Waarom bent u eenverdiener?
Eén ouder die voor het gezinsinkomen zorgt, één op het thuisfront om voor kinderen te zorgen. Het klassieke alleenverdienersgezin vraagt tegenwoordig een bewuste keuze. Waarom is de eenverdiener eenverdiener?
„We vinden het belangrijk om zelf onze kinderen te mogen opvoeden. Het is geen moeten maar een voorrecht.” Dit citaat is een greep uit de reacties van 1476 respondenten op het onderzoek dat het Reformatorisch Dagblad hield onder zijn lezers.
Daaruit blijkt dat 81 procent van de eenverdienersstellen met jonge kinderen –waarbij de ene ouder werkt en de andere geen betaald werk doet– vindt dat hij zijn eigen kinderen zelf moet opvoeden. In veruit de meeste huishoudens is het de vrouw die voor het kroost zorgt. De situatie dat een van de ouders niet kán werken, komt in 6 procent van de gevallen voor. Twaalf procent van de respondenten kiest om andere redenen voor de klassieke verdeling, zoals rust en stabiliteit, een matige gezondheid of vanwege extra aandacht voor kinderen met een beperking.
Modaal
Binnen de achterban van de krant verdienen eenverdieners doorgaans modaal (49 procent), tegen 26 procent bovenmodaal. Op basis van de onderzoeksresultaten is voorzichtig de lijn de trekken dat gezinnen van eenverdieners groter zijn. Ook tekent het beeld zich af dat er in de rechterflank van de gezindte meer eenverdieners zijn. Tegelijk is het verschil met tweeverdieners in de rechterflank met zo’n 10 procent, relatief klein.
Of het totale aantal eenverdieners in de reformatorische gezindte vermindert, is niet vast te stellen. Geschikte vergelijkingscijfers van voorgaande jaren ontbreken namelijk. In een lezersonderzoek van het Reformatorisch Dagblad in 2003 is wel het aantal werkende moeders gemeten, maar niet het aantal eenverdieners.
Bewust
De respondenten kunnen er over het algemeen heel bewust voor kiezen om eenverdiener te zijn, reageert Elbert Dijkgraaf (49), econoom en hoogleraar aan Erasmus University. „Uit een eerder onderzoek onder de hele Nederlandse bevolking bleek dat gemiddeld genomen mensen niet zo veel te kiezen hebben. Slechts een kwart van de eenverdieners noemde zorg voor kinderen als reden, maar een kwart kampt met ziekte. Verder kan een kwart geen baan vinden en het overige deel heeft andere redenen, zoals een studerende partner.”
Daaruit leidt Dijkgraaf af dat opkomen voor de fiscale positie van eenverdieners voor de gemiddelde Nederlander van nog groter belang is dan specifiek voor de eenverdieners in de gereformeerde gezindte. „Al is het natuurlijk voor hen ook schrijnend dat ze duizenden euro’s mislopen door het beleid van de afgelopen tien jaar.”
De optie om fulltime te moederen (of te vaderen) raakt „helaas” vaak ondergesneeuwd in al het „arbeidsparticipatiegeweld”, reageert Nicole Orriëns (50) uit Doetinchem. Op haar website Het Moederfront staan ervaringen van „thuisblijfmoeders” die bewust fulltime voor hun kinderen zorgen. „Moeders zorgen voor het menselijk kapitaal. Het gaat om herwaardering van zorg en opvoeding”, luiden twee stellingen op de site.
„Mijn man en ik kozen ervoor dat ik fulltime voor onze kinderen zorgde. Omdat we dat beter vonden voor hen”, zegt Orriëns, die een vrijzinnige achtergrond heeft. Inmiddels hebben haar kinderen de tienerleeftijd. Als freelanceschrijfster draagt zij nu bij aan het gezinsinkomen.
