Het werk van satan
Openbaring 3:15
„Ik weet uw werken, dat gij noch koud zijt, noch heet; och, of gij koud waart of heet!”
Om de woorden die wij onder uw aandacht hebben gebracht met des te meer verstand te overwegen, is het nodig dat wij vooraf van hun gelegenheid en doel, waarbij en waartoe ze gesproken zijn, wat nader onderricht worden. Door de eerste verkondiging van het Evangelie der zaligheid, na de dood van Christus, zijn door Zijn apostelen en discipelen velen uit Joden en heidenen bekeerd geworden. Hier en daar waren in de steden der heidenen bloeiende christengemeenten opgericht. Maar de satan, die een bittere vijand en tegenkanter van Gods Koninkrijk is, rustte niet lang, om deze gezegende voortgang van het Evangelie op allerlei wijzen te stuiten, omdat dit voor zijn rijk der duisternis ten hoogste nadelig was. Daartoe bediende hij zich van deze list dat hij de eerste ijver der bekering, door de prediking van het Evangelie in de wereld veroorzaakt, een weinig liet bedaren. Hij begon langzamerhand in de nog maar pasbekeerde gemeenten van Christus in te kruipen en zijn zaad van lauwheid, zorgeloosheid en wereldsgezindheid te zaaien. Hierdoor veroorzaakte hij dat er in de meeste nieuwbekeerde gemeenten zich al aanstonds een groot verval in de ijver van geloof, liefde en godzaligheid begon te openbaren! De geestelijkheid raakte uit de kerk weg. De vleselijkheid nam de overhand. En alles begon in sleur en een uitwendige gedaante van Godzaligheid te veranderen.
Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen
(”Veertien nagelaten biddagpredikaties”, 1840)
Theodorus van der Groe werd op 3 september 1705 in Zwammerdam geboren. In 1730 werd hij predikant te Rijnsaterwoude; tien jaar later vertrok hij naar Kralingen, waar hij tot zijn overlijden in 1784 zou staan. Hij wordt beschouwd als de laatste vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie