Opinie

Zonder Israël geen Messiaanse lezing Oude Testament

De reactie van broeder S. Paas sr. (RD 14-2) illustreert mijn stelling. In de protestantse traditie bestaat dus een stroming die pleit voor een christocentrische lezing van het Oude Testament en ondertussen de blijvende betekenis van Gods genadeverbond voor Israël ontkent.

Dr. C. P. de Boer
14 February 2020 15:00Gewijzigd op 16 November 2020 18:15
Een Messiaanse lezing van het Oude Testament zonder Israël daarbij te betrekken, heeft grote consequenties voor ons, christenen van heidense komaf, maar nog meer voor Israël, het volk van Gods verbond. beeld RD, Henk Visscher
Een Messiaanse lezing van het Oude Testament zonder Israël daarbij te betrekken, heeft grote consequenties voor ons, christenen van heidense komaf, maar nog meer voor Israël, het volk van Gods verbond. beeld RD, Henk Visscher

Een paar opmerkingen vooraf: 1. Ik deel de mening van dr. Paas wanneer hij stelt dat „elke goede Schriftbeschouwing voluit trinitarisch behoort te zijn.”

Een debat over een goede Schriftbeschouwing valt echter niet een op een samen met onze discussie over de manier waarop het Oude Testament Messiaans gelezen moet worden.

  1. Dr. Paas is te snel wanneer hij constateert dat „ik denk dat Christus alléén binnen het rijk van God een centrale plaats speelt.”

Dat denk ik niet. Wel dat Christus in de realisering van Gods rijk een centrale plaats inneemt samen met Israël en de schepping.

  1. Broeder Paas vliegt uit de bocht wanneer hij het volgende stelt: „In ieder geval kan gemakkelijk uit De Boers beschouwing worden geconcludeerd dat de Zoon aan de Vader ondergeschikt zou zijn. Is dit niet de aloude dwaling van het “subordinatianisme”?”

Laten broeders zich onthouden van suggestieve opmerkingen en zich houden aan de stijl van het Koninkrijk. Dit soort opmerkingen heeft al veel kapotgemaakt.

„Sleutelfiguur”

Ik concentreer me op de kern van Paas’ betoog. Ik citeer: „Melchizedek, koning van Jeruzalem, is de sleutelfiguur die Gods genadeverbond met de mensheid vanaf het paradijs verbindt met Christus. Met name in Abrahams ontmoeting met de koning Melchizedek laat God zien dat de lijn van Abraham en de andere aartsvaders via Israël naar Christus ondergeschikt is aan de lijn van Melchizedek naar Christus.”

Salem

Paas’ these bevat drie vooronderstellingen. Hij identificeert Salem met Jeruzalem. Dit doet de Schrift niet. De enige Schriftplaats waar de naam Salem naar Jeruzalem verwijst, is Psalm 76:3. In deze poëtische tekst zeggen twee versdelen met verschillende woorden hetzelfde. Door een woordspel met de naam Salem in het eerste deel thematiseert de dichter het onderwerp van deze verzen: vrede over Israël.

Vroegjoodse en vroegchristelijke auteurs lokaliseren Salem, de stad van Melchizedek, verschillend: Salem is Jeruzalem, Salem ligt aan de Jordaan waar Johannes de Doper doopte, Salem ligt bij de berg Gerizim of Salem ligt in Noord-Israël. Kortom: de exacte locatie van Salem is niet meer bekend.

Wel proberen verschillenden van hen, om theologische motieven, Salem te identificeren met de berg Sion of Gerizim. Wie van beiden (Jood of Samaritaan) gelijk heeft, kan de legitimiteit van zijn priesterschap legitimeren.

Abraham en Melchizedek

Paas’ tweede vooronderstelling verwoordt hij als volgt: „Psalm 110 bezingt de ontmoeting tussen Abraham en Melchizedek.” Van welke kant ik Psalm 110 ook benader, ik ontmoet Abraham in deze psalm niet. Het is ook nog maar de vraag of Psalm 110:4 direct naar Melchizedek verwijst. De Hebreeuwse tekst staat dit toe, maar deze interpretatie wordt voor het eerst in de Griekse vertaling van Psalm 110 zichtbaar (einde 2e eeuw voor Christus). Ik constateer dat in het Oude Testament Melchizedek geen rol speelt.

Abraham en de volkeren

Dit brengt mij bij de derde en laatste vooronderstelling van dr. Paas: „Melchizedek is de sleutelfiguur die Gods genadeverbond met de mensheid vanaf het paradijs met Christus verbindt.” Paas’ verwijst niet naar de woorden in Genesis 12:1-3: „in u (Abraham) en in uw zaad zullen alle geslachten des aardrijks gezegend worden.”

Op grond van deze en andere plaatsen concludeer ik dat God Zijn genadeverbond met Abraham en zijn nageslacht heeft opgericht. Het Nieuwe Testament zet de betekenis en reikwijdte van Gods verbond met Abraham en Zijn belofte aan de aartsvader en zijn nageslacht voor de heidenen verder uiteen (onder andere Handelingen 2:38-39 en Romeinen 9-11).

Ik bedank dr. Paas voor zijn reactie. Zijn betoog illustreert mijn stelling: een Messiaanse lezing van het Oude Testament zonder Israël daarbij te betrekken, heeft grote consequenties voor ons, christenen van heidense komaf, maar nog meer voor Israël, het volk van Gods verbond.

Vrede over Israël!

De auteur is predikant van de christelijke gereformeerde kerk in Sliedrecht (Beth-El) en lid van deputaten Israël.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer