Peter Oosterhuis over ontvoering in Afghanistan: Als je niet kunt vergeven, zit je nog gevangen
„Het is wonderlijk hoe God ons draagt door moeilijke periodes heen.” Dit zei Peter Oosterhuis zaterdagavond tijdens een jongerenavond van de Kom Ook Groep in Hoevelaken over zijn ontvoering in Afghanistan. De avond trok ongeveer 200 bezoekers.
Oosterhuis (42) heeft samen met zijn vrouw zeven jaar gewerkt in Noord-Afghanistan, voornamelijk met gehandicapte kinderen. „We hebben een bijzondere tijd gehad.” In 2010 ging hij met zijn gezin met verlof naar Nederland. Oosterhuis zelf ging een aantal weken terug om nog wat te regelen. In oktober 2010 werd hij voor 39 dagen ontvoerd door een groep criminelen.
Aanvankelijk dacht Oosterhuis dat hij en zijn Afghaanse chauffeur waren ontvoerd door de taliban. „Ze droegen zwarte tulbanden en spraken de taal van de taliban.” Op de tweede dag kwamen ze erachter dat het ging om een criminele organisatie. „Ze waren uit op losgeld.” Samen met zijn chauffeur verbleef Oosterhuis in erbarmelijke omstandigheden in de bergen.
In de eerste week van zijn ontvoering onderhandelde een crisisteam intensief met de ontvoerders. „Er kwam weinig van terecht, er wordt in principe geen losgeld betaald.” Dat frustreerde de ontvoerders, zo legde Oosterhuis uit. „In de eerste week werden we hardhandig behandeld.”
De eerste week was moeilijk omdat Oosterhuis veel moest lopen en vrijwel geen eten of drinken kreeg. Op 29 oktober, de verjaardag van zijn vrouw, dronk hij uit nood zijn eigen urine. Belangrijk werd Psalm 42: „Zoals een hert verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U.” Zijn geloof ging op de automatische piloot, „het was koud geworden.” Hij wilde verlangen naar God zoals David dat beschrijft. „Het was opnieuw een overgave aan God. Het is bijzonder hoe lastige situaties ertoe kunnen leiden om je knieën voor God te buigen en opnieuw een keuze te maken voor Hem.”
De tweede week van zijn ontvoering was Oosterhuis ziek en verbleef hij in een afgelegen dorp. Hij worstelde met zijn vertrouwen op God. In die periode kon hij God niet in vertrouwen nemen. „Er was voor mij maar één uitkomst: vrijheid, terug naar mijn gezin. Ik heb daarmee geworsteld en kon niet bidden. Het is wonderlijk als je dan komt tot een bepaalde overgave. Of ik het overleef of niet, ik leg mijn gezin in Uw handen. Dat geeft rust. God weet wat Hij doet.”
Door de ontvoering stonken Oosterhuis en zijn chauffeur erg. „Voor de ontvoering vond ik het belangrijk wat mensen van mij vonden, de zes weken ontvoering hebben ertoe geleid dat ik dat minder belangrijk vind. Wat echt belangrijk is, is wat God van ons vindt. God kijkt naar onze binnenkant. Door die ontvoering kom je tot de kern.” Belangrijk voor Oosterhuis was de tekst uit Psalm 23 over het gaan door een dal van diepe duisternis. „In de momenten dat ik erdoorheen zat, gaf God een Bijbeltekst. De enige manier waarop je God kunt ervaren is wanneer je Hem vertrouwt.”
Toch zijn er niet alleen mooie dingen gebeurd tijdens de ontvoering. „Door fouten te maken groeien we.” Met een mes op de keel werd Oosterhuis gevraagd om kleur te bekennen. „Mijn antwoord was verkeerd, ik zei dat ik moslim was.” De wil om te overleven was ontzettend groot, aldus Oosterhuis. „Het heeft twee jaar geduurd voordat ik dat een plekje kon geven, ik voelde mij een loser. Gods genade is altijd groter.”
Op 2 december 2010 kwam Oosterhuis vrij. „De ontvoerders werden bang om ontdekt te worden door de Afghaanse veiligheidsdiensten.” De jaren na de ontvoering waren net zo heftig, zo vertelt hij. „Het was een proces van diepe dalen en mooie bergtoppen.” Heeft hij zijn ontvoerders vergeven? Ja, zo geeft hij aan. „Nelson Mandela zegt: „Als je niet kunt vergeven, zit je nog gevangen.” Je kunt ervoor kiezen om bitter of beter te worden.”