Ontsnappen aan de drukte van Dublin
Onder het eindeloze geraas van dubbeldekkerbussen leeft Dublin. Door de straten van de Ierse hoofdstad trekt een nooit stokkende stroom voetgangers langs schreeuwerige winkelpuien. Voor wie even een dagje rust wil tijdens een citytrip, is de stilte niet ver weg.
Howth Head is de ideale plek om uit te waaien. Op het schiereiland even buiten de hoofdstad nemen wind en water het stadsrumoer over. Soms brutaal onderbroken door een krijsende zeemeeuw. Hier voeren heldergroene heuvels en ruige rotspartijen de boventoon.
Om in die andere wereld te belanden, hoef je alleen maar de trein richting het noordoosten te nemen. Vanaf een station in het centrum van Dublin –bijvoorbeeld Tara Street of Connolly Rail Station– ben je er binnen een halfuur. Voor 6,25 euro trek je een retourtje uit de automaat. Eindbestemming is de laatste halte: Howth Railway Station.
Daar, 14 kilometer verderop, lijkt de stadse drukte weggeëbd in het rimpelende water van de Ierse zee. Hier dobberen vissersbootjes vredig langs de steiger. Legt het water een mosgroen korstje over de stenen. Laten keien aan de kust zich overspoelen met zeewier. Slaan golven zich stuk tegen de rotsen en spatten ze in duizend witte schuimkopjes uiteen.
Plattegrond
Hoewel het vissersdorpje weinig bekendheid geniet, is Howth wel degelijk berekend op stiltezoekers uit de stad. Op de parkeerplaats naast het station vertelt een routekaart over vier verschillende wandelingen. En wie graag een kaart mee wil nemen, kan terecht bij het houten huisje, even verderop. Met een plattegrond én de bewegwijzering die overal staat aangegeven, kun je bijna niet te verdwalen.
Wie kiest voor de groene (6 km), blauwe (7 km) of rode route (8 km), volgt langs de kust hetzelfde pad. Alleen de terugtocht naar het station verschilt. Groen gaat dwars door het dorpje. Blauw leidt je langs een voormalige tramlijn. En met rood kom je op het hoogste punt van het schiereiland: Ben of Howth, op 561 voet – zo’n 170 meter.
De paarse route (12 km) is voorbehouden aan ervaren wandelaars die het hele eiland willen zien. Dan heb je ook wat: de borden beloven een spectaculair uitzicht op Dublin en de Ierse kustlijn. Op heldere dagen komen zelfs de Wicklow Mountains in zicht. Die laatste zijn overigens ook de moeite waard voor een dagtrip. Het nationale park herbergt de schoonheid van heuvels, bergmeren, gletsjers, uitgesleten dalen, kloosterruïnes, watervallen, bossen en heide.
Anker
De vier wandelingen bij Howth Head voeren eerst langs de jachthaven, waar een opvallend kunstwerk bezoekers bezinning biedt. Een anker leunt tegen een kruis dat, zo vertelt het bord erop, de liefde van God laat zien. Het anker symboliseert „onze afhankelijkheid van Hem, de rots.” Wens van de maker: „May we be gathered in the nets of God” („Mogen we gevangen worden in Gods netten”).
Geluksvogels kunnen bij de baai zeehonden zien zwemmen. De weg naar boven voert over een verhard pad. Vanaf de Cliff Stop zijn wandelschoenen geboden. Onder je voeten slingert een hobbelige weg over rotspartijen langs de Ierse kust.
Het uitzicht wordt nooit saai. De massieve rotswanden torenen vol trots boven de blauwe zee uit. In de late lente zijn de hellingen begroeid met brem. Eenmaal boven op de kliffen hoef je niets anders meer te doen dan turen in de diepte en je verwonderen over het water dat tegen de kliffen klotst. Ver weg van de stad lijkt de tijd niet meer te bestaan.
Regenbui
Uitwaaien tijdens deze klifwandeling is gegarandeerd. Zonneschijn niet, want Howth ligt wel in een land waar bovengemiddeld vaak regenbuien losbarsten. Op zulke dagen is de wandeling niet aan te raden. De meeste kans op een blauwe lucht maak je in mei en juni. Overigens ligt Howth Head wel in het droogste gebied van Ierland. Aan de oostkust valt zo’n 750 millimeter neerslag per jaar – en dat is minder dan het gemiddelde in Nederland.
Terug naar het slingerende pad op de kliffen. Vlak voor de vuurtoren van Baily wijst een bordje de wandelaars van de drie kortere routes (groen, blauw en rood) de weg omhoog. De eerste 3 kilometer zit er dan op en de rest van hun tocht loopt niet langs de kust. De vuurtoren op de punt van de pier blijft alleen voor lopers van de paarse route geen vergezicht. Enerzijds jammer om met dit plaatje voor ogen af te slaan, het dorp in. Anderzijds: doorlopen vergt best wat conditie en van afstand vallen er ook mooie plaatjes te schieten.
Wie terug bij het station nog niet is uitgekeken op Howth, kan terecht in een restaurantje voor ”fish and chips” en Ierse koffie. Of een kijkje nemen bij de drie kerken die het dorp rijk is: de anglicaanse St Mary’s Church, de rooms-katholieke Howth Parish Catholic Church en de gereformeerde Howth Presbyterian Church. Howth kent ook een kasteel, niet ver buiten het dorp. Dat wordt nog bewoond en is dus niet te bezichtigen.
Nog niet uitgekeken op het water en de rotsen? Neem dan de veerboot naar Ireland’s Eye. Die meert binnen een kwartier aan bij het onbewoonde eilandje dat je tijdens de wandeling al zag liggen. Een mooie plek om vogels te spotten en te ervaren dat je letterlijk de bewoonde wereld uit bent.