Pew-onderzoek: godsdienstvrijheid krijgt lage waardering in Nederland
Nederlanders vinden gendergelijkheid het meest belangrijke recht en godsdienstvrijheid het minst belangrijk.
Dat blijkt uit een donderdag gepresenteerd onderzoek van het onderzoeksbureau Pew Research Center, een onafhankelijke denktank uit Washington.
In de studie zijn negen „democratische rechten” onderzocht, zoals gendergelijkheid, eerlijke rechtspraak, vrijheid van meningsuiting en godsdienstvrijheid. Bij elk van deze onderwerpen mat de denktank hoe belangrijk ondervraagden dit vinden.
Ruim de helft (58 procent) van de Nederlanders vindt vrijheid van godsdienst in Nederland belangrijk. Daarmee scoort het land iets onder het gemiddelde (68 procent) van 34 deelnemende landen. Het is de laagste score die Nederlanders geven in het onderzoek. Van de onderwerpen scoort gendergelijkheid het hoogst (92 procent).
Naast Nederland krijgt het onderwerp godsdienstvrijheid in zeven andere landen ook een minimale waardering. Japan scoort met 18 procent het laagst, gevolgd door landen als Zuid-Korea (45 procent) en Frankrijk (52 procent).
Inwoners van zes landen vinden godsdienstvrijheid juist het belangrijkste thema: koplopers zijn Nigeria (88 procent), Turkije (82 procent) en Zuid-Afrika (80 procent).
Het onderzoek vond in 2019 plaats onder ruim 38.000 mensen in 34 landen. Nederland werd voor de eerste keer bij het onderzoek betrokken. Zo’n 1000 Nederlanders zijn benaderd.