Drie partijen nog in race voor onderzeeboot
Defensie praat verder met drie partijen over de bouw van vier nieuwe onderzeeboten. De ministerraad neemt dit besluit vrijdag of een week later, melden ingewijden. Een definitieve beslissing valt pas in 2021 en wordt mogelijk genomen door een volgend kabinet.
Het ministerie gaat verder met Damen dat met het Zweedse Saab samenwerkt, de Koninklijke IHC heeft een alliantie met de Franse Naval Group en tenslotte TKMS uit Duitsland. De Spaanse bouwer Navantia valt af.
In april vroeg Defensie deze vier werven met een voorstel te komen voor een nieuwe onderzeeboot. Saab-Damen, IHC-Naval en TKMS hebben flink daarna gelobbyd om de opdracht binnen te slepen. De Spanjaarden werden gezien als een buitenbeentje.
De drie overgebleven bedrijven krijgen nu meer specifieke eisen te horen die Defensie stelt aan de nieuwe onderzeeër. Het Duitse bedrijf heeft geen Nederlandse partner, maar wil de boten in Den Helder gaan bouwen.
Belangrijke voorwaarde voor de vier coalitiepartijen is dat Nederlandse industrie bij de bouw een flinke vinger in de pap krijgt. Nederlandse scheepswerven kunnen niet meer zelfstandig onderzeeboten bouwen. Alleen de VVD was voorstander om nu al één bouwer aan te wijzen. De combinatie Saab-Damen is de grote favoriet in het project.
De huidige vier onderzeeboten van de Walrusklasse moeten tussen 2027 en 2031 worden vervangen. Defensie heeft aangegeven minimaal 2,5 miljard euro uit te trekken voor de nieuwe boten, maar dat zal zeker oplopen. Een bedrag van 3,5 miljard wordt inmiddels genoemd.