Kerk & religie

Een zegen onder drieduizend leespreken

Bijna drieduizend. Zoveel preken moet de oud gereformeerde ouderling F. N. Snoek te Ermelo in de gemeente wel gelezen hebben. Hij leest graag – hoewel, ”graag” is niet het juiste woord, vindt hij. „Maar als je doordeweeks voor jezelf iets hebt gelezen dat tot stichting mocht zijn, wil je dat graag aan de gemeente vertellen.”

Jan van ’t Hul
13 February 2020 13:18Gewijzigd op 16 November 2020 18:14
F. N. Snoek. beeld Sjaak Verboom
F. N. Snoek. beeld Sjaak Verboom

Leesdiensten zijn een noodoplossing, zegt Snoek. „De belijdenisgeschriften spreken over: verkondigen en prediken, niet over voorlezen. Maar als er weinig predikanten zijn, kun je niet anders dan gaan lezen. De opstellers van de Dordtse Kerkorde gingen er zelfs vanuit dat er in één gemeente meerdere predikanten aanwezig kunnen zijn. We moeten dus vaststellen dat het nu een arme tijd is. Maar dat wil nog niet zeggen dat de Heere aan leesdiensten Zijn zegen niet wil verbinden.”

Als er in de gemeenten meer geestelijk leven zou zijn, als er meer oefeningen in het geloof waren, zouden er ook meer dienaren des Woords zijn, zegt Snoek. „Helaas is er veel wereldgelijkvormigheid en minder geestelijk leven dan vroeger. Daarom moeten we op zondag zo vaak lezen.”

De Muurhuizen

Snoek is opgegroeid in de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Amersfoort. In het historische ‘trapkerkje’ aan de Muurhuizen zat hij als kleine jongen, vaak op een ongemakkelijk uitschuifbankje, te luisteren naar leespreken. Vaak waren ze van Smijtegelt, Hellenbroek, Van der Kemp en Van der Groe, maar ook van Engelse en Schotse schrijvers. „We vonden het eigenlijk niet erg dat er vaak gelezen werd, want we wisten niet beter. Doordeweeks kwam er vaak een dominee, zoals ds. Joh. van der Poel, ds. E. du Marchie van Voorthuysen of ds. H. Wiltink, maar op zondagen was het een uitzondering als er een predikant voorging.”

De ouderlingen aan de Muurhuizen waren goede lezers en ze lazen goede preken, zegt Snoek. „Die preken waren vaak van de onder ons bekende oudvaders, van vóór 1800 dus. Soms werd er een preek van E. Fransen gelezen. Ik vond dat er veel van die preken uit ging. Je kon merken dat Gods volk er onderwijs uit kreeg. Dan hing in het kleine kerkje de hemel weleens laag. Ik hoorde eens een gesprek tussen mijn grootvader en een diaken. Ze bespraken de preek die zondag gelezen was. Ze waren er nog vol van. Vol ontzag heb ik daarnaar geluisterd. Die mensen hadden onder die leespreek iets beleefd waar ik buiten stond. Zulke dingen vergeet je niet zo gauw.”

Ouderling in Ermelo

In 1970 trad Snoek in het huwelijk. Samen met zijn vrouw verhuisde hij naar Ermelo, waar hij al werkzaam was als orgelbouwer bij de firma Heyligers. Kerkelijk sloten ze zich aan bij de oud gereformeerde gemeente in Nederland te Ermelo. Daar werd Snoek in 1993 gekozen tot ouderling. Op enkele maanden na was hij al die jaren de enige ouderling. Vrijwel alle zondagen leidt hij tweemaal een leesdienst. Als er veel diensten achter elkaar zijn, zoals in de laatste dagen van december, vraagt hij de diaken weleens om ook een preek te lezen.

Snoek moet zo’n drieduizend preken hebben gelezen. „Het went wel een beetje, maar je leert dit niet. Een gelezen preek kan voor jezelf anders uitpakken dan je had gedacht. Soms gebeurt het dat je thuis met smaak een preek hebt voorbereid, dat het achter de katheder toch niet gaat zoals je had gedacht. Het omgekeerde komt natuurlijk ook voor, dat je er thuis voor jezelf niet goed in kon komen, terwijl dat in de kerk opeens toch gebeurt.”

Snoek leest wat de vrije stof betreft ongeveer de helft oude schrijvers. „Mijn oudvader is Smijtegelt. Verder lees ik graag Gray, Van der Hagen of Bruinings en van de meer eigentijdse predikanten Smits, Van de Breevaart, Van de Ketterij of Monster.”

Uit het promotieonderzoek van A. van der Knijff (2019) bleek dat er van alle preken in de Gereformeerde Gemeenten twee derde leespreken zijn. Hoe ligt dat binnen de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland?

„Het zal wel vier vijfde zijn, of negen tiende. In Ermelo hebben we van de 52 zondagen dit jaar op 2 zondagen een predikant. De levende bediening wordt dus erg gemist. En bij leesdiensten mist de gemeente ook de zegen die een predikant op de gemeenten legt. Dat is een groot gemis. Maar wat is het alternatief? De gemeente opheffen en allemaal met de auto naar Barneveld? Dat kan niet de weg des Heeren zijn. En de Heere is van ons niet afhankelijk. Hij heeft al meermalen willen betonen ook onder een leesdienst het Woord te willen bekronen met Zijn zegen.”

