Maakte baggeraar Van Oord vuile handen?
De wereld heeft er sinds deze week een ‘lekdossier’ bij: de Luanda Leaks. Met dit keer corruptie en schending van de mensenrechten in Angola als onderwerpen. In de onthullingen duikt onder andere Van Oord op. Een opvallende gebeurtenis voor het ooit zo onkreukbare, grote baggerbedrijf uit Rotterdam.
De verdenkingen zijn niet mis. In 2016 sluit Van Oord een contract voor een landwinningsproject in Angola. De regering wil namelijk de groeiende hoofdstad Luanda flink uitbreiden met nieuwe wegen en bebouwing. Het bedrijf Urbinveste, in handen van de toenmalige presidentsdochter Isabel dos Santor, mag de kar gaan trekken en samenwerkingspartners zoeken.
Onder andere de kuststrook van de stad, 400 hectare, moet worden vernieuwd. Voor dat project, Marginal da Corimba genoemd, tekent Van Oord. Waarde: ruim 400 miljoen euro. Door een wisseling van de regering komt het project in 2019 stil te liggen. Angola start een onderzoek naar mogelijke grootschalige corruptie. Justitie klaagt ook de schatrijke Isabel Dos Santos aan wegens witwassen, bleek donderdag.
Het Nederlandse familiebedrijf Van Oord heeft bij het maken van afspraken en het verdelen van inkomsten „rode vlaggen” genegeerd die duidden op corruptie door Urbinveste, stelden experts maandag in Het Financieele Dagblad (FD) en Trouw. Weliswaar heeft Van Oord vooraf onderzoek gedaan naar Urbinveste, maar niet naar de handel en wandel van Isabel Dos Santos. Grote betalingen aan Urbinveste zouden niet of nauwelijks zijn gespecificeerd. Dat zou betekenen dat Van Oord meehielp om corruptie in stand te houden.
Verder had Van Oord kunnen weten dat bij de voorbereidingen van het project mensenrechten zijn geschonden, schrijven de kranten. In 2013 zouden namelijk drieduizend gezinnen hardhandig uit hun huizen zijn gejaagd om plaats te maken voor het project. Zonder enige vergoeding.
Hardhandig
De journalisten kregen evenals diverse buitenlandse media inzage in duizenden documenten uit het bedrijf van Dos Santos. Ze spraken met overheidsfunctionarissen, medewerkers van samenwerkingspartners én de hardhandig verdreven, voormalige kustbewoners zelf. Soortgelijke onderzoeken, zoals de Panama Papers in 2015, hebben eerder wereldwijd voor veel ophef gezorgd.
Het nieuws is opmerkelijk voor de 151 jaar oude, degelijke maritiem dienstverlener. Door overnames en fusies groeide Van Oord uit tot een wereldspeler. Het uit de kluiten gewassen bedrijf krijgt miljoenenopdrachten: variërend van het uitdreggen van vaargeulen, bouwen van windmolenparken op zee, tot het aanleggen van de beroemde palmeilanden op Dubai.
De affaire is eveneens een smet op het blazoen van het bedrijf omdat het nog maar kort geleden –in 2018– het predicaat ”Koninklijk” heeft gekregen. Slechts betekenisvolle bedrijven die onberispelijk zakendoen en met een goede naam bekendstaan, kunnen die eretitel krijgen.
Al vrij snel kwam Van Oord met een verklaring. Het baggerbedrijf stelt „steeds conform de geldende standaarden en afspraken met de overheid van Nederland en Angola te hebben geacteerd, op basis van beschikbare informatie.” Iedere partij was voor zijn eigen opdracht en kosten verantwoordelijk, zo was afgesproken in het contract. Van Oord heeft Urbinveste nagetrokken, maar daar kwamen geen belemmeringen uit, aldus Van Oord. De „gedwongen verplaatsingen” van de Angolezen keurt het bedrijf af. Van Oord zal alsnog zijn invloed aanwenden om de mensen die moesten verhuizen, te compenseren. Ondanks dat Van Oord bij de verhuizingen niet betrokken was en specialisten vooronderzoek heeft laten doen. De betalingen zijn uitgevoerd volgens de afspraken tussen Urbinveste en de Angolese overheid.
Van Oord is niet de enige Nederlandse organisatie die voorkomt in het zwartboek: ook SBM Offshore, Atradius, ING en de Nederlandse staat worden genoemd.
Oppassen
Zakendoen met eenconsortium met een politiek prominent persoon in een land dat een slechte naam heeft op het gebied van corruptie, moet een bedrijf „zeer alert maken”, zegt Jeroen Brabers, bestuurslid bij Transparency International Nederland. In het contract hadden extra anticorruptiebepalingen moeten staan, zegt hij in het FD.
Maar het is oppassen om met de vinger te wijzen naar personen of bedrijven, zegt kenner Lucia Kula in het Nederlands Dagblad. Hoewel ook zij het optreden van Van Oord laakt, plaatst ze de kanttekening dat Angola een complex systeem van corruptie heeft en veel westerse bedrijven en overheden dat toelaten.
Inmiddels heeft minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) de baggermaatschappij uitgenodigd voor een gesprek. Want smeergeld aannemen of geven voor een klus (of dat mogelijk maken), mag niet in Nederland én niet daarbuiten.
In ieder geval hoeft Van Oord niet al te benauwd te zijn om het kroontje in zijn logo te verliezen. Tot nu toe hoefden andere Koninklijke ondernemingen hun bekroning niet in te leveren na vergelijkbare affaires, zoals VolkerWessels die betrokken was bij bouwfraude in 2002.