Het is niet om het even hoe je woorden gebruikt, laat Tweede Wereldoorlog zien
Woorden zijn nooit zomaar woorden en taal is veel meer dan een bundeling letters. Hoe sterk de macht is van het woord, gebruikt door een duivelse ideologie, blijkt uit het volgende relaas:
Het is kort na de Tweede Wereldoorlog. De Joodse hoogleraar Victor Klemperer, die ternauwernood de oorlog in Duitsland heeft overleefd, komt een oud-student tegen. Hij had de jongeman jaren geleden voor het laatst gezien bij een bezoek aan de bibliotheek. Daarna was het voor Joden verboden geworden om daar te komen. De toenmalige student had hem destijds een hand gegeven. Dat gaf een ongemakkelijk gevoel. Toen al droeg deze jongen een hakenkruis. Nu komt hij verheugd op zijn oud-leermeester af: „Ik ben blij dat u het gered hebt en dat u weer in functie bent!”
Met de oud-student gaat het slecht. „Wordt u niet gerehabiliteerd?” vraagt Klemperer. „Ik ken u, u hebt vast niet misdadigs op uw geweten. Was u iets hoogs in de partij?” „Helemaal niet, ik was een onbeduidende partijgenoot”, antwoordt de jongeman. „Maar waarom wordt juist u dan niet gerehabiliteerd?” „Omdat ik het niet heb aangevraagd en ook niet kan aanvragen.” Hoogleraar Klempener kijkt de jongeman vragend aan. Met de ogen op de grond gericht, zegt de oud-student: „Ik kan het niet ontkennen; ik heb in hem geloofd.” „Maar u kunt toch onmogelijk nu nog steeds geloven?” houdt Klemperer hem voor. „U ziet waartoe het allemaal geleid heeft.” Dan zegt de jongeman langzaam: „De anderen hebben hem verkeerd begrepen en verraden. Maar ik geloof nog altijd in hem. In hém geloof ik nog altijd.”
Klemperer beschrijft deze ontmoeting in zijn boek ”LTI, de taal van het Derde Rijk”, dat hij in de oorlog schreef om geestelijk te overleven. In zijn geïsoleerde positie analyseerde hij pijnlijk nauwkeurig woorden en zinnen die hem in Hitler-Duitsland onder meer bereikten via vlugschriften en speeches. Het bewuste gesprek met de jongeman gebruikt hij in zijn boek om aan te tonen dat het geloof in de Führer alle trekken van een religie had. En niet zomaar een religie. De taal van het Derde Rijk leunde zwaar op het christendom.
De voorbeelden van vergoddelijking van de Führer zijn talloos. Zo zei Göring: „Wij zijn allen van Adolf Hitler en door Adolf Hitler.” En de Hitlerjugend jubelde: „Er zijn zo velen die u nooit ontmoeten en voor wie u niettemin de heiland bent.” Stuitend.
Dit jaar zal, ook in het Reformatorisch Dagblad, uitgebreid worden stilgestaan bij de vrijheid die we al 75 jaar mogen genieten. De bevrijding van nazi-Duitsland was niet minder dan de verlossing van een antichristelijke macht. Een macht die taal als een belangrijk wapen hanteerde. Een wapen dat zelfs na de ineenstorting van het Derde Rijk zijn uitwerking niet had verloren, zo wordt duidelijk uit de bekentenis van Klemperers oud-student. De Tweede Wereldoorlog heeft laten zien dat het niet om het even is hoe woorden worden gebruikt. Dat is voor (wereld)leiders, volksvertegenwoordigers, journalisten, en voor alle anderen voor wie een taal een belangrijk instrument is, een waarschuwing om ter harte te nemen aan het begin van dit herdenkingsjaar.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.