De onderzoeksresultaten tonen volgens haar duidelijk aan dat het bij veel kostwinnersgezinnen gaat om de innerlijke overtuiging over het belang van zorg en opvoeding van het kind. „Niet omdat kinderopvang te duur zou zijn of te weinig beschikbaar is. Nu klinkt nog vaak de roep dat als er maar meer en goedkopere kinderopvang was, meer ouders zouden kiezen voor fulltime werken.”
Ze is geen voorstander van crèches, zeker niet in het eerste levensjaar. „De kinderopvang kan voor baby’s een stressvolle plek zijn. Feministen stellen vaak dat de overtuiging dat kinderen het beste afzijn bij moeder of vader, voortkomt uit de moederschapsideologie. Dat gedachtegoed willen ze met wortel en tak uitroeien en vervangen voor de crèche-ideologie. Je zou je kinderen een dienst bewijzen door ze naar de opvang te brengen. Zodat baby’s al vanaf drie maanden kunnen netwerken. Terwijl ze dat nog helemaal niet kunnen.”
Puzzelen met geld
Verder blijkt uit de peiling dat alleenverdieners met thuiswonende kinderen vaker moeite hebben om financieel rond te komen dan koppels die beiden betaald werk verrichten. Een aanzienlijk deel van de eenverdieners (52,8 procent) zegt soms of regelmatig moeite te hebben om rond te komen. Daartegenover staat dat 45 procent aangeeft nooit moeite te hebben met de maandelijkse inkomsten en uitgaven. Dat aantal ligt hoger bij tweeverdieners: 66 procent. Al puzzelt ook ruim een derde van hen soms of regelmatig met geld.
Dat roept de vraag op in hoeverre principes van ouders onder druk staan van hun portemonnee. In hoeverre is er sprake van keuzevrijheid in Nederland?
Volgens Dijkgraaf kiezen jongeren vaker voor het tweeverdienerschap dan ouderen. „Dat heeft deels te maken met een andere inkomenspositie en de huizenmarkt. Maar je ziet onder jongeren ook een verschuiving in de keuze om al dan niet tweeverdiener te zijn. Ik zie veel dat de één vier dagen werkt, en de ander drie dagen.”
Daarnaast is het opleidingsniveau van de bevolking de laatste jaren toegenomen, stelt de hoogleraar. „Voor jonge moeders is het een grote stap om helemaal te stoppen met werken. Zij hebben behoefte aan uitdaging en afwisseling.”
Mensen willen graag kiezen voor wat bij hen past, merkt Dijkgraaf. „Als je relatief weinig verdient en eenverdiener bent, ben je nagenoeg kansloos op de huizenmarkt. Mensen met een laag inkomen worden dus eerder gedwongen keuzes te maken ten aanzien van werk die financieel gedreven zijn. Dat is jammer.” Op basis van hun gezinssituatie zouden mensen zelf een keus moeten kunnen maken die voor hen het beste is, vindt hij. „Het gelijktrekken van de fiscale behandeling van een- en tweeverdieners kan hen daarbij helpen.”
Daarbij wijst de hoogleraar op de mondiale agenda voor 2030 van de Verenigde Naties. Families spelen een cruciale rol in duurzame ontwikkeling. „Maar dan moeten gezinnen wel voldoende tijd kunnen vrijmaken met elkaar om de zorg te kunnen geven die daarbij hoort.”
Weerbarstig
De praktijk is weerbarstig, stelt Orriëns. „In theorie ben je in Nederland vrij om je leven te leiden zoals jij dat wilt.” Echter, de overheid zet belastingmaatregelen in om mensen richting fulltime arbeidsparticipatie te duwen, stelt ze. Dat kostwinnersgezinnen zo’n vijf keer meer belasting betalen over hetzelfde inkomen als tweeverdieners vindt Orriëns niet getuigen van keuzevrijheid.
