Vijf jonge refo’s in gesprek over films en series kijken
Boer zoekt Vrouw, Wie is de Mol, De Luizenmoeder, Flikken Maastricht, Heel Holland Bakt, Zondag met Lubach. Tal van christenen genieten van dat soort tv-programma’s. En velen kijken allerlei films en series. In hoeverre is zo’n tijdsbesteding Bijbels verantwoord? Een debat met vijf jongvolwassenen uit reformatorische kring.
Allemaal zijn ze het erover eens: het is de hoogste tijd dat de gereformeerde gezindte zich grondiger bezint op kijkgedrag onder refo’s. Meer openheid over dit thema is nodig, klinkt het tijdens een groepsgesprek over films en series. In het RD-gebouw in Apeldoorn gaan Marianne van den Broek (32), Lenny Muijs (30), Martijn op ’t Hof (25), Marijn Verschuure (28) en Arjan Verwoert (26) met elkaar in discussie. Aan de hand van stellingen.
1 In reformatorische kring heerst een taboe op het kijken naar films en series.
Lenny Muijs: „Vroeger moest je een flink tv-toestel aanzetten, wilde je thuis films kunnen kijken. Nu kun je je iPad, waarop de film wordt afgespeeld, achter een boek verstoppen. Ik hoor moeders op het schoolplein elkaar nooit de vraag stellen: „Heb jij de nieuwste aflevering van misdaadserie Flikken Maastricht gezien?” Terwijl jonge ouders vast dat soort programma’s bekijken. Er is in refokring, denk ik, veel stil, verborgen kijkgedrag. Dat heeft te maken met een soort schaamte.”
Arjan Verwoert: „Die schaamte is ergens hoopgevend. Kennelijk is het kijken naar films en series in reformatorische kring nog niet totaal geaccepteerd en voelen mensen hun geweten spreken.”
Marianne van den Broek: „Onder refojongeren is het taboe op films kijken weg. Er komt wat dat betreft steeds meer openheid.”
Marijn Verschuure: „Te lang is rond films kijken in refokring gedaan of dingen niet bestonden. Daarom heeft niemand fatsoenlijk nagedacht over hoe we met films moeten omgaan. Nu zijn we min of meer op onszelf aangewezen. Ik denk dat veel jongeren op huisbezoek niet over zo’n onderwerp durven beginnen. Dan zijn ze bang dat ouderlingen hen veroordelen.”
Martijn op ’t Hof: „Ik zou de anderhalf uur per een of twee jaar die je aan huisbezoek krijgt niet eens wíllen verspillen aan een gesprek over films. In contacten met jongeren begin ik niet met een opmerking als: „Heb jij een Netflix-abonnement? O, dat mag niet!” Ik kies liever als insteek: „Waar worstel je mee?” Stel dat je je Netflix-abonnement opzegt en je popmuziek opruimt, maar je legt je zondige hart en je leven niet in Gods handen – wat heeft het dan allemaal voor zin?”
Marianne: „Gewetensvorming is belangrijk, het is goed om na te blijven denken waarom je iets wel of niet doet.”
Arjan: „Durven dominees nog concreet zonden te benoemen?”
Marijn: „Mensen nemen die waarschuwingen niet serieus.”
Martijn: „Het is heel goedkoop als een predikant even tussen neus en lippen door tijdens een preek of catechisatie een tv-programma of Netflix afwijst.”
Arjan: „Als een dominee alleen zegt: „Netflix is zonde” of: „Gooi je smartphone in de kliko” helpt dat inderdaad niet veel. Het zou goed zijn als predikanten een complete preek wijden aan kijkgedrag. Ik hoorde dat een preek van de hervormde predikant ds. J. Lohuis over Netflix voor verschillende mensen tot zegen werd. Hij vergelijkt films kijken met de beeldendienst in de tijd van Daniël.”
Marijn: „Ik heb vaak vanaf de kansel concrete zonden benoemd horen worden. Toch kwam ik er pas achter dat ik zondaar ben toen iemand preekte over de liefde van God tot mensen die bij Hem weggelopen waren. Die preek ging niet over concrete zonden. Maar over de grondhouding van mijn leven. Ik bén zonde.”
2 Ik ben zelf de baas over de knop.
Marianne: „Ongemerkt gaat er veel tijd zitten in het kijken naar films en series. Het is verslavend.”
