Prof. De Reuver: Bevinding is omgangskennis met het hart
Geloofservaring of bevinding is geen louter verstandelijk weten, maar een omgangskennis van het hart, aldus prof. dr. A. de Reuver. „Het is de genadige ontmoeting tussen God en mens.”
Prof. De Reuver, emeritus hoogleraar gereformeerde godgeleerdheid, sprak zaterdag voor de studievereniging Koinonia in Lienden over ”Bevinding in kerkhistorisch perspectief”.
God laat zich niet vinden en bevinden buiten Christus om, vervolgde hij. „Het hart van de bevinding klopt daar waar wij Christus vinden in het Evangeliewoord. Christus en het heil dat Hij verworven heeft, vormen de inhoud van de geloofsbevinding. Deze ervaring wordt gevoed en gevuld door Gods openbaring. In deze door het Woord gevoede omgang met God in Christus is de binnenste kern van de christelijke vroomheid gelegen.”
Bruidsmystiek
Prof. De Reuver stond er bij stil hoe die geloofservaring door de eeuwen heen door talloze vromen is vertolkt. Hij noemde Bernardus van Clairvaux (1090-1153), de coryfee van de middeleeuwse mystiek; Maarten Luther (1483-1546), de eerste reformator; Johannes Calvijn (1509-1564), de spil van het gereformeerde protestantisme; en Willem Teellinck (1579-1629), de vader van de Nadere Reformatie.
Het centrum van Bernardus’ bevinding wordt gevormd door de bruidsmystiek, zei hij, het doorvoelde liefdesverkeer tussen Bruidegom en bruid. „Zijn mystieke vroomheid wordt gevoed en bezield door de gewonde Zaligmaker.” Het summum van de omgang met Jezus is volgens Bernardus weggelegd voor het hiernamaals, maar wordt bij wijze van voorsmaak bij tijden al in dit leven genoten. „Een zeldzaam uur van korte duur.”
Luthers geloofservaring steunt op de beloften van het Evangelie, stelde de emeritus hoogleraar. „Deze beloften bevatten Christus met al Zijn schatten. Die geloofsverbinding met de beloften is geen objectief voor waar houden, maar een hoogst persoonlijk, bevindelijk gebeuren, waarin de omgang met God wordt beoefend. Ze behelst de gemeenschapservaring met Christus, Die Zich als Bruidegom met Zijn bruid verbindt. Hier openbaart zich de „vrolijke ruil”: Christus mijn zonde, ik Zijn gerechtigheid.”
Verborgen omgang
Centraal in Calvijns vroomheid staat de verborgen vereniging met Christus. Prof. De Reuver: „Door het geloof ontvangen wij Hem, om alles in Hem te bezitten.” Calvijns vroomheid kent volgens hem een diep besef van eigen onwaardigheid, maar ook en vooral een diep doorleefd vertrouwen in Christus, Die in het Evangelie gekleed tot ons komt.
De context van zijn tijd bracht met zich mee dat Teellinck de nadruk legde op innerlijke doorleving van het heil en de uitleving daarvan in de praktijk van het bestaan, zei prof. De Reuver. De hartstocht waarmee Teellinck zijn diep gewortelde liefde tot Jezus verwoordt, is volgens hem doorgaans vrijmoediger en extatischer dan de vertolking door de reformatoren.
„Ondanks accentverschillen ademen alle vier een vroomheid die haar bron en bodem vindt in die ene naam: Jezus”, zo concludeerde de emeritus hoogleraar.