Theologenblog: Voorgangers die kleiner willen worden
Het ontluisterende nieuws over Jean Vanier, grondlegger van de Arkgemeenschap, laat zien hoe belangrijk het is dat voorgangers, dominees, theologen, mensen die christelijke idealen belichamen en christelijke activisten zelf met een nederig hart hun leven lang blijven zoeken naar integriteit.
Een schokkend bericht op Twitter, vorige week zaterdag, dat gedurende die dag steeds meer bij me binnenkwam: Jean Vanier, grondlegger van de Arkgemeenschap, heeft minstens zes vrouwen seksueel misbruikt. Hoe verder de dag vorderde, hoe meer ik er fysiek naar van was.
Ik kende Vanier alleen via verhalen, via Henri Nouwen, die in Canada in de Daybreakgemeenschap van l’Arche was gaan wonen, en via mensen die zich lieten inspireren door het ideaal dat hij als zijn levenswerk had vormgegeven: gemeenschappen waarin gehandicapten en mensen die hen verzorgen als gelijkwaardigen samenleven, gevoed door het christelijk geloof.
De grote tegenstelling tussen dat ideaal en het beschreven misbruik, de spirituele aankleding, het misbruik van macht als geestelijk begeleider: ik heb er geen woorden voor. Ik viel stil, het liet me niet los en ik kon me die zaterdag zo goed voorstellen dat iemand hierdoor zijn of haar geloof zou kunnen verliezen. Als ík me dat op zo’n moment goed kan voorstellen, hoe moet dit dan niet zijn voor direct betrokkenen, slachtoffers, mensen die dichterbij staan.
Wat hebben mensen die namens Jezus Christus in deze wereld dingen doen een grote verantwoordelijkheid. Wat kunnen zij veel kapotmaken, als ze in de naam van Christus gruwelijke dingen doen.
Ik realiseerde me opnieuw hoe belangrijk het is dat voorgangers, dominees, theologen, mensen die christelijke idealen belichamen en christelijke activisten zelf met een nederig hart hun leven lang blijven zoeken naar integriteit. Tegelijk laat de Bijbel ook zien dat een richter als Simson telkens het gevaar opzoekt en denkt dat God hem wel weer zal redden. Dat een man naar Gods hart als David grandioos de fout in gaat. Dat een wijze koning als Salomo door macht, rijkdom en heidense vrouwen de afgoden gaat dienen. Wij hebben geen garantie dat wij niet de fout in zullen gaan. Niemand anders dan God zelf is de enige bron van integriteit, betrouwbaarheid, waarheid.
Verder bedacht ik hoe belangrijk een goede kruistheologie is. God is in deze wereld verborgen aanwezig onder de schijn van het tegendeel. Wij zien God niet ongebroken in mensen die een prachtig ideaal op perfecte wijze belichamen. God is niet ongebroken aanwezig. Zijn aanwezigheid kun je ontkennen, weerspreken, negeren. God is aanwezig in de gekruisigde Jezus Christus. God werkt niet zoals wij dat zouden bedenken, maar door het lelijke, beschadigde en zinloze heen. Waar wij Hem verwerpen en waar Hij onze zonde veroordeelt, daar bewijst Hij zijn reddende macht. En zo is zijn lichaam, zo zijn Jezus’ volgelingen, zo zijn wij. Maar door ons heen blijft God wel toewerken naar Gods volmaakte koninkrijk, want de Heilige Geest is in het zuchten van de schepping aanwezig als de Geest van de opstanding. In de lelijkheid van het kruis, waar de tot zonde gemaakte Jezus sterft, schept God het nieuwe leven.
Daarom blijft voor mij het ideaal van Jean Vanier staan: samenleven in dienende liefde. Zo leven dat je aanwezig bent op de plaats van het kruis en het lijden, om in de kracht van de opstanding toch het nieuwe leven te leven, geleid door de Heilige Geest.
Dat betekent twee dingen: Het vraagt om onderscheidingsvermogen, zodat je in alle ambivalentie verschil leert maken tussen enerzijds de dwaasheid, de zonde, de slechtheid en de dubbelheid, waar God ”nee” tegen zegt, en anderzijds het mooie dat gebeurt daar waar de Geest werkt en waar Christus op verborgen wijze wel degelijk aanwezig is; dat nieuwe dat in Christus toch blijvend bestaansrecht heeft.
Het vraagt ook om voorgangers die zelf met Christus willen sterven en kleiner willen worden. Wij mensen moeten kleiner worden, Christus moet groter worden. Mensen die geborgen in Christus zichzelf vergeten, geleid willen worden door de Heilige Geest en – heel wezenlijk – Christus in de ander zien. Verdwijnen in Christus, vol van de Geest van Christus, Christus in de ander liefhebben en niet misbruiken. Zulke mensen ontwikkelen twee kenmerken: berouw en eerlijkheid over hun eigen ontheiligende falen en tegelijk een heilige weerstand tegen hun zondige impulsen.
En dus blijft er maar één ding over: een gebed voor slachtoffers, voor de Arkgemeenschappen, voor voorgangers en activisten, voor onszelf: Heer, ontferm u!
De auteur is universitair hoofddocent systematische theologie aan de Theologische Universiteit Kampen. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.