Lenny: „Herkenbaar. Kind naar bed, en dan lekker ontspannen. Even nergens aan denken. Ik keek vroeger veel films en series. Ook als daarin werd gevloekt. Je wilt weten hoe een spannende serie afloopt, je verlegt je grenzen. Van de ene op de andere dag ben ik gestopt met films en series kijken. Mijn geweten ging spreken. Als God na mijn sterven zou vragen wat ik met Zijn tijd had gedaan, zou ik dan moeten zeggen: Heere, ik had geen tijd om U te zoeken?”
Arjan: „Van mijn leerlingen hoor ik dat ze een film niet afkappen om een vloek. Ook niet om tien vloeken. „Het kan eigenlijk niet”, zeggen ze. „Maar ja, ik blijf toch maar kijken.” Zelf ben ik thuis opgegroeid met televisie. Ook daar ging de tv echt niet uit. Tot ongeveer mijn twintigste was ik een kritiekloos consument van allerlei programma’s en films. Ik zeg dat tot mijn schaamte.
Toen de Heere in mijn leven kwam, werd alles anders. God openbaarde Zich als mijn persoonlijke Rechter en ik moest sterven in het oordeel. Maar wat is het een wonder van genade dat de Heere doorwerkte en Christus aan mijn hart openbaarde. De vrucht daarvan was dat alle glans van de wereld afging. Dan is amusement maar een laagje goudverf. In dit leven worden we geconfronteerd met zonden; die kunnen we niet vermijden. Maar we moeten wel zo ver mogelijk bij de zonde vandaan blijven. In 2 Timotheüs 2 staat immers: Vlied de begeerlijkheid der jonkheid. Dat ging bij mij niet van de een op de andere dag. Sterker, ik heb net zo’n slecht hart als ieder ander. Als leerlingen vertellen over films, kan mijn oude hart daar nog steeds naar uitgaan.”
Marijn: „Ik heb een jaar of drie geleden een jaar lang geen films en series gekeken. Toch ben ik er in dat bezinningsjaar achter gekomen dat je sommige films wél kunt kijken. Ik heb veel aan inzichten van de orthodox-christelijke Amerikaanse beweging van de new calvinists, de nieuwe calvinisten. Leerzaam op dit terrein vind ik ook de site desiringgod.org (God begeren) van de bekende theoloog John Piper. Van belang is de goede grondhouding in je leven. John Piper zegt: „God is most glorified in us, when we are most satisfied in Him.” Dus: „God wordt het meest verheerlijkt in ons als we het meest tevreden zijn in Hem.”
Ik kijk nu nooit meer iets zómaar, uit verveling. Dat consumerende kijken, alles maar over je heen laten komen: dat wil ik niet meer. Ik bid voordat ik een film ga kijken. Ik lees me in. Daarbij gebruik ik de website pluggedin.com van de christelijke Amerikaanse beweging Focus on the Family. Op die site worden films langs de meetlat van de Tien Geboden gelegd.”
Arjan: „Dus dan moet iemand telkens beoordelen of iets wel of niet zonde is? Waarbij die persoon dus zelf voortdurend aan zonde blootgesteld kan worden. Dan verleg je het probleem van jezelf naar een ander.”
Marijn: „Ik heb ook een tijdje geen fictie willen lezen. Omdat ik dacht dat ik dat niet tot eer van God zou kunnen doen. Maar nu zie ik sommige boeken en films als kunstvorm. Ze kunnen mijn aandacht op God richten, zowel door de kunst als door de inhoud.”
3 Een goede film kan je doordringen van het belang van waarden als naastenliefde en opofferingsgezindheid.
Marianne: „Ik heb best veel geleerd van sommige films. Bijvoorbeeld ”The Good Lie” (De goede leugen), over vluchtelingen uit Sudan die in Amerika terechtkomen. Je kijkt door hun ogen naar de westerse wereld en ontdekt hoe individualistisch wij zijn. Ook ”De Storm”, over de watersnood van 1953, is indrukwekkend. Je ziet realistische beelden van de overstromingen, van de wanhoop. Door die film gaat de ramp voor mij leven, meer dan door een boek.”
Arjan: „Ik lees graag getuigenissen van Gods kinderen over de watersnood. Die zijn vormend. Wat een ontzetting was het toen mensen de dijken zagen breken en het water op zich af zagen komen. Sommige christenen beleefden de ramp als oordeel van God over Zeeland. Zulke noties zie je in een film niet terug.”
