Buitenland

Nederlanders in Irak gewaarschuwd

Een medewerker van de radicale sjiitische geestelijke Muqtada al-Sadr heeft de Nederlandse militairen in het zuiden van Irak aangeraden hun basis in al-Samawah niet te verlaten, om niet het gevaar te lopen te worden beschoten door leden van Al-Sadrs militie. Al-Sadrs medewerker, Ghazi al-Zargani, uitte zijn waarschuwing in een interview met het Japanse persbureau Kyodo.

Buitenlandredactie
2 September 2004 11:33Gewijzigd op 14 November 2020 01:35

Al-Zargani’s woorden waren niet direct als een dreigement op te vatten, maar hij zei wel dat de Nederlanders om gewapende confrontaties te voorkomen leden van Al-Sadrs militie, het Mahdi-leger, voortaan ongemoeid moeten laten. Ook zei hij dat vijf door de Iraakse politie gearresteerde militieleden vrij moeten komen.

Hij ontkende niet dat strijders van Al-Sadr betrokken waren bij recente aanvallen op Nederlandse soldaten in het zuiden van Irak. Vorige maand werd de Nederlandse militair Jeroen Severs door Iraakse opstandelingen doodgeschoten. Vijf van zijn collega’s raakten gewond.

Volgens Al-Zargani was het Mahdi-leger niet betrokken bij recente aanvallen op de Japanse basis in het zuiden van Irak. Het kan de Japanners echter alsnog gaan aanvallen „als bewezen is dat zij bezetters zijn of samenwerken met de bezettingsmacht.” Japan heeft 500 militairen in Irak, die alleen humanitaire taken vervullen. De Japanners zijn in de buurt van de Nederlandse militairen gelegerd.

Minister Bot van Buitenlandse Zaken deed de uitspraken van Al-Zargani af als „absolute onzin. Wij zijn daar om een taak uit te voeren, om de regio te stabiliseren en te helpen bij het houden van de verkiezingen. Daar gaan we gewoon mee door,” aldus Bot.

Hij voegde daar nog aan toe dat ook de Japanners rekenen op de steun van Nederland. Het Japanse detachement in al-Muthanna heeft 1,5 miljard dollar op zak om uit te geven aan de wederopbouw van deze provincie. Voor hun veiligheid rekenen de Japanners ook op de aanwezigheid van de Nederlandse militairen in het gebied.

Al-Zargani sprak ook over de Japanse militairen in Irak. Hij zei dat die het doelwit van aanslagen door aanhangers van Al-Sadr kunnen worden, als zij samenwerken met de door de Verenigde Staten geleide bezettingsmacht. Hij zei verder te hopen dat de Japanners, die voor hulpverleningswerkzaamheden in Irak zijn, meer gaan doen dan nu. „Wij hebben hulp nodig voor de wederopbouw. Maar geen simpele projecten als het schilderen van een muur of de renovatie van een smalle weg, wat elk land kan doen, maar grote projecten.”

Hij ontkende dat de aanvallen van de afgelopen tijd bij de Japanse basis in al-Samawah het werk waren van het Mahdi-leger. „Misschien hebben leden van de voormalige Ba’ath-partij het gedaan onder de naam van het Mahdi-leger.” Wat de aanvallen op de Nederlanders in het gebied betreft ontkende Al-Zargani niet catagorisch dat de militie van Al-Sadr erbij betrokken was. Hij benadrukte dat wat de Japanners daar doen „verschilt van wat de Nederlandse troepen doen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer