„Blitzkrieg komt uit de koker van generaal Patton”
Niet Hitler was de uitvinder van de Blitzkrieg, maar de Amerikaanse generaal George S. Patton. Dat is de overtuiging van zijn kleindochter Helen Patton. De redder van Bastogne was niet alleen de succesvolste geallieerde commandant tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar ook de meest gevreesde.
Ondanks dat ze haar grootvader nooit ontmoet heeft –hij overleed op 21 december 1945 na een auto-ongeval– is kleindochter Helen Patton (57) een welhaast levende kopie van de met 47 onderscheidingen gedecoreerde oorlogsheld. Onverschrokken reist ze de wereld over om de immateriële nalatenschap van haar beroemde, communisten hatende opa te bevorderen. Zo stichtte ze in 2005 in het Duitse Saarland de Patton Foundation: Sustainable Trust, gericht op het voorkomen van oorlogen en conflicten. Behalve dat ze ereburger is in diverse Franse steden, draagt Helen Patton ook de prestigieuze onderscheiding van het Franse Erelegioen. Een van haar beste vriendinnen is de kleindochter van de Duitse veldmaarschalk Erwin Rommel, de gevaarlijkste opponent van opa. Het kan verkeren…
Een doortastende vrouw is ze. Net als George S. Patton dat was op militair gebied. Een geniaal strateeg, zo wordt hij door vriend en vijand omschreven. Zelfs Hitler is doodsbenauwd voor hem. Zo dat deze zelfs op D-day weigert te geloven dat de invasie in Normandië begonnen is. De enige die zo’n aanval succesvol zou kunnen leiden, Patton, bevindt zich immers met zijn ‘troepen’ aan de Engelse zijde van het Nauw van Calais. Een slimme zet van de geallieerden om de Duitsers zand in de ogen te strooien.
Veldslag met tanks
De oudste successen van Patton dateren van 1917, waar hij tijdens de Eerste Wereldoorlog deelneemt aan de eerste grote veldslag met tanks als het belangrijkste strategische wapen. Hij wordt gepromoveerd tot luitenant-kolonel en verantwoordelijk voor het US Tank Corps van het Amerikaanse 1e leger. Daarmee weet hij door snelheid en verrassingsaanvallen de Duitse tegenstander klem te zetten.
„Ik denk dat Hitler later met zijn Blitzkrieg mijn grootvader imiteerde”, veronderstelt Helen Patton. „Snel doorstoten met pantsertroepen, gevolgd door infanterie op plaatsen waar niemand het verwachtte. Hij was de eerste tankcommandant aller tijden.”
De vroegste successen van de begaafde commandant worden in de Tweede Wereldoorlog behaald in 1942 tijdens de invasie van Marokko en later in 1943 bij het verslaan van de Duitse generaal Rommel. Daar werkt hij opnieuw samen met de Britten, ditmaal veldmaarschalk Bernhard Montgomery. De rivaliteit tussen beiden dateert vermoedelijk uit deze periode.
Na Noord-Afrika volgt Sicilië, waar de Amerikanen een ondergeschikte rol toebedeeld krijgen ten opzichte van de Engelsen. Gefrustreerd en eigenzinnig stormt Patton echter met zijn troepen over het eiland naar het Westen, verslaat de Duitsers ondanks felle tegenstand, bevrijdt Palermo en vervolgens Messina en geeft Montgomery het nakijken.
Dan gaat het mis. Tijdens zijn bezoek aan een veldhospitaal slaat en beledigt hij twee Amerikaanse militairen die een shell-shock hebben. Hij noemt hen lafaards. De legerleiding ontneemt hem vervolgens het commando over het Amerikaanse 5e leger en zet hem aan de zijlijn. De Duitsers veronderstellen dat het hier om een tactische zet van de tegenstander gaat en laten hem volgen door spionnen. Daar wordt door de geallieerden handig gebruik van gemaakt. Hij krijgt het bevel over een niet-bestaande legergroep die Europa binnen moet vallen bij Calais. Tot het te laat is blijven de Duitsers dat geloven.
Strategische successen
Daarna liggen er opnieuw grote strategische successen in het verschiet voor Patton. Na D-day wordt hij commandant van het Amerikaanse 3e leger en raast vervolgens als een sneltrein door Frankrijk, richting Metz. In twee weken tijd weet hij bijna 1000 kilometer op te rukken in bezet gebied. Bij de Maas komt hij door gebrek aan brandstof tot stilstand, wat de Duitsers de gelegenheid geeft om op adem te komen en zich te hergroeperen. Bij de Slag om Metz lijdt hij zijn eerste grote nederlaag. „Een bloedneus”, noemt hij het zelf. Na drie maanden vechten zijn er 29.000 Amerikanen gesneuveld of gewond geraakt.
De revolverdragende vuurvreter krijgt de opdracht om met een kleine bezetting de Duitsers in Metz bezig te houden, een bres te slaan in de Siegfriedlinie en met volledige luchtsteun op te trekken naar Berlijn. Het Ardennenoffensief op 16 december gooit echter roet in het eten.
Tijdens het crisisberaad op 19 december met onder anderen Eisenhower en Bradley verzekert hij het Amerikaanse oppercommando dat hij in drie dagen tijd met zes divisies (60.000 man) de aanval op de Duitsers in de Ardennen kan inzetten. Hij wordt nog net niet weggehoond, want afstand en weersomstandigheden maken dat onmogelijk… behalve voor Patton. Met een van de indrukwekkendste logistieke operaties uit de militaire geschiedenis verandert hij de richting van zijn troepen en wordt de omsingeling van Bastogne door de Duitsers in recordtijd doorbroken. Elke dag is hij aan het front om zijn manschappen aan te vuren.