Martijn: „Indringende beelden zijn juist de kracht van films, die vaak gebaseerd zijn op waargebeurde verhalen. Zelf was ik onder de indruk van ”Behind the Sun” (Achter de zon) van Open Doors, over de vervolgde kerk in moslimlanden. Bijzonder was ook om in de film ”Faith like Potatoes” (Aardappelgeloof) te zien hoe mensen vertrouwen dat God de aardappeloogst zal zegenen.”
Marijn: „De beste film die ik ooit zag, is ”A Quiet Place” (Een stille plaats). Het verhaal speelt zich af in een soort postapocalyptische VS. Een gezin met drie kinderen, onder wie een doof meisje, leeft geïsoleerd. Ze worden bedreigd door buitenaardse wezens die een vreselijke hekel aan menselijk geluid hebben. De gezinsleden moeten voortdurend stil zijn. Horen die wezens herrie, dan nemen ze dodelijke wraak. Het gaat mis als het dove meisje haar broertje een batterijtje voor zijn speelgoedraketje geeft. Dat jongetje gaat lawaai maken. Dus nemen de buitenaardse wezens hem te grazen. Het meisje voelt zich schuldig om de dood van haar broertje. Dan raakt moeder ook nog eens zwanger van haar vierde kindje. Dus dreigt het geluid van babygehuil. Uiteindelijk offert de vader zichzelf op om de rest van zijn gezin in leven te houden. Die film leert mij iets over onderlinge verhoudingen én over de opofferingsbereidheid van God. Ik moet onvermijdelijk aan Jezus denken.
In een film worden altijd zonden beschreven, zoals ook in elk boek. Maar het maakt een groot verschil of in een film zonden, zoals een moord, met veel spektakel verheerlijkt worden of dat ze als bevreemdend en afschuwelijk worden neergezet. In actiefilms wordt van geweld nogal eens een show gemaakt. Met behulp van special effects. Dan denk ik aan James Bondfilms. Ik was daar bijna verslaafd aan, raakte er afgestompt van. Dat soort films wil ik niet meer zien.”
4 Ik vind het acceptabel om zoen- of seksscènes te zien.
Marianne: „Bij mij gaat een film dan gelijk uit.”
Lenny: „Ik vraag me af of jongvolwassen christenen daadwerkelijk de knop om zetten bij dat soort scènes.”
Marijn: „Ik vind die scènes ontzettend vervelend. Ik wil ze niet zien. Ooit bekeek ik ”Twelve years a slave” (Twaalf jaar een slaaf), een verfilming van het gelijknamige boek. In die film zit een scène waarin een slaaf wordt verkracht door een vrouwelijke medeslaaf, al is dat niet expliciet in beeld. De verkrachting komt in het boek niet voor. De filmregisseur heeft de scène er dus duidelijk in gefietst voor de verkoop. Hoewel de boodschap van het verhaal indringend is, heeft die seksscène voor mij de film verruïneerd.”
Arjan: „Het huwelijk tussen man en vrouw is een paradijsbloem. In bijvoorbeeld een soapserie als Goede Tijden Slechte Tijden wordt die opvatting op een walgelijke manier geweld aangedaan. Aan zo’n serie zitten mensen zich dan uren te vergapen.”
Marijn: „Arjan, ik ben het grotendeels met je eens. Ik kijk vooral biografische films. Laatst eentje over Winston Churchill. Dan accepteer ik dat acteurs Churchill en diens vrouw spelen. Misschien moet ik op dat punt voorzichtiger worden.”
Lenny: „In bijvoorbeeld Flikken Maastricht kijkt een stel elkaar diep in de ogen…”
Arjan: „Zwijmel, zwijmel.”
Lenny: „…Om daarna in een kamer te verdwijnen. Maar dan denk je als kijker wel verder. Dat is ook het doel van de filmmakers.”
Arjan: „Een mannelijke acteur is intiem met een vrouwelijke acteur, ze lopen bijvoorbeeld hand in hand. Terwijl zijn echte vrouw mogelijk thuis op de bank zit.”
Lenny: „Acteurs zijn vaak gescheiden. Hoeveel van die mannen hebben al niet twee of meer vrouwen gehad?”
Martijn: „Seks verkoopt. Het is een verdienmodel.”
Marijn: „In ”Thirteen reasons why”, een serie over suïcide onder jongeren, gaan scholieren bijna allemaal met elkaar naar bed. Op zich kan zo’n serie je bewust maken van de problematiek van zelfmoord. Toch wil ik de serie niet bekijken. Ik wil seksscènes niet normaal vinden.”
