Buitenland

Pronk wil actieve stabilisatiemacht in Darfur

De Sudanese regering moet een grote internationale stabilisatiemacht toelaten in de West–Sudanese crisisregio Darfur, die daar de strijdende partijen uit elkaar moet houden en burgers moet beschermen tegen geweld. Dat heeft Jan Pronk, speciaal afgezant van de Verenigde Naties voor Sudan, donderdag gezegd.

AP
3 September 2004 06:53Gewijzigd op 14 November 2020 01:35

Op een zitting van de VN–Veiligheidsraad donderdag herhaalde Pronk grotendeels de conclusies uit het eerder uitgekomen rapport over Darfur van secretaris–generaal van de VN, Kofi Annan. Hij zei dat de internationale troepenmacht in Sudan actief zou moeten toezien op de in april gesloten wapenstilstand in Darfur, ook in de vluchtelingenkampen. Daarnaast zou de troepenmacht moeten optreden als bemiddelaar tussen de strijdende partijen. Volgens Pronk is de Sudanese regering er de afgelopen maand niet in geslaagd zijn eigen burgers te beschermen tegen het geweld van de Arabische milities, de Janjaweed, en is internationale assistentie daarom gewenst.

De Sudanese ambassadeur bij de Verenigde Naties, Elfatih Mohamed Erwa, zei woensdag dat zijn regering geen bezwaar heeft tegen uitbreiding van de internationale troepenmacht in Darfur om het toezicht op de naleving van het bestand te verbeteren. De regering zal echter nooit toestaan dat een internationale troepenmacht tot taak krijgt milities te ontwapenen. Dat zou enkel leiden tot verdere escalatie van het conflict, aldus Erwa.

‘Of het er nu driehonderd of drieduizend zijn, als het helpt is het goed’, zei Erwa. Momenteel zijn er tachtig militaire waarnemers in Darfur, die worden beschermd door iets meer dan driehonderd soldaten van de Afrikaanse Unie (AU). Vorige maand verwierp de Sudanese regering een voorstel van de AU om tweeduizend vredessoldaten in Darfur te stationeren.

De Amerikaanse VN–ambassadeur John Danforth zei in reactie op het rapport van Annan dat het er om gaat dat er zo snel mogelijk buitenstaanders Darfur binnenkomen. ‘Noem ze dan maar waarnemers’, zei hij.

Op 30 juli gaf de Veiligheidsraad Sudan op straffe van sancties dertig dagen de tijd om de milities, de Janjaweed, aan te pakken en hulpverlening aan de bevolking mogelijk te maken. Volgens Annan heeft de regering wel enige vooruitgang geboekt, door de veiligheid op sommige plaatsen in Darfur te verbeteren, meer politie in te zetten, een begin te maken met de ontwapening van milities en restricties voor hulporganisaties op te heffen. Ook is de regering de belofte nagekomen om onderhandelingen te beginnen met de twee zwarte rebellengroepen in Darfur.

De organisatie Artsen voor Mensenrechten, die in juni en juli zelf onderzoek deed in Darfur, beschuldigde de Sudanese regering er woensdag van geen gehoor te hebben gegeven aan de eisen van de Veiligheidsraad en pleitte voor uitbreiding van het mandaat van de militaire waarnemers in Darfur. Volgens de organisatie moeten zij de burgerbevolking gaan beschermen tegen aanvallen van de Janjaweed en het Sudanese leger, zowel als van rebellen. Artsen voor Mensenrechten pleitte ook voor sancties tegen Sudan en een onderzoek naar misdaden tegen de menselijkheid en genocide in Darfur door het Internationaal Strafhof.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer