Jacobidebat: Durf het aan om positief over de mens te denken
Eeuwenlang is er in de westerse geschiedenis te negatief, zelfs cynisch over de mens gesproken. We moeten het aandurven om positief over de mens te denken.
Dat betoogde historicus en journalist Rutger Bregman woensdagavond in de Jacobikerk in Utrecht. Bregman, auteur van onder andere ”De meeste mensen deugen, een nieuwe geschiedenis van de mens”, ging in gesprek met prof. dr. Beatrice de Graaf, hoogleraar geschiedenis en terrorismedeskundige, over de vraag of de mens deugt. Het gesprek was georganiseerd door het platform ViaJacobi en Broese Boekverkopers en werd met 700 bezoekers druk bezocht.
Het denken over de mens wordt volgens Bregman al eeuwenlang gedomineerd door de zogenaamde vernistheorie. „Het idee is dat beschaving bestaat uit een dun laagje vernis. Wanneer er ook maar iets gebeurt, een oorlog bijvoorbeeld, dan komt het beest in ons naar boven. Je ziet dit denken al bij de oude Grieken, maar ook bij de kerkvaders, Calvijn en zelfs in de Verlichting.”
Opvallend is dat zelfs een bekende atheïst als Richard Dawkins denkt vanuit dit mensbeeld. „In zijn bekende boek ”The Selfish Gene” (De zelfzuchtige genen; red.) betoogt Dawkins dat wij biologisch uit zijn op overleven en op eigenbelang. Altruïsme moeten we volgens hem aanleren en deze grote strijder tegen het geloof is qua mensbeeld dus gewoon een aanhanger van de Heidelberger Catechismus.”
Bregman heeft zijn boek geschreven omdat uit allerlei onderzoeken, in zowel de psychologie als de sociologie, blijkt dat mensen juist in crisissituaties elkaar blijken te helpen en prima in staat zijn tot altruïstisch gedrag.
Drie pieken
Interessante vraag is volgens de historicus wat er gebeurt als we dit mensbeeld gaan toepassen. „Veel bedrijven en instituties zijn ingericht op een cynisch mensbeeld; de mens is niet te vertrouwen en moet worden gecontroleerd. Maar dat is in het belang van de machthebbers. Als we van het goede in de mens uitgaan, zou weleens kunnen blijken dat de koning geen kleren aan heeft.”
Beatrice de Graaf zou ook graag alleen over het goede spreken, maar vindt het eveneens nodig om het kwaad ter sprake te brengen. „We kunnen niet laten om over het kwaad te spreken, al is het alleen maar omdat zoveel anderen het doen en op zeer kwalijke wijze.” In de afgelopen eeuw zijn er wereldwijd drie pieken in het spreken over het kwaad, constateerde De Graaf: tijdens de Eerste Wereldoorlog, de Tweede Wereldoorlog en na ”9/11”.
Er zijn wel belangrijke verschillen ten opzichte van vroeger, aldus De Graaf. „Vroeger konden we onszelf en onze kinderen afschermen van berichten over het kwaad. Met de sociale media kan dat nu niet meer. Daar komt bij: vroeger vielen de pieken in het spreken over het kwaad samen met de vraag naar het goede, het theodicee noemde men dat. Het hedendaagse spreken over het kwaad is meedogenloos, wraakzuchtig, en losgezongen van uitzicht op het goede. Dus ik ben blij dat Rutger de vraag naar het goede weer stelt.”
Hoe ziet dit spreken over het kwaad los van het goede er dan uit? De Graaf: „Ik zie twee bewegingen. Er zijn mensen die zeggen: Het bestaat en het zit vooral in de ander – in de Marokkanen, de veganisten, de plucheplakkers. Pak het aan en roei het uit. Een zeer eendimensionale benadering. De tweede beweging kenmerkt zich door formele, afstandelijke en professionele taal. Zorgvuldige wetenschappers die het kwaad soms te snel wegredeneren door te spreken over uitsluitingsmechanismen en misverstanden.”
Besmettelijk
Met Augustinus wil De Graaf „dubbel-denken. Wat hij deed, was ten eerste het kwaad accepteren als een realiteit die er niet hoort te zijn. Het kwaad is absurd, het is de afwezigheid van het goede. Ten tweede benadrukt hij het feit dat op het moment dat wij naar het kwaad van anderen wijzen, het ons ook al in zijn greep heeft. Het kwaad is besmettelijk, het doordringt ook ons, zonder dat we er erg in hebben. Maar gelukkig, ten derde, komt er wel een einde aan het kwaad. Er is verlossing mogelijk, want er is een prijs voor betaald.”
Het is volgens haar moeilijk om in een geseculariseerde context te spreken over verlossing. „Hoe leg je dat mensen uit? Het heeft te maken met de hoop die in ons is, met overgave, en met eigen inspanning om verlossing na te volgen.”
Een aanwezige vroeg zich af of optimisme wel op z’n plaats is: „Er vallen miljoenen slachtoffers en we verpesten het klimaat. Niet alleen de machthebbers, maar ook de consumenten zijn verantwoordelijk.”
De Graaf: „Het is schrijnend dat westerse democratieën niet in staat blijken met het kwaad af te rekenen. Dat komt ook omdat we het idee van verlossing zijn kwijtgeraakt. En dat is erg.”
Zolang de slachtoffers van vervolging en onderdrukking wereldwijd eisen dat het onrecht dat hun is aangedaan, wordt vergolden, wie zijn wij dan om te ze zeggen dat het wel goed komt? Hier zit een moeilijk punt aan niet geloven, aldus Bregman. „Als er nu geen recht komt voor de slachtoffers, dan komt het in mijn wereldbeeld nooit. Dat maakt mij nog ongeduldiger en nog bozer.’