500 meldingen bij meldpunt gedwongen adoptie
Bij het meldpunt afstand en adoptie zijn tot nu toe vijfhonderd meldingen binnengekomen. Dat heeft minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) gezegd tegen de NOS. Dekker hoopt dat nog meer mensen zich melden, om een completer beeld te krijgen. „Tegelijkertijd, vijfhonderd is natuurlijk veel. Het laat ook wel iets zien van de omvang van de problematiek destijds.”
Dekker opende begin oktober het meldpunt voor afstandsmoeders en kinderen die (gedwongen) zijn afgestaan. Zij kunnen daar in ieder geval nog tot en met juni terecht. Tussen 1956 (toen adoptie officieel werd geregeld) en 1984 (toen abortus legaal werd) zijn ongeveer 15.000 Nederlandse kinderen overgedragen aan een adoptiegezin, schatten onderzoekers eerder. Dat gebeurde vaak onder grote druk, bijvoorbeeld omdat hun moeders niet getrouwd waren.
Omdat veel nog onduidelijk bleef, gaf Dekker opdracht voor nader onderzoek. De meldingen worden meegenomen in dit onderzoek. Daarbij is het volgens de minister belangrijk voor „al die afstandsmoeders en kinderen om erkenning te krijgen voor de problematiek van destijds en het leed dat ze sindsdien met zich meedragen”.