Geloofsbevel
Johannes 3:18
„Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God.”
Zal God van ons eisen op Christus te vertrouwen als Hij dat niet waard is? Zal Hij ons bevelen te vertrouwen op iets wat ons niet redden zal? Zal God ons bevelen te doen wat wij niet kunnen doen, behalve als we niet goed bij ons verstand zijn? Als het niet veilig was op Christus te vertrouwen, konden we het ook niet doen, tenzij we in een waanvoorstelling verkeerden. Het zou een zware les zijn datgene te moeten doen, waarvoor geen reden is. Ja, God beveelt ons, op straffe van verdoemenis, te vertrouwen op Christus. „Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld” (Johannes 3:18).
Maar als er geen zekerheid is in het geloof in Hem, is er ook geen reden dat we gestraft zouden worden voor het niet geloven in Hem. Zal God mensen vervloeken omdat zij hun hoop op de hemel niet op zand gebouwd hebben? Zal Hij hen in de hel werpen, omdat zij niet vertrouwd hebben op iemand aan wie ze zich niet toevertrouwen kunnen?
Verder wordt dit bevel nog bekrachtigd met de belofte van zaligheid: „Die in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven” (Johannes 3:36). Maar God zal ons niet belonen met het eeuwige leven wegens het vertrouwen op iets wat geen reddende kracht in zich heeft.
Salomon Stoddard, predikant te Boston (”Showing the Virtue of Christ’s blood”, 1717)