Arjan: „Ik schrik van de bizarre vragen over seksualiteit die jongeren stellen op Refoweb. Ik sta ervan te kijken als mijn leerlingen zeggen dat allerlei samenlevinglevingsvormen maar moeten kunnen. Relaties die worden gepropageerd in films.”
5 Een tv-programma als Heel Holland Bakt is heerlijk ontspannend na een lange werkdag.
Marijn: „Mijn vrouw bakt graag en kijkt regelmatig naar dat programma. Ik kijk soms mee. Gewoon leuk. Nee, mijn vrouw waagt zich niet aan taarten met drie lagen.”
Marianne: „Soms kijk ik Boer zoekt Vrouw. Is dat programma goed of fout? Voor mijn idee zit het er tussenin. Een beetje een grijs gebied.”
Lenny: „Ik zie in Heel Holland Bakt niet per definitie iets zondigs. Zelf kijk ik alleen nog naar het spelletje Lingo. Samen met onze kinderen. Dan leren ze ook nog wat over taal. Als ik elk tv-programma afwijs, gaan mijn kinderen bij de buurvrouw achter de tv zitten.”
Arjan: „Ik begrijp niet goed waarom Heel Holland Bakt onschuldige ontspanning zou zijn. Dat programma zit vol mensen die een totaal ander leven leiden dan christenen gericht op het Woord zouden moeten hebben. Als het in het leven van die programmadeelnemers niet tot bekering komt, zullen ze voor eeuwig verloren gaan. Ontspanning is nodig, maar maak dan bijvoorbeeld een wandeling. Mediteer over psalmen of een preek.”
Martijn: „Ik respecteer uiteraard je keuzes. Ik begrijp goed wat je zegt. We kunnen onze week vullen met allerlei leegheid. Maar als iemand een uurtje per week Heel Holland Bakt kijkt, zie ik daar niet per se wat verkeerds in. Belangrijk is de vraag waar je naar kijkt en in welke mate.”
Lenny: „Wie ben ik om te oordelen over keuzes van anderen? Een voorbeeld: De ene vrouw vindt het goed om grote oorbellen te dragen, de andere vrouw niet. Soms is het niet zo makkelijk om te zeggen: dit is goed of dit is niet goed.”
6 Series van bijvoorbeeld Netflix beïnvloeden onze ideeën over goed en kwaad.
Lenny: „Soms denk ik weleens: de duivel is betrokken bij de productie van films. De makers stoppen er altijd een paar kleine dingetjes in die niet Bijbels zijn. De duivel probeert de moraal van alle kanten te te beïnvloeden en wil dat we van God afdrijven. In de misdaadserie Flikken Rotterdam is een agent een christelijke dame. Ze wordt altijd in het ootje genomen. „Jij met je geloof.” Ik merkte dat die spot me niet raakte. Daar schrok ik van.”
Martijn: „Het is wetenschappelijk nog niet zo makkelijk vast te stellen in hoeverre kijkers worden beïnvloed door films. Zelf heb ik uit zelfbescherming geen Netflix-abonnement. Je moet jezelf wel afvragen: neem ik geen abonnement om mijn familie en vrienden ter wille te zijn? Of maak ik die keus omdat ik God liefheb en wil dienen?”
7 Het feit dat er in films geacteerd wordt, vind ik prima.
Lenny: „Ik dacht altijd: ”Het Kleine Huis op de Prairie” is echt zo’n serie die mijn kinderen later mogen zien. Totdat ik me ineens realiseerde: In die serie staat een vader te acteren dat hij bidt. Dat vind ik helemaal niet fijn, al is het honderd keer een christelijk programma. In de Bijbel staat dat zelfs engelen diep ontzag hebben voor God. En dan staat iemand in een film een gebed na te spelen.”
Arjan: „We hebben ons in de gereformeerde gezindte lange tijd beroepen op reformatoren als Johannes Calvijn, Maarten Luther en John Knox. Die waren echt anti-toneelspel. En reken erop dat het er vier eeuwen geleden op het toneel een stuk netter aan toeging. „Wat dragen die vrouwen netjes bedekkende kleding”, zouden we nu zeggen.”
Marijn: „Toch konden ze in die tijd ook al stiekem heel wat onzedelijks in een toneelspel verwerken.”
Arjan: „Er is kennelijk een omslag in onze kring gemaakt. We moeten onszelf eerlijk de spiegel voorhouden. God is onveranderd, dus wij zijn veranderd.”
