De bouw van grensoverschrijdende installaties is juridisch niet mogelijk. Dat heeft een woordvoerder van de provincie Drenthe woensdag bekendgemaakt.

Uit onderzoek in opdracht van de provincie is gebleken dat het sluiten van een verdrag tussen Nederland en Duitsland de juridische knelpunten kan wegnemen. Maar een dergelijke procedure neemt jaren in beslag. Gedeputeerde Staten van Drenthe gaan de problematiek van grensoverschrijdende bedrijventerreinen wel onder de aandacht van Den Haag en Brussel brengen.

De bouw van de vuilverbrander zelf gaat wel door, laat initiatiefnemer Westo in Coevorden weten. Omdat de provincie Drenthe de vergunning voor één grensoverschrijdende installatie niet kan verlenen, realiseert het bedrijf nu drie verbrandingslijnen. Twee worden aan de Duitse kant van de grens gebouwd, een aan de Nederlandse.

Westo is desondanks teleurgesteld over de uitkomsten van het juridisch onderzoek. „Dit betekent dat het hele principe van grensoverschrijdend ondernemen van de baan is”, laat woordvoerder F. Duut weten. De nieuwe plannen zullen voor Westo duurder uitpakken. Het bedrijf verwacht echter dat er geen vertraging optreedt in de bouw van de vuilverbrander, die in 2005 gereed moet zijn.

De komst van de vuilverbrandingsinstallatie in Coevorden is omstreden. Zowel aan de Nederlandse als aan de Duitse zijde van de grens heeft de bevolking fel geprotesteerd tegen de bouw.