Baas ABN AMRO hoopt dat staat handen aftrekt van bank
De Nederlandse staat zou zijn belang in ABN AMRO moeten terugschroeven. Scheidend topman Kees van Dijkhuizen van de bank hoopt dat dat dit jaar zal gebeuren, zei hij tijdens het World Economic Forum in het Zwitserse Davos.
De overheid heeft nog altijd een belang van ruim 56 procent in ABN AMRO als gevolg van de nationalisatie van de Nederlandse delen van Fortis en ABN AMRO in 2008. Van Dijkhuizen, die vorig jaar in Davos ook al naar de kwestie werd gevraagd, benadrukte dat het niet aan de bank is om over de afbouw van het staatsbelang te beslissen. Dat besluit ligt bij de NLFI, de stichting die de deelnemingen van de Staat in financiële instellingen beheert.
Recentelijk wilde minister van Financiën Wopke Hoekstra niet ingaan op de vraag hoelang de overheid nog grootaandeelhouder blijft van de bank. Dat was kort nadat ABN AMRO bekendmaakte dat Robert Swaak de beoogd opvolger van Van Dijkhuizen is. Hoekstra herhaalde dat het kabinet, zoals ook afgesproken in het regeerakkoord, het resterende belang „zo snel als verantwoord mogelijk is” van de hand wil doen.
Van Dijkhuizen stipte in Davos ook de kwestie rond het witwassen en andere zwartgeldproblemen aan, waar meerdere banken in Europa mee te maken hebben. Hij verwacht dat de sector de kwestie binnen drie jaar volledig heeft opgelost, mede door de inzet van nieuwe technologieën en betere samenwerking tussen financiële instellingen en toezichthouders.
Van Dijkhuizen wordt eind april opgevolgd door Swaak. Volgens marktkenners is de keuze van ABN AMRO voor de relatief onbekende nieuwe topman een goede. De nieuwe topman zal zich ook niet hoeven te vervelen gelet op het lopende onderzoek naar witwaspraktijken binnen de bank.
Eerder kwam naar buiten dat de klantcontroles van Rabobank vaak niet goed genoeg zijn. Eerder kreeg ING vanwege de kwestie al een boete van 775 miljoen euro.