‘Bijzonder wreed drama’ Apeldoorn, maar niet zo bekend
Alle bijna 1300 patiënten en personeelsleden van de Joodse psychiatrische inrichting Het Apeldoornsche Bosch werden in de nacht van 21 op 22 januari 1943 door de Duitse bezetters op de trein gezet. Rechtstreeks naar vernietigingskamp Auschwitz, waar ze direct in de gaskamers verdwenen. Onder de weggevoerde patiënten waren honderden kinderen. Niemand overleefde het drama.
„Zelfs in de oorlogsjaren een bijzonder wrede gebeurtenis”, aldus Johan Kruithof, voorzitter van de Stichting Apeldoornsche Bosch. „Toch is dit ‘verdriet van Apeldoorn’ niet heel erg bekend. Terecht daarom dat er nu een herinneringscentrum is ingericht.” Gerdi Verbeet, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, komt het centrum zondag openen. De belangstelling is nu al enorm.
Het Apeldoornsche Bosch ging in 1909 open. Het was een zeer vooruitstrevende instelling met een aparte kinder- en jeugdafdeling onder leiding van pedagoog Philip Fuldauer. Het herinneringscentrum is ingericht in zijn voormalige woning op het uitgestrekte terrein, dat nu wordt gebruikt door ’s Heeren Loo, een instelling voor verstandelijk gehandicapten.
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, sloot de Duitse bezetter alle andere Joodse inrichtingen. Patiënten en personeel werden opgevangen in Apeldoorn. Zo belandde daar ook scenarioschrijver Eli Asser (1922 - 2019), die toen verpleger was, met zijn vrouw Eva Croiset. Op 20 januari 1943 lekte uit dat de Duitsers onder leiding van SS’er Ferdinand Aus der Fünten en Albert Gemmeker, kampcommandant van Westerbork, de instelling zouden gaan ontruimen. Onder anderen Eli Asser, Eva Croiset en Philip Fuldauer konden op tijd vluchten, maar hielden hun leven lang last van schuldgevoelens omdat zij de patiënten achterlieten.
„Ook terreinknecht Sal van Son wist te ontkomen”, vertelt Eva Schaap van het Apeldoornse museum CODA dat het herinneringscentrum heeft ingericht. „Van Son is de laatste nog levende persoon die het drama meemaakte. Hij is nu ver in de negentig.” Aan de hand van zijn verhaal en dat van zes anderen beleeft de bezoeker van het nieuwe centrum „de ramp die zich voltrok.”
De bovenverdieping van het herinneringscentrum is ingericht voor kinderen en jongeren. Thema’s als vrijheid en vriendschap komen aan de orde. Kruithof: „We willen nieuwe generaties meegeven dat minderheden extra aandacht en bescherming nodig hebben. Die boodschap is in deze tijd weer nodig.”