Een selectie van de ergste ellende
Alleen bij ernstige calamiteiten rukken ze uit. Tien traumateams in Nederland zitten van zeven uur ’s ochtends zeven tot ’s avonds zeven uur paraat om medische hulp te verlenen bij grote ongevallen. Ze willen ook ’s nachts hun diensten aanbieden, bleek deze week. Coördinator Jens Valk van het Groningse traumateam: „Wij hebben te maken met een selectie van de ergste ellende.”
Zondag nog vloog Valk samen met twee collega’s per traumahelikopter naar mensen in nood. „Eerst gingen we naar een Duits eiland voor een patiënt met ernstige hartproblemen. Die hebben we naar het ziekenhuis in Oldenburg gebracht. Daarna hebben we assistentie verleend bij een ernstig ongeval in Bellingwolde”, vertelt de anesthesioloog in het commandocentrum in het Academisch Ziekenhuis Groningen, waar de muur is behangen met foto’s van ongevallen waarbij de traumahelikopter invloog. Het kamertje in het ziekenhuis bevindt zich op steenworp afstand van het heliplatform. In dit vak telt elke seconde.
Nederland telt tien Mobiele Medische Teams (MMT), kortweg traumateams. Vier van de tien teams (Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Nijmegen) beschikken over een eigen helikopter. Alle traumateams hebben een speciale bus. De teams bestaan uit een piloot (of chauffeur), een verpleegkundige en een arts.
Toegevoegde waarde van de traumateams is niet zozeer de snelheid van een helikopter, maar de medische apparatuur. De heli’s, en ook de bussen, beschikken over apparatuur voor een operatiekamer (OK) en een intensive care (IC). „Wij bieden aanvullende hulpverlening. Zie het als een ziekenhuisje op straat”, zegt Valk. „Wij kunnen meer doen dan een ambulance. Zo voeren we op straat noodoperaties uit bij bijvoorbeeld iemand met een ingeklapte long. Wanneer we iemand met schedel- of hersenletsel onder narcose brengen, kan die beter ademhalen. Dat verhoogt de levenskansen.”
De traumahelikopter rukt in de meeste gevallen uit bij ernstige verkeersongevallen. Dan is het telkens weer de kunst om, in samenwerking met andere hulpdiensten, in een oogwenk de juiste beslissing te nemen, legt de Groninger trauma-arts uit. „Wat doe je als iemand bekneld zit in een wrak? Als het slachtoffer er stabiel bij ligt, kun je hem keurig netjes uitzagen. Is de situatie kritiek, dan heb je de tijd niet om bijvoorbeeld de pedalen waar zijn voet onder bekneld zit, om te buigen of weg te zagen.”
Een andere categorie vormen (bijna-)verdrinkingsgevallen. „Een kind dat met zijn fietsje in een vijver terechtkomt. Of wat te denken van asielzoekers die niet kunnen zwemmen en toch het water ingaan.” Vaak komt de hulp niet tijdig en baat reanimatie niet meer. „Uiteraard rukken we toch iedere keer uit. Je weet van tevoren niet of iemand het haalt of niet.” Soms staat Valk er versteld van dat mensen wier situatie hopeloos lijkt, er toch weer bovenop krabbelen. „Zo zat iemand na een frontale aanrijding ernstig bekneld in het autowrak. Het slachtoffer is later, na operaties, wonderwel hersteld.”
Bij eenderde van de meldingen rukt de traumahelikopter vergeefs uit. „Zo kregen we eens een melding dat er een kind onder een bus was terechtgekomen. Wat bleek? Op de rijbaan lag een fiets, de bus remde daar hard voor. Daardoor viel iemand tegen een kinderzitje in de bus. De melding daarvan was niet helemaal begrepen. Het bleek gelukkig allemaal mee te vallen. We zijn ook wel eens de lucht ingegaan toen iemand een wespensteek in zijn keel opliep. Dat kan levensgevaarlijk zijn. Toen we arriveerden, bleek het gelukkig mee te vallen.”
Meer dan eens werkt Valk op het grensvlak van leven en dood. Vooral wanneer kinderen na een ongeval overlijden, hakt dat erin. „Ik heb zelf kinderen. Dan grijpt dat extra aan.”
Een van de „zwartste dagen” uit zijn loopbaan betrof een dag waarop de Groninger arts was betrokken bij twee dodelijke ongevallen. „Eerst overleed een kindje na een aanrijding. Ik moest dat de ouders vertellen. Vreselijk. Daarna moesten we assistentie verlenen bij een ongeluk waarbij vier dronken gasten in een sloot terecht waren gekomen. Drie overleefden dat ongeval niet. Dat zijn heftige ervaringen.”
Mooie momenten zijn er ook. „We moesten uitrukken voor een kindje dat een speelgoedschaapje in zijn keel had zitten. Die peuter dreigde te stikken. Wij konden het plastic beestje uit zijn luchtpijp vissen. Later kwam het kind, gezond en wel, ons opzoeken. Dat geeft een enorm voldaan gevoel.”