Onderzoek KN: Dorp kan het prima zonder kerk stellen
Het dorp kan het anno 2020 prima zonder kerk stellen. Dat stelt het Katholiek Nieuwsblad (KN) op basis van eigen onderzoek. Een „vrij ongemakkelijke conclusie”, aldus hoofdredacteur Anton de Wit.
Tijdens het onderzoek spraken redacteuren met wetenschappers, kerkelijke beleidsmakers en ervaringsdeskundigen. De Wit: „Wij dachten aan te tonen dat het verdwijnen van de parochies onverwachte en verstrekkende gevolgen zou hebben voor lokale gemeenschappen. Maar de onverwachte conclusie is dat dat reuze meevalt. Veel functies die de parochie ooit had, worden verrassend moeiteloos en geruisloos overgenomen door anderen.” De Wit noemt het „een vrij ongemakkelijke conclusie” voor meelevende en betrokken kerkgangers.
Uit het onderzoek blijkt dat er in Nederland grote verschillen zijn. Zo zijn in Zeeuws-Vlaanderen de meeste rooms-katholieke kerken al gesloten. In Noord-Brabant en Limburg is de terugloop ingezet en verloopt de ontkerkelijking in een hoog tempo. En dan moet de grootste golf kerksluitingen nog komen, aldus het Katholiek Nieuwsblad.
Gevolgen
De gevolgen van kerksluiting zijn divers. Zo nemen andere maatschappelijke organisaties en vrijwilligersorganisaties de taken van kerken over. Kerkgangers zelf blijken slechts zelden bereid om naar een andere parochie te gaan. Kerksluiting is daarom niet alleen het gevolg van kerkverlating, maar veroorzaakt ook nieuwe kerkverlating, aldus de onderzoekers.
Bij kerkverlating komt het verschil tussen ouderen en jongeren duidelijk naar voren, aldus het onderzoek. Zo blijkt religie voor jongeren minder belangrijk te zijn voor hun gevoel van eenheid. Het Katholiek Nieuwsblad sprak met godsdienstsocioloog Theo Schepen: „Datgene waar je niet bij hoort, kan voor jou ook moeilijk tot integratie leiden. Dat loopt via de netwerken waar je in zit. Voor ouderen kan een van die netwerken de kerk zijn; bij jongeren is dat minder vaak het geval en dus kan dat moeilijk een verbindende factor zijn.”
Multifunctioneel gebruik van rooms-katholieke kerken ligt niet voor de hand, stelt bisschop Ron van Hout van het bisdom Groningen-Leeuwarden in hetzelfde onderzoek. Het gewijde karakter van het rooms-katholieke gebouw stelt eisen aan de manier van medegebruik.
Soms is sloop van het kerkgebouw een betere optie: „Beter geen kerk dan een onherkenbare kerk”, aldus de rooms-katholieke geestelijke.
Het Katholiek Nieuwblad sprak ook met Jacobine Gelderloos, die vorig jaar promoveerde op de rol en betekenis van dorpskerken in kleine plattelandsgemeenten. Gelderloos is projectleider van de Dorpskerkenbeweging, een initiatief van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Zij signaleert dat de dorpskerk juist wel belangrijk is voor een dorp en dat de kerk bijdraagt aan de leefbaarheid. „De dorpskerk heeft al van oudsher bijgedragen aan de kwaliteit van het dorpsleven. Als mensen trouwden, als mensen herdacht werden en als er kinderen gedoopt moesten worden. Deze gebeurtenissen gebeuren steeds minder vaak in een kerk, maar daar komen wel andere gebeurtenissen voor terug. Culturele evenementen zoals concerten, lezingen en tentoonstellingen worden ook nog in dorpskerken georganiseerd. Hierdoor blijven dorpsbewoners elkaar ontmoeten op regelmatige basis, en blijft de kerk mensen met elkaar verbinden. Ik ben ervan overtuigd dat de behoefte aan gemeenschap en rituelen zal blijven bestaan.”