„Een kerkhof overdekt met doornstruiken”
„Elke ochtend werden we onderworpen aan politieke hersenspoeling en aan een militair aandoende lichamelijke training. Onze dagen duurden van zonsopgang tot na zonsondergang - veertien uur, zeven dagen per week. We groeven met onze blote handen visvijvers uit en werkten voortdurend in de geïrrigeerde rijstvelden, met slangen en bloedzuigers vlak naast ons.” Broeder Yun, een gevangengenomen leider van huisgemeenten in China, afkomstig uit een arm dorpje in de provincie Henan, beschrijft in ”De hemelse man” het bijna onbeschrijfelijke van de werkkampen en gevangenissen waar hij verblijft te midden van duizenden criminelen.
Yun krijgt de bijnaam ”de hemelse man” als hij tegenover de autoriteiten weigert om zijn identiteit te onthullen. Ondanks zijn jeugdige leeftijd heeft hij al een leven van vervolging en lijden, gevangenis en strafkamp achter de rug. Lijden om de naam van Christus. In een van zijn gedichten verwoordt hij het zo:
„Giftige slangen, muskieten en bloedzuigers in overvloed,
net als leren zwepen, touwen en stroomstokken.
Deze plaats is als een kerkhof overdekt met doornstruiken.”
Het leeft sterk bij broeder Yun dat God ook een taak voor hem heeft in de gevangenis en het strafkamp. Ook daar mag hij Zijn getuige zijn. „Er zijn hier ontzettend veel mensen die Jezus nodig hebben.”
Het verhaal van broeder Yun, geschreven samen met Paul Hattaway, is aangrijpend en laat zien waarin de kracht van de Chinese huisgemeenten gelegen is. „Er is geen enkele regering of menselijke macht die de almachtige God ervan kan weerhouden Zijn plannen uit te voeren.” Als één ding duidelijk wordt in dit boek is het wel dat God Zijn kerk niet bewaart voor, maar in het lijden. Yun wijst de westerse kerken erop dat lijden en vervolging om de naam van Jezus een zegen van God genoemd mogen worden. „Zalig zijt gij, als u de mensen smaden en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil. Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen.” Tot nadenken stemt zijn opmerking: „De mensen die echt lijden, zijn degenen die Gods aanwezigheid nooit ervaren.”
Dromen
Vanuit de verbondenheid met deze christenen in de verdrukking toch een paar kritische kanttekeningen. Terwijl Yun ook weet van eigen zwakheid en geloofsbeproeving schrijft hij: „Onder geen beding zou ik ooit als Judas zijn en me tegen mijn broeders en zusters keren” (blz. 98). Met zo’n zin weet ik niet echt goed raad. Het is wel krachtige taal, maar geen geloofstaal die ik zo in de Schrift terug vind.
Verder is in het leven van Yun en de andere christenen om hem heen de rol van droom en visioen wel erg dominant aanwezig. Zo’n twintig keer in het boek krijgen mensen dromen of visioenen. Ik besef dat hierin de bijzondere situatie verdisconteerd mag worden en ook dat er sprake is van een andere geloofstraditie. Maar wat moet ik aan met de volgende droom: „Op een nacht kreeg ik (Yuns vrouw) een droom. Ik zag verschillende cijfers en ik zag dat Yun uit de gevangenis werd vrijgelaten. Als ik de cijfers bij elkaar optelde, kwam ik op een totaal van achttien. Ik schreef het getal ’18’ in mijn dagboek en vertelde mijn kinderen dat ik verwachtte dat hun vader op de 18e zou worden vrijgelaten.” Ondanks het feit dat Yun zelf duidelijk maakt (blz. 108) dat visioenen of dromen niet de leidraad voor ons leven mogen zijn, krijgen ze toch wel een belangrijke rol toebedeeld.
Hoewel vasten een legitieme bijbelse basis heeft, roept het vasten van Yun gedurende een periode van 74 dagen toch ook wel vragen op. De langste vastenperiode in de Schrift is die van Jezus Zelf: veertig dagen in de woestijn.
Getuigenis
In korte bespiegelingen komt Deling, Yuns vrouw, aan het woord. Ze heeft een groot deel van haar huwelijk zonder Yun geleefd en haar kinderen alleen moeten opvoeden. Deling geeft aan het eind van het boek een schoon getuigenis van haar man. „Yun zegt vaak tegen me: We hebben geen enkele bekwaamheid en niets om God aan te bieden. Het feit dat Hij ervoor kiest om ons te gebruiken, is slechts te danken aan Zijn genade…” En dat sluit aan bij het gezegde dat Paul Hattaway aanhaalt in zijn voorwoord: „Het zijn niet de grote mensen die de wereld veranderen, maar de zwakke mensen, in de handen van een grote God.”
En daarom is het ook maar beter om niet op de achterflap te vermelden dat het hier gaat om een heroïsch verhaal van een radicale christen. Ook in Yuns leven wordt kracht in zwakheid volbracht. En zo wil God de verdrukte kerk in China laten dienen door leiders van gelijke beweging als wij. Broeder Yun woont momenteel in Duitsland en is actief betrokken bij de Chinese zendingsbeweging ”Back to Jerusalem”.
”De hemelse man. Het opmerkelijke, waargebeurde verhaal van de Chinese christen broeder Yun”, door broeder Yun en Paul Hattaway; uitg. Medema, Vaassen, 2004; ISBN 90 6353 422 1; 350 blz.; € 18,95.