Wij zullen niet alleen rekenschap moeten geven van alle ijdele woorden en nutteloze werken, maar ook van alle boze gedachten. Elk mens zal verantwoording moeten afleggen van zijn misdaden en gebreken. De koning zal verantwoording moeten afleggen hoe hij zijn onderdanen heeft geregeerd. De predikanten zullen rekenschap moeten afleggen hoe zij hun ambt en bediening hebben waargenomen, of zij hun kudde hebben geweid in de rechte weide van Christus.Elk mens in eigen persoon zal rekenschap moeten geven. En deze rekening zal zo scherp en krachtig zijn dat ieder lid van het lichaam van de mens rekenschap moet geven van wat hij heeft gedaan, gezien of geweten. De ogen van wat zij hebben gezien, de tong van wat zij heeft gesproken, de handen van wat zij hebben gedaan en alle andere leden van wat zij hebben bedreven. Uw dartele ogen zullen met het gezicht van de duivelen worden gekweld. Uw tong zal worden gepijnigd. U zult gedenken hoe u verwaarloosd hebt de vreugde van de hemel voor liefde tot de wereld. Uw geweten zal u steken als een adder, als u bedenkt hoeveel malen Christus tot u heeft geroepen door Zijn dienaren om vergeving van zonden aan te bieden.

Ja, de gehele mens zal verantwoording af moeten leggen voor de hoge vierschaar van de Heere om rekenschap te geven van al zijn woorden, werken en daden.

John Andrews, predikant te Schotland (De gouden trompet, 1645)