Nadat de Duitsers zijn teruggedreven, ontbrandt opnieuw de rivaliteit tussen Patton en Montgomery. Hoewel het opperbevel prioriteit geeft aan het plan van de Engelse veldheer om via Nederland naar het Ruhrgebied door te stoten, mede vanwege de schaarse voorraden, bedenkt Patton zijn eigen tactiek. Met een van Eisenhower geleende extra tankdivisie weet hij Trier in te nemen en op te rukken naar de Rijn, op zoek naar een plek om over te steken. Terwijl Churchill zijn toespraak al klaar heeft liggen om de Engelsen te feliciteren en de eer naar zich toe te trekken, heeft de Amerikaanse concurrentie de Rijn al genomen. Trots dat hij Montgomery opnieuw heeft verslagen, bericht hij Eisenhower: „De hele wereld moet weten dat het 3e leger er al was voordat Monty uit zijn stoel kwam.”
Ongeleid projectiel
Patton raast vervolgens door tot aan de Tsjechische grens en wil zelfs Praag bevrijden. Dat wordt verhinderd door Eisenhower, omdat hij daarmee het verdrag van Jalta met de Sovjets zou schenden. De succesvolle strateeg komt zelfs met het plan om met het overgebleven Duitse leger door te stoten naar het oosten om de communisten te verdrijven. Dat was ook het idee van de opvolger van Hitler, Karl Dönitz. Het geallieerde opperbevel ziet er weinig in en Patton krijgt de opdracht om zijn anti-Sovjethouding te temperen. Hij blijft echter als een ongeleid projectiel de Russen beledigen en wordt daarom van zijn bevel ontheven. Een dag voordat hij terugvliegt naar de VS komt hij bij een auto-ongeval om het leven. Hij wordt begraven tussen zijn gesnevelde kameraden, op de Amerikaanse militaire begraafplaats in het Luxemburgse Hamm.
Heldenstatus
Zijn graf is inmiddels verplaatst naar de voorzijde, vertelt een van de hoveniers van het ereveld in gebrekkig Engels. „Er komen zo veel bewonderaars dat ook het gras bij de omliggende graven kapot wordt getrapt.” Maar waarom is hij niet begraven op Arlington National Cemetery in de VS, waar meer oorlogshelden, presidenten en andere beroemdheden zijn bijgezet? „Dat was inderdaad ook de wens van Eisenhower, maar hij had al eerder laten weten begraven te willen worden bij zijn troepen”, verheldert kleindochter Helen. „De Fransen vonden zelfs dat hij bij Napoleon begraven moest worden.”
De mythische heldenstatus die haar grootvader heeft verworven heeft hij volgens haar te danken aan zijn voortijdig overlijden. „Deze plek werd –en wordt nog steeds– bezocht door veteranen die er trots op zijn dat ze onder hem hebben gediend.” Datzelfde eergevoel is ook de drijfveer van Helen om de intellectuele erfenis van George S. Patton levend te houden. „Hij begreep wat echte vrijheid inhield. Hij was geen slecht mens. Wel gedreven en impulsief, met een complex karakter en volstrekt apolitiek. Tegelijkertijd was hij een zeer gelovig mens die elke dag in de Bijbel las. Zo beval hij zijn troepen te bidden om droog weer, om op tijd Bastogne te kunnen bevrijden. Daarvoor zijn er in zijn opdracht tienduizenden gebedskaarten gedrukt met daarop een door hem geformuleerd gebed. Ook tijdens geestelijke tegenslagen bad hij veel. Hij kon dan echt wanhopig zijn.”
Hoe is de angst van Hitler en zijn generaals voor Patton te verklaren?
„Ze waren ervan overtuigd dat hij gedreven werd door een hogere macht. Daarnaast was hij onverschrokken en tactisch zeer begaafd. Hij was de eerste tankcommandant ooit en zijn manoeuvres met tankbataljons gecombineerd met luchtsteun waren legendarisch. Hij kende Europa, de Duitsers, maar ook het landschap had geen geheimen voor hem. Hij was voor niets en niemand bang, maar had ook zelfkennis.
Hij zag de communisten als een groter gevaar dan de nazi’s. Vergeet niet dat Stalin meer mensen heeft laten vermoorden dan Hitler. Na het shellshockincident wilde Eisenhower hem in eerste instantie ontslaan, maar de legerleiding besefte tegelijkertijd dat ze zonder Patton de oorlog nooit konden winnen.”
Rechtvaardigheidsgevoel
Een andere karaktertrek van Patton is volgens z’n kleindochter zijn rechtvaardigheidsgevoel. „Hij bezocht kort na de oorlog een kamp met Duitse krijgsgevangenen in het door de Russen bezette gebied. De Sovjetcommandant wilde hem demonstreren hoe ze met Duitse gevangenen omgingen door er een paar te laten executeren. Verontwaardigd sprong mijn grootvader voor het vuurpeloton en maakte duidelijk dat ze hem dan eerst moesten doodschieten. Zo redde hij het leven van de grootvader van mijn latere man. Die had overigens een enorme hekel aan de Amerikanen, omdat ze hem hadden uitgeleverd aan de Russen. Mijn man durfde hem pas te vertellen dat hij met een Amerikaanse was getrouwd na de geboorte van ons eerste kind. Maar toen z’n grootvader hoorde dat ik een kleindochter van generaal Patton was, had hij er wel vrede mee.”