Een „kwalijke zaak” vindt ze dat regeringsleiders vaak roepen dat vrouwen zelf moeten kiezen, en dat er dús meer kinderopvang moet komen. „Hoezo kiezen? In die opmerking zit al besloten dat de enige juiste keuze arbeidsparticipatie is. Van echte keuze is helemaal geen sprake. Vrouwen moeten fulltime buitenshuis gaan werken. Doen ze dat niet? Dan wordt gezegd dat ze onbewust zijn beïnvloed door hun omgeving. De overheid lijkt het als haar taak te zien deze vrouwen ‘wakker te schudden’ en háár waarheid op te dringen, namelijk ”arbeidsparticipatie boven alles”.”
De laatste twintig tot dertig jaar is het de overheid goed gelukt om steeds meer vrouwen de arbeidsmarkt op te krijgen, zegt Orriëns. „Inmiddels viert het anderhalfverdienersmodel hoogtij. Een minderheid is nog thuisblijfmoeder of huisman. En nu is de overheid nog niet tevreden, en ligt ook dat onder vuur. Vrouwen moeten nu een volledige werkweek buitenshuis geld gaan verdienen in plaats van parttime.”
Boffen
Kijkend naar de mogelijkheden voor verdeling van gezinstaken en werk in de rest van de Europese landen, vindt Dijkgraaf dat Nederlanders meer dan tevreden mogen zijn. Relatief laag scoren Nederlanders als het gaat om het aantal uren dat ze gemiddeld per week werken. Dijkgraaf: „Binnen Europa is Nederland kampioen parttime werken.” Ook de balans tussen werk en privé is in Nederland uitstekend, vergeleken met andere rijke landen in de wereld. „We mogen ook onze zegeningen tellen.”
Ook Orriëns vindt dat Nederlanders maar „boffen” met hun mogelijkheden voor deeltijdbanen. „In andere landen is het vaak helemaal niet mogelijk om interessant parttime werk te doen.” Voor veel ouders is ‘anderhalf’ inkomen het nieuwe ideaal, denkt ze. „Het maakt het namelijk ietsje eenvoudiger om betaalde arbeid te combineren met de zorg voor het gezin. Het is een compromis: wel buitenshuis werken, maar ook nog een aantal uren overhouden voor gezin.”
Eenverdienersgezin puzzelt met geld
Tien respondenten:
„Mijn man is heel de week van huis als vrachtwagenchauffeur.”
„Twee van onze drie kinderen hebben extra zorg en begeleiding nodig. Dit zou ook door instanties verzorgd kunnen worden, maar dat willen wij niet.”
„Kinderen opvoeden is een van de mooiste, maar ook een van de moeilijkste taken die er zijn.”
„Uit christelijk oogpunt dat een moeder in haar gezin hoort te zijn. Dat is haar roeping. Zeker met een wat groter gezin is het bijna onmogelijk om een baan te hebben naast de opvoeding van de aan ons geschonken kinderen. Dat kun je nooit meer overdoen.”
„Toen de kinderen nog niet volwassen waren voor de opvoeding én zorg. Nu voor de rust en een schoon huis, lekkere maaltijden en alles zonder stress. Zorg voor een rustige thuishaven.”
„Het is Gods opdracht die wij kregen met ons huwelijk, om onze kinderen op te voeden als wij die zouden krijgen.”
„Wij willen graag er zijn voor onze kinderen en de mensen om ons heen (familie, kerk, maatschappij) en niet opgejaagd leven.”
„Werken ging goed, maar toen we drie kinderen hadden was dit te veel gedoe met opvang regelen.”
„Aangezien ik gemiddeld drie dagen per week vanuit huis werk zou mijn vrouw een parttimebaan kunnen hebben, maar haar gezondheidstoestand laat dat niet toe.”
„We hebben drie kinderen met ASS- en ADHD-problematiek. Dus is er veel rust en stabiliteit nodig.”
Gezin en werk
Een serie artikelen naar aanleiding van een RD-onderzoek naar een- en tweeverdieners. Deel 5.