Marijn: „In al die jaren is God inderdaad niet veranderd. Maar alles buiten Hem is veranderd. Arjan, jij kunt getuigen van het werk van God in je leven. Ik wil daar niets negatiefs over zeggen, ik vind het heel moeilijk om tegen je in te gaan…”
Arjan: „Dat mag. Daar zitten we hier voor met elkaar om tafel.”
Marijn: „Maar twijfel jij dan aan het zielenheil van bijvoorbeeld de new calvinists die vinden dat je wel naar sommige films kunt kijken?”
Arjan: „Als de new calvinists denken dat een zonde geheiligd kan worden, dan vind ik dat absoluut een dwaling.”
Marijn: „Je hoeft je voor een visie op toneel niet altijd te beperken tot reformatoren als Calvijn en Luther.”
Arjan: „Dan raad ik je de nadere reformatoren aan. Die waren nog wat strikter. In reformatorische kring zijn we tegenwoordig zó geneigd om een compromis te kiezen. We zijn zo halfslachtig. Terwijl de Heere totale gehoorzaamheid vraagt.”
Marianne: „Het lijkt me lastig om radicaal te stoppen met het kijken naar films en series. Vraag jezelf af: Waarom kijk ik eigenlijk? Is een film verantwoord? Dat geldt trouwens ook voor boeken. Christelijke romans van 300 bladzijden hebben ook niet altijd even veel diepgang.”
Marijn: „Je hebt het richtsnoer van het Woord nodig.”
Marianne: „We bezinnen ons in reformatorische kring vaak achteraf.”
Marijn: „Kerken stellen bepaalde zaken censurabel en verder praten ze daar vooral niet over door.”
Martijn: „Er is ook zoiets als christelijke vrijheid. Christelijke films zijn voor mij meestal verrijkend. Ik zie daarin geen zaken die mij tot zonde verleiden. Arjan, kijk je voor je biologieles nooit een filmpje dan?”
Arjan: „Af en toe laat ik educatieve natuurdocumentaires zien. Daarin wordt niet geacteerd. Ik heb er moeite mee als in die documentaires het evolutionistisch gedachtengoed wordt gepropageerd. Daar spreek ik met mijn leerlingen over.”
8 Het kijken van films en series heeft een schadelijk effect op ons geestelijk vermogen om de heerlijkheid van Christus te zien – een uitspraak van de Amerikaanse theoloog John Piper.
Arjan: „Paulus verlangde ernaar om met Christus te zijn. Hij wilde Zijn naam groot maken en zo veel mogelijk mensen het Evangelie verkondigen. Paulus was een pelgrim. Zijn gestalte mis ook ik zelf heel vaak. We hebben het hier best naar onze zin. We willen allemaal 80 of 90 worden.”
Martijn: „De Heere wil ook op aarde veel goeds geven. We zijn geen heiligen die de hele dag aan God denken. In het RD staan ook genoeg artikelen zonder een diepere dimensie.”
Lenny: „Je kunt de band tussen God en Zijn kind denk ik vergelijken met een huwelijk. Ik denk niet de hele dag aan mijn man. Maar als mijn kind zich heeft gesneden en flink bloedt, bel ik wel mijn man om te vragen of ik naar de dokter moet. Waarmee ik uiteraard niet beweer dat je alleen naar God moet gaan als je problemen hebt.”
Arjan: „We moeten onszelf inderdaad niet in een wettisch keurslijf wurmen en denken: ik moet de hele dag aan de Heere denken. Het Evangelie leert ons juist dat God aan zondaren denkt, en dat wij geneigd zijn aan zonde te denken.”
Martijn: „Als jongeren horen dat geloof alleen maar te maken heeft met het naleven van allerlei regels, denken ze: de fik erin.”
Arjan: „Mee eens. Dan zeggen ze: hou lekker zelf je wettische godsdienst, succes ermee. Daarom is het zo belangrijk dat ouders voorgaan in de vreze des Heeren en dat ze huisgodsdienst serieus nemen. Het is én én. De zonde moet concreet worden benoemd; de Dordtse Leerregels geven aan dat de genade door de vermaningen wordt medegedeeld. Tegelijkertijd moet het Evangelie ruim worden verkondigd aan degenen die vermoeid en belast zijn. Merken kinderen aan hun ouders waar die naar op weg zijn? Ik hoorde pas dat een heel degelijk gezin uit een behoudende kerk na de zondagse dienst Boer zoekt Vrouw ging kijken. Dat was tien jaar geleden in onze gezindte ondenkbaar.”
