ChristenUnie: Twijfel over handelsverdrag CETA
Strandt CETA, het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada, in het Nederlandse parlement? Deze woensdag debatteert de Tweede Kamer over het verdrag. De ogen zijn gericht op coalitiepartij ChristenUnie. En op de PvdA.
De discussie over CETA speelt al jaren. Nu het verdrag echter moet worden bekrachtigd, dreigt Nederland roet in het eten te gooien.
Op dit moment is er nog geen meerderheid die zich heeft uitgesproken voor het handelsverdrag. Volmondige steun lijkt zich te beperken tot regeringspartijen VVD, CDA en D66. De ChristenUnie worstelt met CETA. De druk op de kleinste coalitiepartij is groot. Enerzijds doet het kabinet een beroep op de CU. Nederland loopt (reputatie)schade op als het parlement de deal verwerpt, zal de partij ongetwijfeld worden voorgehouden door minister Kaag (Buitenlandse Handel). Anderzijds is er een bonte verzameling van onder meer boerenorganisaties en milieubeschermers die ervoor strijdt dat het verdrag sneuvelt.
Mammon
Dinsdag deed Esther Ouwehand, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren en boegbeeld in het politieke verzet tegen CETA, nog een duit in het zakje. In een opinieartikel op de website van het Reformatorisch Dagblad stelde zij dat het voor de ChristenUnie een keuze betreft tussen de waarden waar de partij voor staat, en anderzijds „de Mammon.” Kiezen voor het één betekent „kans op ernstige onenigheid in de coalitie”, het tweede „biedt het comfort van het pluche”, meent Ouwehand.
De ChristenUnie publiceerde woensdag, voor aanvang van het debat, een blog die inzicht moet geven in de overwegingen van de partij. „Het is niet erg gebruikelijk in de politiek, maar het is wel waar: we twijfelen”, schrijft Kamerlid Voordewind. Bij een eerdere stemming stemde de partij tegen CETA. Volgens Voordewind zijn er echter „duidelijke verbeteringen aangebracht.”
De partij maakt straks op basis van de antwoorden op drie vragen de balans op, schrijft Voordewind. De ChristenUnie wil onder meer weten of kringlooplandbouw met CETA versterkt kan worden, en of producten en de productiewijze goed gecontroleerd kunnen worden.
Voordewind spreekt van een „zware lobby” van voor- en tegenstanders, die bovendien erg overtuigd zijn van hun positie. De boerensector is verdeeld over CETA. Lobbyorganisatie LTO is positief; andere clubs zijn tegen. Zo smeedde GroenLinks een gelegenheidscoalitie met de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en de Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV). Ook is er verzet van vakbonden en milieuorganisaties.
De bezwaren tegen CETA zijn divers. Zo zijn er zorgen over de concurrentiepositie van boeren, dierenrechten en rond klimaat en milieu. Daarnaast kijken tegenstanders met argusogen naar het het geschillenmechanisme ICS. Grote bedrijven zouden daarmee overheden voor de rechter kunnen slepen en grote schadeclaims kunnen indienen, zo is de vrees.
Arme landen
Onlangs schreven ruim zeventig organisaties uit de hele wereld een brief aan de Tweede Kamer met de oproep het verdrag niet te steunen. CETA zou een blauwdruk zijn voor toekomstige handelsverdragen met andere, armere landen. Dat kan vooral voor mensen in arme landen slecht uitpakken, aldus de mensenrechten- en milieuorganisaties.
Volgens Kaag is er sprake van „een onvolledig beeld van de inhoud en gevolgen van CETA” in het publieke debat, schreef ze dinsdag nog aan de Kamer. De minister heeft de uiterst lastige taak om het verdrag door de Tweede én Eerste Kamer te loodsen.
Steun van alleen CU is daarvoor niet genoeg. In de Eerste Kamer komt de coalitie namelijk zes zetels tekort. De PvdA, die precies zes Senaatszetels heeft, zou het kabinet uit de brand kunnen helpen. De partij keerde zich echter in oktober tegen CETA. In het vorige kabinet maakte PvdA-minister Ploumen zich echter juist sterk voor het verdrag. Kaag zal dan ook ongetwijfeld proberen de steun van de PvdA weer terug te veroveren. Lukt dat niet, dan is er nog de optie om met verschillende kleine partijen CETA aan een meerderheid te helpen.
De SGP staat „voorgesorteerd naar een nee”, laat de partij weten. De „vragen en twijfels” van de SGP hebben voor een belangrijk deel te maken met de positie van Nederlandse boeren. „Zij hebben het nu al zwaar, en er komt nog veel meer op hen af door de plannen van het kabinet en de enorme lasten van de Green Deal in Brussel. Door het CETA-verdrag krijgen ze nog meer concurrentie van Canadese boeren, aan wie minder eisen worden gesteld dan wij hier in Europa stellen. De SGP wil de boeren niet nog meer in de verdrukking laten komen.”