Uitgeverij

Sinds 1999 geeft Snoek zelf, samen met uitgeverij De Boeckbinder te Elspeet, oude schrijvers uit, in mooie donkere banden, als het moet met gouden opdruk. De Boeckbinder gaf al de serie ”De erve der vaderen uit”, naast reprints (fotografische herdrukken) van oude preken. In dat jaar nam Snoek de copyrights over van P. Stuut uit Rijssen, uitgever van de prekenserie ”Bibliotheek voor het late nageslacht”. Later gingen De Boeckbinder en Snoek samen verder met de serie ”Het heil verkondigd”, waarin inmiddels twaalf delen zijn verschenen. Enkele jaren geleden is deze serie gestopt vanwege teruglopende belangstelling.

Waar moet een leespreek aan voldoen, wilt u die op zondag lezen?

„Een ouderling aan de Muurhuizen zei eens: „In een preek moeten wezenlijke zaken aan de orde komen.” Er moeten daadzaken verkondigd worden, zoals de openbaring van Christus, de beleving van de heilsfeiten, het door het geloof eigenen van de schuld, het afgesneden worden van Adam en het ingelijfd worden in Christus. In iedere preek moet God op het hoogst verheerlijkt worden, de zondaar op het diepst vernederd en Gods volk op het bondigst vertroost. Dat zegt Smijtegelt. Een preek moet Schriftuurlijk-bevindelijk zijn, want de bevinding moet uit de Schriftuur opkomen. Hoewel, het kan ook weleens andersom, want er is een preek van Boston waarin hij begint met de bevinding, waarna hij die vanuit de Schrift bewijst en verklaart.”

Een preek moet ook appellerend zijn, zegt Snoek. „Er moet een appel op de hoorders worden gedaan: Bekeert u, bekeert u, want waarom zoudt ge sterven? Dat appel moet wel uit de tekst blijken, want een preek moet een verklaring van de tekst zijn. De exegese moet gedegen zijn. Een goede preek vertelt in elk geval dat er een wonder moet gebeuren wil een mens van dood levend worden. Kijk, dat is het.”

Mag de voorlezer een preek inkorten?

„Als voorlezer mag je een preek inkorten, als uitgever mag je dat niet doen. Ik kan me voorstellen dat je als voorlezer een preek soms inkort doordat je een voorwoord weglaat. Een voorwoord is bij sommigen al een preek op zichzelf. In sommige preken worden heel veel bewijsteksten genoemd. Als je er dan twee noemt, is het genoeg. Maar een preek inkorten, luistert wel nauw. Je kunt niet alle zinnen herschrijven, of een preek passend maken voor de huidige tijdsomstandigheden. Men mag van Van der Groe geen Comrie maken, of omgekeerd. Comrie moet wel Comrie blijven.

Ook onder Gods knechten is er verschil. De een legt het accent iets meer hier, een ander legt het accent iets meer daar. In de ene preek zal de menselijke verantwoordelijkheid meer wegen, in een ander de onmogelijkheid van de mens om zelf iets aan zijn behoud toe te voegen. Johannes en Petrus waren niet dezelfde mensen, toch gingen ze op paasmorgen samen naar het graf.”

2020-02-13-katDO1-janverwijs-2-FC_web.jpg
Verwijs. beeld RD, Henk Visscher

”Der vaderen erfenis”

De Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) geven de prekenserie ”Der vaderen erfenis” uit. Vier vragen aan J. M. Verwijs, algemeen scriba van de OGGiN.

Met welk doel wordt ”Der vaderen erfenis” uitgegeven?

„Onze synode van 1995 besloot om jaarlijks zes preken van oudvaders het licht te doen zien. De preken zijn in de hedendaagse spelling overgezet en te lange zinnen zijn in stukjes geknipt. Het doel van de serie is om in het algemeen het lezen van preken van oudvaders te bevorderen. Iedere kerkenraad van ons kerkverband ontvangt elk jaar gratis een nieuw deel, om het lezen hiervan tijdens de leesdiensten te stimuleren.”

Hoe selecteert u preken voor deze serie: welke oudvaders komen er in voor?

„De preken zijn van Hollandse oudvaders. Ze worden geselecteerd op inhoud, lengte en moeilijkheidsgraad.”

Er zijn nu 24 delen. Hoeveel worden het er?

„We gaan er nog mee verder. Momenteel zijn we bezig met de uitgave van deel 25. Die verschijnt in het najaar.”

Voldoet de serie aan de behoefte?

„De preken uit ”Der vaderen erfenis” worden regelmatig gelezen tijdens de diensten. In de laatste deeltjes staan vrij veel preken voor de feestdagen. Ook aanverwante kerkverbanden maken gebruik van deze serie.”

Serie preeklezen

In veel kerkelijke gemeenten wordt zondags een preek gelezen. Hoe ‘gewoon’ mag een leesdienst zijn? Wat wordt er gelezen? Hoe gaan ouderlingen ermee om en wat vinden jongeren ervan? Deel 1 in een vierdelige serie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer