Libië ontvangt westerse toeristen met open armen
Hussan Hudana heeft een klein hotel en een grote droom. Veertien morsige kamers verhuurt de Libiër. Ze behoren tot het comfortabelste wat de oude stad van Ghadames te bieden heeft. Maar in de lobby wordt duidelijk dat Hudana’s ambities verder reiken.
Achter glas staat een plastic maquette van het hotel dat Hudana wil bouwen. Het is een indrukwekkend geheel van luxueuze suites, restaurants, een winkelcentrum, een zwembad, tennisbanen en een sauna. Het complex is gemodelleerd naar de oude stad, die de grote toeristentrekker van Ghadames moet worden. Hudana is in bespreking met Duitse en Italiaanse investeerders. Geld heeft hij nodig, en advies over marketing.
De toeristen zijn het probleem niet. Sinds de Libische leider Muammar Gaddafi het terrorisme heeft afgezworen en toenadering zoekt tot het Westen, kiezen veel Europese toeristen voor een relatief betaalbare rondreis in Libië. Sinds de Verenigde Staten in februari de sancties tegen Libië ophieven kunnen ook Amerikanen een reis naar het land boeken.
Het land is volkomen veilig en heeft toeristen veel te bieden: de woestijn met zijn oases en nomaden, ruïnes uit de Romeinse tijd die de concurrentie met die in Italië gemakkelijk aankunnen, de restanten van Griekse handelsposten en Fenicische nederzettingen. De stranden langs de Middellandse Zee zijn ongerept en in de steden verschijnen steeds meer hotels van westerse kwaliteit.
„Je kunt de geschiedenis van de hele beschaving op één plaats zien”, vat reisorganisator Hussein Rahid de aantrekkingskracht van Libië samen. Vorig jaar bezochten 350.000 toeristen Libië, het hoogste aantal ooit. Het ministerie van Toerisme hoopt dat het er in 2010 een miljoen zijn. Het ministerie is in onderhandeling met buitenlandse investeerders om hotels en vakantieoorden te bouwen met in totaal 100.000 bedden.
Als al deze toeristen inderdaad komen, zal Libië hen niet teleurstellen. Zwervend door de vrijwel uitgestorven ruïnes van Leptis Magna aan de kust, is het eenvoudig voor te stellen hoe de Romeinen en de Feniciërs hier de eerste acht eeuwen van de jaartelling leefden. Een boog van met marmer bekleed kalksteen herinnert aan een bezoek van de Romeinse keizer Septimus Severus, die hier in 145 na Christus is geboren. Een amfitheater met fantastische akoestiek biedt plaats aan meer dan 5000 mensen. De hoger gelegen plaatsen bieden uitzicht op de zee en de duinen.
Verder landinwaarts, in de buurt van de grens met Tunesië, is vanuit de bergen de woestijn te zien. Hier ligt het stadje Nalut, met een in de bergen uitgehouwen fort van 800 jaar oud. In de meer dan 400 kamers sloeg de bevolking haar voedselvoorraden op. In veel kamers zijn nog de aardewerken potten te zien die in de vloer zijn ingebouwd.
Na Nalut gaat het de woestijn in. Terwijl kuddes kamelen voorbij de verlaten snelweg galopperen verdwijnt geleidelijk de begroeiing, tot er alleen nog de golvende Sahara te zien is. In Al-Ramla spant een groep toeristen zich in om de duinen te beklimmen. Hun moeite wordt beloond met uitzicht op prachtige landschappen.
Vlakbij ligt de oase Ghadames. De oude stad is gemaakt van leem. De bevolking is verhuisd naar moderne gebouwen, maar de oude huizen worden zorgvuldig onderhouden. Een vernuftig ondergronds systeem van kanalen zorgt ervoor dat er water naar boven komt op de pleinen, die een welkome afwisseling zijn met de nauwe stegen waar de rest van de stad uit bestaat. Een ander netwerk, van balkons die met elkaar zijn verbonden, zorgde ervoor dat vrouwen zich via de daken konden verplaatsen, en uit het zicht bleven van de mannen op straat.
Ghadames is een uithoek. Er komen minder dan 1000 toeristen per jaar. „We zijn directe vluchten van Parijs naar Ghadames aan het plannen”, zegt Najmadeen Salam Hoda van het bureau voor toerisme. „Maar dat zit er voorlopig niet in”, laat hij er op verdrietige toon op volgen.
Ghadames mag dan nog weinig buitenlands bezoek krijgen, afgesloten van de buitenwereld is de stad allerminst. Na de traditionele maaltijd van fitaat -een soort pannenkoeken met lamsvlees- begeeft Hoda zich naar buiten. Zijn zoons gaan in zijn Mitsubishi Lancer zitten en zetten de cassetterecorder aan. Zeer eigentijdse klanken vullen het oeroude plein. „Rap”, licht een van de jongens in het Engels toe.