„Zat Calvijn maar in raad Rotterdam”
„Wordt Rotterdam de stad van Pim Fortuyn? Ik hoop dat Fortuyn iets mag hebben van die drang die leefde in Jozef, de kracht van de liefde.” Ds. L. W. van der Meij zei dit zaterdagavond tijdens een bijeenkomst van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB) in Rotterdam.
De predikant sprak naar aanleiding van Genesis 37:1-14 over het thema ”Ik zoek mijn broeders”. „Jozef was niet los van zijn broers. Daarom liep hij van Hebron naar Sichem en van Sichem naar Dothan.”
Genade leidt niet zelden tot eenzaamheid en isolement, aldus ds. Van der Meij, „om dan toch in het geloof en de liefde te volharden. Daar kan God voor zorgen, zoals blijkt uit de bereidheid van Jozef om zijn broers op te zoeken. Daar zat hij misschien niet op te wachten. En wat een geweldige vader hadden Jozef en zijn broers. Geweldig als ouders meeleven en beseffen dat de wereld geen speeltuin, maar een mijnenveld is.”
De liefde van Jakob is volgens de predikant een weerspiegeling van de liefde van God, de Vader van alle barmhartigheid. „Maar ook in christelijke gezinnen bestaat er een strijd tussen geloof en ongeloof, tussen de liefde voor God en de liefde voor de wereld”, meende ds. Van der Meij. „Zelfs in het huisgezin van Jakob was er tweespalt, terwijl zij toch verbondskinderen waren, Abrahams zaad.”
De haat van de broers tegen de ’meesterdromer’ was volgens de christelijk gereformeerde inleider ten diepste „weerstand tegen de verkiezende liefde van God, die toen al voorzorgsmaatregelen nam voor de komende hongersnood.”
De predikant gaf zijn gehoor huiswerk mee: het zoeken van broeders. „In ons land zijn daar genoeg mogelijkheden voor. Je kunt naast de deur beginnen.” Om aan te geven hoe moeilijk het soms kan zijn om met mensen in contact te komen, gaf hij een voorbeeld uit zijn eigen leven. „Misschien een beetje raar voorbeeld, maar ik moest van de week naar de tandarts. De man had een kerkelijke achtergrond, maar ik had nog nooit echt met hem daarover gesproken. Ik lag te zuchten in de stoel van de tandarts. Niet vanwege de pijn, maar om een opening voor een gesprek te krijgen.”
Een radio-uitzending over lastige refo-scholieren op de fiets vormde die aanleiding. „Het werd een aangenaam gesprek en ik ging verheugd naar huis.”
Ds. Van der Meij is bang dat het isolement van christenen in de komende tijd zal toenemen. „Fortuyn is een aardige man, maar de vraag is of hij ook weet wat liefde is. Hij houdt veel van Nederland, vooral van het vrijgevochten deel. Voor de vreemdelingen zal het er echter niet gemakkelijker op worden, zeker niet in deze grote stad. Hoeveel ruimte blijft er voor de liefde als deze geest zijn duizenden verslaat? Misschien wil de meerderheid van de bevolking wel zo hard genieten dat ze niet langer de lasten willen dragen. Vreemdelingen, christenen, gehandicapten. De liefde van velen zal verkouden.”
De predikant citeerde Calvijn, die mensen als familie van elkaar zag. „Zat Calvijn maar in de gemeenteraad van Rotterdam”, verzuchtte de voorganger. „Als meer mensen de liefde van Christus zouden kennen, dan zouden Rotterdam en Nederland niet langer de stad en het land van Pim Fortuyn zijn, maar de stad en het land van Christus.”