Cultuur & boeken

De bescheiden voetafdruk van de wandelaar

Waarom zou een mens gaan wandelen? De filosoof Ton Lemaire heeft een vermoeden. Zijn breed uitwaaierende boek over het wandelen loopt uit op een cultuurkritische stellingname.

Gert van de Wege
8 January 2020 11:50Gewijzigd op 16 November 2020 17:54

Een tijdje geleden circuleerde er op sociale media een tekening van een stedelijke verkeerssituatie: een weg, een kruispunt, een trottoir. Doordat de wegen als diepe ravijnen waren weergegeven, met de zebrapaden als smalle loopplanken, maakte de tekening duidelijk hoezeer het autoverkeer in de steden domineert, en hoe weinig ruimte (en veiligheid) er overschiet voor de voetgangers. Voeg daarbij nog de stank, het lawaai en de vervuiling die de auto met zich meebrengt en je zou zeggen: hoog tijd voor eerherstel van de voetganger.

In zijn boek ”Met lichte tred” doet Ton Lemaire een poging. Hij schetst een geschiedenis van het wandelen, waarbij hij put uit het werk van allerlei filosofen, reizigers, schrijvers en schilders. Duidelijk wordt dat wandelen in oorsprong een burgerlijk fenomeen is. Lemaire vertelt uitvoerig over het woud van Fointainebleau nabij Parijs en hoe dat in de negentiende eeuw als wandelgebied werd ontsloten door toedoen van diverse schilders en de ondernemende Claude François Denecourt. Ook de bekende voettocht van Jacob van Lennep uit 1823 komt in dit verband ter sprake.

Voor Lemaire is het duidelijk dat de voorliefde voor het wandelen een reactie is op de „vooruitgang”, die in de vorm van verstedelijking, industrialisatie en groei van de mobiliteit om zich heen heeft gegrepen. Mensen willen de drukte, de haast, de onrust en het lawaai ontvluchten om tot zichzelf te komen, om zich in alle rust open te stellen voor hun omgeving. Het wandelen is een romantisch fenomeen, een tegencultuur binnen de erfenis van de verlichting. Hoe verder de moderne maatschappij zich ontwikkelt, hoe sterker het onbehagen wordt dat ze oproept – een onbehagen dat zich onder meer vertaalt in een groeiende wandelbehoefte.

Berustend

Lemaire wil de tegencultuur van de wandelaar graag stimuleren. In een bewust idealiserende passage schrijft hij over de wereld van de wandelaar: „Daarin is snelheid irrelevant en haast niet op zijn plaats: traagheid, aandacht voor het moment en het nabije staan hoog aangeschreven. Er heerst niet meer het chronische gedruis en lawaai, maar de organische geluiden van vogels, wind en bladeren – en anders de stilte. Het is een wereld die een kleine en bescheiden voetafdruk op aarde wil achterlaten.”

Hoewel Lemaire zich als vanouds kritisch opstelt tegenover de moderne industriële samenleving (zie eerder werk zoals ”Met open zinnen” (2002) en ”De val van Prometheus” (2010)) klinkt hij in dit boek enigszins berustend. We zullen moeten leven met de dubbele erfenis van verlichting en romantiek; meer dan een tegencultuur zal de wereld van de romanticus, de wandelaar, niet worden.

De stijl van Lemaire is bezadigd, weinig puntig, aan de voorzichtige kant. Zo schrijft hij dat zijn voorliefde voor het wandelen samenhangt met „een zekere” kritiek op onze tijd en samenleving. Regelmatig worden niet al te speculatieve gedachten ingeleid door „ik vermoed dat…” of zelfs „ik waag te veronderstellen dat…”

Christendom

Het christendom speelt bij Lemaire vrijwel altijd een negatieve rol; zo ook in dit boek. De auteur, die zich „een ongelovig geworden katholiek” noemt, lijkt het christendom te beschouwen als –woorden van Nietzsche– „platonisme voor het volk.” Met andere woorden: het christendom veronachtzaamt de aarde, het lichaam, de zintuigen, ten gunste van de onstoffelijke zaligheid in het hiernamaals. Het mag duidelijk zijn dat het christelijk geloof een aanzienlijk veelzijdiger verhouding tot het aardse bestaan heeft. Daarvoor lijkt Lemaire weinig belangstelling te hebben; het zijn oosterse levensbeschouwingen die zich in zijn sympathie kunnen verheugen.

Dit punt van kritiek laat onverlet dat ”Met lichte tred” een informatief en verhelderend boek is. Het geeft de lezer veel zinnige gegevens over de geschiedenis van het wandelen. Deze geschiedenis wordt bovendien in een grotere cultuurfilosofische context geplaatst. De maatschappijkritiek die erin doorklinkt is ter zake, ook al is Lemaire zeker niet de eerste die haar onder woorden brengt.

Boekgegevens

Met lichte tred. De wereld van de wandelaar, Ton Lemaire; uitg. Ambo|Anthos; 249 blz.; € 22,99

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer