammed, de nationale wet is: Saudi-Arabië. „Maar ook daar zijn fundamentalistische moslims niet tevreden omdat het wulpse, geldverslindende koningshuis volgens hen aan de leiband van de Verenigde Staten loopt”, aldus Fernhout.
Voor de toekomst ziet hij twee mogelijke scenario’s. „Of de islam wordt ingekapseld in de moderne westerse samenleving of uit de huidige wereldwijde gisting in de moslimwereld komt een nieuwe imam tevoorschijn, ongeveer zoals Khomeiny dat was in Iran.”
Takken ging in zijn lezing in op veranderingen onder moslims die al jaren in het Westen leven. Volgens hem zijn er al moslimgemeenschappen in de Verenigde Staten en Engeland waar gebeden wordt in het Engels, en niet meer in het Arabisch. „Dat is voor moslims heel schokkend, maar het toont aan dat deze gemeenschappen integreren in de westerse samenleving.” Ook onder Nederlandse moslimsjongeren ziet Takken een tendens van privatisering, pluriformiteit, spiritualiteit en flexibiliteit. „En dat zijn trends die eigenlijk helemaal tegen de denkbeelden van de moslims ingaan”, aldus Takken. „Maar veel moslimjongeren willen kunnen uitleggen wat ze geloven. Ze willen zich niet hoeven te schamen.” Naast de moslims die graag willen integreren in de westerse samenleving, ziet Takken ook een wereldwijde extremistische beweging, die sterk geïnspireerd wordt door iemand als Osama bin Laden.
Volgens Takken moeten christenen openstaan voor ontmoetingen met moslims. „Daarbij moeten we onze waardering voor bepaalde zaken in de islam niet wegstoppen. Aan de andere kant moeten we de verschillen evenmin toedekken. We moeten erop letten dat moslims wel dezelfde woorden gebruiken als wij, maar de begrippen anders invullen. Jezus is voor hen niet de Gekruisigde. Het kruis staat vast op Golgotha, het staat vast in de tijd. Dat is belangrijk, dat mogen we niet verbloemen.”