Marijn: „Daar schrik ik van. Zo’n programma biedt geen aanknopingspunten om over de preek door te praten. Sowieso wil ik niet naar Boer zoekt Vrouw kijken.”
Marianne: „Boer zoekt Vrouw zou ik niet op zondag kijken.”
Arjan: „Kan het maandag wel dan? Krijgen veel christenen zo niet een dubbelleven? Op zes dagen kan er heel veel?”
Martijn: „Voor sommige vormen van ontspanning kies je niet de zondag. Na mijn werk ga ik op maandag een stukje hardlopen. Dat doe ik ’s zondags niet.”
Lenny: „Ouders dienen het goede voorbeeld te geven. Als die zelf allerlei twijfelachtige films kijken, kun je niet verwachten dat hun 16-jarige kind papa en mama gaat corrigeren.”
Marijn: „Toch kan dat. Ik ken iemand die rond haar zestiende lobbyde bij haar ouders om de tv uit huis te doen.”
Lenny: „Echt? Heel knap.”
Hoe kun je als christen omgaan met de overvloed aan beelden? Volgende week in RD Magazine een dubbelinterview met ds. K. J. Kaptein en ds. M. Krooneman over dit thema.
Reageren op dit artikel? Mail naar binnen@rd.nl
Cijfers over kijkgedrag onder refo’s
Driekwart van de jongvolwassenen uit reformatorische kring bekijkt tv-programma’s, vaak via internet. Dat bleek in 2016 uit RD-onderzoek onder 1100 mensen van 26 tot en met 40 jaar. Van de jongvolwassen refo’s kijkt 38 procent films en series.
Van de reformatorische jongeren kijkt 60 procent meerdere keren per week een film of serie. De helft van de refojeugd heeft een abonnement op videostreamingsdiensten als Netflix of Videoland. Dat bleek in 2019 uit onderzoek van het Hoornbeeck College onder 2275 refojongeren van 13 tot 21 jaar.
Marianne van den Broek: Gewetensvorming is belangrijk
Wie: Marianne van den Broek (32) uit Stolwijk, werkzaam in (revalidatie)zorg, single
Kijkgedrag: „Ik kijk regelmatig films of series en probeer kritisch te beoordelen of dat bij mijn levensovertuiging past. Ik ben breed geïnteresseerd en vind dat je op de hoogte moet blijven en niet alles kan mijden.”
Lenny Muijs: Er heerst schaamte in reformatorische kring over kijkgedrag
Wie: Lenny Muijs (30) uit Ridderkerk, moeder van vier kinderen, oproepkracht in de zorg
Kijkgedrag: „Ik keek tot een paar jaar geleden allerlei tv-series. Totdat ik hier last van kreeg. Mijn geweten ging spreken. Ik ben van de een op andere dag gestopt. Toen merkte ik pas hoe verslavend het kijken naar films en series is.”
Martijn op ’t Hof: Christelijke films zijn voor mij meestal verrijkend
Wie: Martijn op ’t Hof (25) uit Leerdam, sinds een halfjaar vader van een dochter, accountant
Kijkgedrag: „Mijn vrouw en ik hebben thuis geen televisie. Wel kijk ik regelmatig een talkshow terug. In het verleden bekeek ik series op Youtube of bij de NPO. Dat wil ik niet meer. Uit zelfbescherming heb ik geen abonnement op Netflix.”
Marijn Verschuure: Dat consumerende kijken wil ik niet meer
Wie: Marijn Verschuure (28) uit Ede, vader van twee kinderen, ontwikkelaar van lesmateriaal op het gebied van de Engelse taal, blogger
Kijkgedrag: „Ik kijk ongeveer eens per maand een film. Kijkers worden door niet-kijkers soms als slechte christenen gezien. Andersom is er het verwijt van wereldvreemdheid. Zo worden weinig argumenten uitgewisseld.”
Arjan Verwoert: We zijn in refokring zo halfslachtig
Wie: Arjan Verwoert (26) uit Kesteren, docent biologie op een reformatorische school, single
Kijkgedrag: „Van huis uit was ik gewend om tv-programma’s en films te kijken. Daar kwam vijf jaar geleden verandering in. Ik kijk geen films en series meer en heb geen smartphone en geen privé-internet.”