Theologenblog: Een levensboek voltooid
Op tweede kerstdag viel voor mijn moeder het boek van haar leven dicht. Ik ben nu haar ‘levensboek’ aan het doornemen.
Terwijl Pia Dijkstra van D66 onverstoorbaar doorwerkt aan haar wetsvoorstel over voltooid leven, is mijn moeder overleden. Op tweede kerstdag, in haar slaap, viel het boek van haar leven dicht.
Ze is bijna 94 jaar oud geworden. Anderhalf jaar eerder had ze eigenhandig een niet-reanimeren-verklaring ondertekend. Hoewel ze niet levensmoe was, beschouwde ze haar leven de laatste jaren als ongeveer voltooid.
Ze had het goed naar haar zin in het verzorgingstehuis. Maar als de Heer mij komt halen, zei ze steevast, is dat ook goed. Van Pia’s plannetjes werd ze alleen maar onrustig.
Momenteel ben ik haar levensboek grondig aan het doornemen - vijf grote multomappen vol handgeschreven herinneringen, familiefoto’s en krantenknipsels. Daarmee was ze begonnen toen ze 75 was en mijn vader nog leefde.
Het vertellen van hun levensverhaal helpt ouderen hun verleden te overzien, zo blijkt uit onderzoek; het geeft meer samenhang aan en waardering voor het geleefde leven.
Ook de nabestaanden zijn gebaat bij een levensboek van (een van) hun ouders, kan ik nu uit ervaring eraan toevoegen. Het doornemen daarvan helpt om je eigen jeugdperiode te overzien, al doet het afscheid pijn aan je wortels.
Op oudejaarsmorgen hebben we mijn moeder begraven. Toen tijdens de voorafgaande samenkomst het slot van haar voltooide levensboek door mijn zus werd voorgelezen, maakte dat diepe indruk. Want het is zowel een dankbare terugblik als een hoopvolle vooruitblik. Op het laatst verwijst ze naar de Openbaring van Johannes, een Bijbels geschrift dat haar bijzonder boeide. En is daarin niet herhaaldelijk sprake van het hemelse Levensboek?
Maar laat ik mijn moeder nu verder zelf het woord geven:
„Het boek is sneller vol dan ik dacht. Ik heb teruggekeken op mijn leven. De blauwdruk van mijn jeugd laat me nooit meer los.
Heel precies kan ik door de straten van vroeger lopen. Die straten zijn al lang verdwenen. Je zou er zo nog wel eens willen zijn; de winkeltjes, de mensen, de kleuren, de geuren, het zijn impressies die een deel van mij geworden zijn.
Soms kan ik zo verlangen naar wat er niet meer is. Toen Moe gestorven was, moest haar kamer worden leeggemaakt – ik had het gevoel of ik met een hamer mijn jeugd kapotsloeg. De leegheid van de kamer kwam op me af en ik kon alleen maar zeggen: „Bedankt Moe en Pa, voor alles wat u beiden aan me gaf en wat u voor me was.”
Het leven gaat verder, ik ben er klaar voor en ik neem de warmte die ik kreeg met me mee. Het is een erfenis waar ik wat mee kan.
Ook ik heb net als ieder ander verdrietige ervaringen gehad in mijn leven; er is gemis van mensen waar je van hield. Je raakt bij het ouder worden doordrongen van de broosheid van het bestaan.
Maar ik dank de God van alle tijden en eeuwen voor alle mooie dingen uit het verleden.
Ik dank Hem voor de dag van vandaag, voor de taken en de kansen die ik van Hem gekregen heb, voor ontmoetingen en gesprekken.
Ik dank God voor de beloofde toekomst, dat het leven niet ophoudt bij de dood, maar dat zijn liefde sterker is dan de dood en dat Hij eenmaal alle dingen nieuw zal maken.”
De auteur is hoogleraar Nieuwe Testament. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.