SoW-kerken moeten 110 arbeidsplaatsen schrappen
Bij de arbeidsorganisatie van de Samen op Weg-kerken zullen 110 arbeidsplaatsen moeten verdwijnen. Dat is het advies van een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van oud-minister drs. C. P. van Dijk. Dat lost echter niet alle financiële problemen op. Tegelijk moeten de inkomsten omhoog. Verder raadt de commissie aan een nieuw, vijfkoppig bestuur te benoemen.
De commissie van deskundigen, die in december op voorstel van de triosynode is ingesteld, presenteerde vrijdagmiddag in het Landelijk Dienstencentrum (LDC) in Utrecht haar rapport ”Op weg naar evenwicht”. Het personeel werd vrijdagmorgen geïnformeerd.
Bij ongewijzigd beleid zou het tekort van de SoW-kerken in 2007 7,5 miljoen euro per jaar bedragen. Inmiddels is dit bedrag naar boven bijgesteld tot 9,1 miljoen euro. Opgeteld zou het totale tekort over vijf jaar 37 miljoen euro zijn.
Om uit dit probleem te komen adviseert de commissie in de periode 2002-2005 de personele en materiële kosten drastisch te verlagen, de inkomsten structureel te verhogen en eenmalig sommige posten (zoals tekorten uit het verleden en de kosten van het sociaal plan) ten laste van de reserve te brengen.
Snijden in de uitgaven is, aldus Van Dijk, „nodig, mogelijk en gewenst.” Het is in zijn ogen echter onvoldoende. „Je kunt bezuinigen totdat je blauw ziet. Als er niet iets gebeurt aan de inkomstenkant, zul je steeds moeten bezuinigen.” Hij legde de vinger bij het feit dat de quotuminkomsten vanuit de gemeenten een dalende lijn vertonen.
Na 2005, als de huidige quotumafspraken aflopen, moet het quotum een vast percentage van de inkomsten van de gemeenten worden. Het is, aldus Van Dijk, niet de bedoeling de kosten af te schuiven op het plaatselijk niveau. De commissie noemt verder de mogelijkheid van directe geldwerving en het laten betalen voor dure of bijzondere vormen van dienstverlening.
De commissie trekt in haar plannen drie jaar uit voor het terugbrengen van het aantal arbeidsplaatsen. Ze schat in dat er zodoende weinig gedwongen ontslagen hoeven te vallen. Bovendien vermindert dit ook de kosten van het sociaal plan. Overplaatsing en herscholing kunnen wel aan de orde komen, verwacht Van Dijk.
Als richting voor de bezuinigingen geeft Van Dijk aan dat de kerk nu voorrang moet geven aan efficiencymaatregelen. Dat wil zeggen: hetzelfde doen met minder mensen. Met name op het managementniveau moet worden bezuinigd. „Dertien, veertien directeuren is gewoon te veel voor een organisatie van 500, 600 mensen.” Hij pleit voor een plattere organisatie met kortere lijnen.
Daarnaast raadt de commissie aan meer gebruik te maken van vrijwilligers en dit zo breed mogelijk te trekken. Ook stelt ze voor niet alleen arbeidsplaatsen te schrappen, maar tegelijkertijd te werken aan „een betere, meer productieve en flexibele organisatie.”
De deskundigen raden, tegen de verwachting in, niet aan om het aantal regionale dienstencentra -dat moeten er negen worden- te verminderen. Van Dijk gaf toe dat de rdc’s een kostbare factor vormen. „Maar er zit iets in het argument dat je voor bepaalde taken dichter bij het grondvlak moet zitten. Je kunt wel het hele taakveld dienstverlening in één efficiënte organisatie onderbrengen.”
Het rapport stelt verder dat het bestuur verantwoordelijk is voor de organisatie en dus voor de ontstane situatie. De jaren 1999 tot 2001 noemt de commissie „een periode van ernstig tekortschieten in bestuurlijk opzicht.” Maar wie of wat dat bestuur dan is, is moeilijk aan te geven, aldus Van Dijk. „De regels zijn zo ingewikkeld en tegenstrijdig. Er zitten te veel handen aan het stuurwiel van de boot. Dat maakt het bijzonder moeilijk een verantwoordelijke aan te wijzen en ook om in de toekomstig krachtig op te treden.”
Daarom adviseert de commissie een nieuw bestuur aan te stellen, ongeveer ter hoogte van het moderamen, maar wel geheel onafhankelijk. Dit nieuwe bestuur moet een brede en integrale verantwoordelijkheid krijgen voor de gehele arbeidsorganisatie, zowel landelijk als regionaal. Dit bestuur moet verantwoording gaan afleggen aan de synode. De commissie raadt aan twee moderamenleden van het nieuwe bestuur deel te laten uitmaken, om kerkelijke binding te garanderen. Het moderamen, de generale raden en de regionale besturen moeten volgens dit plan bevoegdheden inleveren.
Een deel van de problemen schrijft Van Dijk toe aan de relatie tussen de landelijke organisatie en de plaatselijke gemeenten. Die moet verbeteren, vindt hij. „Zorg ervoor dat de dienstverlening voor de plaatselijke gemeenten beter is afgestemd op de behoeften van de plaatselijke gemeenten”, luidde zijn advies.
De kerk moet verder helder krijgen wat haar kerntaken zijn. Dit moet de richting wijzen als de noodzaak zich voordoet dat nog meer bezuinigingen noodzakelijk zijn. „Nu ligt de nadruk op efficiency en niet op het afstoten van taken. Maar dat kan in de toekomst anders zijn.”
Ook raadde Van Dijk aan een huisvestingsplan op te zetten. Het pand in Utrecht noemde hij „een uitstekend visitekaartje”, maar nu de kerk formatieplaatsen gaat opheffen, kan een deel van het gebouw beschikbaar komen voor verhuur, stelde hij.
De triosynode moet zich op 18 april tijdens een ingelaste vergadering over het rapport uitspreken. Dan ligt er ook een besluitvoorstel van het moderamen op tafel. Op dit moment is nog niet bekend of het triomoderamen zich aansluit bij de inhoud van het rapport. Het vergadert dinsdag en wilde vrijdag nog geen reactie geven.