Kloosterkerk in Den Haag viert haar eeuwfeest
„Waar de duinroos geurde en de nachtegaal zong.” Daar, op de grens van de Haagse wijken Duinoord en Statenkwartier, verrees in 1919 de Duinoordkerk. In 1942 werd ze op last van de Duitsers afgebroken. De Kloosterkerk opende toen haar deuren.
De Kloosterkerkgemeenschap viert nu met een aantal activiteiten het eeuwfeest, als de voortzetting van de Duinoordkerkgemeente. In de predikantenkamer van de Kloosterkerk aan het Lange Voorhout laten ds. Rienk Lanooy en Sanne ten Bokkel Huinink, bestuursvoorzitter van de Kloosterkerk, de geschiedenis herleven.
Het was emeritus predikant ds. J. W. Jalink die het initiatief nam tot de bouw van de Duinoordkerk aan de Adriaan Goekooplaan. Daarvoor wilde hij de bouwvallige Kloosterkerk laten afbreken, de bouwgrond ervan verkopen en met de opbrengst ervan de Duinoordkerk bouwen.
Anglicaans
De eerste predikant werd ds. H. W. Creutzberg. Hij kwam van IJmuiden, was gehuwd met een Engelse, hing de anglicaanse traditie en de Liturgische Beweging aan. Met hem kreeg de nieuwe Duinoordkerk een op anglicaanse leest geschoeide liturgie. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog werd ds. Creutzberg opgevolgd door ds. J. A. Kwint, die samen met zijn broer een belangrijke rol speelde in het laten onderduiken van Joden.
Op last van de Duitsers moest de kerk eind 1942 plaatsmaken voor de aanleg van een tankgracht, als onderdeel van de Atlantikwall, die de Duitsers tegen de dreigende invasie van de geallieerden moest beschermen. „De Heer sloot zelf de deur”, zei ds. Kwint.
In drie dagen tijd werd de kerk ontruimd en afgebroken. De preekstoel, de glas-in-loodramen, de kroonluchters en de banken werden opgeslagen in de kelders van het Vredespaleis. Het muurmozaïek van Thorn Prikker kwam daar in de tuin te staan.
Het orgel van de Gebroeders Fransen werd afgebroken en in een van de kapellen van de Grote Kerk opgeslagen. Daar bleek het in 1954 opeens verdwenen te zijn. Op de voormalige plek van de Duinoordkerk staat nu het Congrescentrum.
Kloosterkerk
De Duinoordkerkgemeente vond direct na afbraak van de kerk onderdak in de Kloosterkerk. „Deze kerk stond leeg óf werd weinig gebruikt”, zegt Ten Bokkel Huinink. Den Haag had voldoende aan de Grote Kerk en de Nieuwe Kerk. Met de komst van de Duinoordkerkgemeente kreeg de Kloosterkerk een nieuwe start.”
Rond 1950 werd de Kloosterkerk gerestaureerd en tussen 1952 en 1957 ingrijpend verbouwd. Veel meubilair van de oude Duinoordkerk kreeg er een plaats. In 1966 maakte het orgel van C. G. F. Witte uit 1864 plaats voor een orgel van orgelmaker Marcussen.
In de kerk is een gedenkplaat aanwezig voor Jacob Cats. Deze markeert de plaats waar deze staatsman en dichter op 17 september 1660 werd begraven. Ook natuurkundige Gabriël Fahrenheit ligt in de Kloosterkerk begraven.
Liturgie
„Voor een belangrijk deel heeft de Kloosterkerk de liturgie van de Duinoordkerkgemeente overgenomen”, zegt ds. Lanooy. „De Kloosterkerk wil een open huis voor de stad zijn. Uit allerlei hoeken vinden mensen hier een thuis. Je mag hier zo gaan zitten. Niets hoeft en niets moet. Je mag hier alleen ontvangen. Prof. H. Berkhof, die hier vaak gepreekt heeft, vond dat de Kloosterkerk het midden hield tussen een kathedraal en een huiskamer. Je zit nooit ver van elkaar.”
Kerk voor leden Oranjehuis
Na de Reformatie werden de monniken uit kerken en kloosters verdreven. In de dagen van prins Maurits werd de Kloosterkerk een protestantse kerk. Godfried Udemans werd in 1617 de eerste predikant. Door de eeuwen heen heeft in de Kloosterkerk een reeks van kerkelijke plechtigheden van het Oranjehuis plaatsgevonden. De zestienjarige Wilhelmina nam er voor het eerst deel aan het heilig avondmaal. Leden van het Koninklijk Huis bezoeken met enige regelmaat de zondagse kerkdienst. Ds. Carel ter Linden, die van 1983 tot 1999 aan de Kloosterkerk verbonden was, was hofpredikant. Koning Willem-Alexander heeft er belijdenis gedaan. Zijn derde dochter Ariane is in de Kloosterkerk gedoopt.