Binnenland

Forensisch rechercheur droeg babylichaam zelf de trap af

Een jaar lang liep journalist Tamara Seur (45) mee met de forensische recherche. Ze ontdekte dat er achter de ‘witte pakken’ bescheiden, vakkundige mensen schuilgaan. En dat hun werk nog belangrijker is dan ze dacht.

6 December 2019 18:48Gewijzigd op 16 November 2020 17:41
De mensen van de forensische recherche blijven vaak wat op de achtergrond. Ze arriveren pas als het werk van de politie erop zit. Forensische sporen zijn steeds belangrijker in de bewijsvoering bij misdaadzaken. beeld ANP, Venema Media
De mensen van de forensische recherche blijven vaak wat op de achtergrond. Ze arriveren pas als het werk van de politie erop zit. Forensische sporen zijn steeds belangrijker in de bewijsvoering bij misdaadzaken. beeld ANP, Venema Media

Een huis waar het bloed tot achter de keukenkastjes komt, mensen die na hun overlijden weken in de gang liggen voor ze gevonden worden, lichaampjes van dode kinderen. Dagelijkse kost voor de mensen van de forensische recherche.

Afschuwelijk? Fascinerend, vindt Seur, werkzaam als presentator en verslaggever bij het NOS Jeugdjournaal. De interesse in deze beroepsgroep zit diep. „Ik wilde vroeger rechercheur worden, was fan van de boeken van Agatha Christie en een serie als ”CSI” (tv-serie over forensisch rechercheurs, MR). Na de middelbare school heb ik me zelfs ingeschreven bij de politieacademie.”

Ze studeert uiteindelijk psychologie, maar de interesse voor de recherche blijft. Die resulteerde onlangs in het boek ”De wereld van de witte pakken”.

Ontluisterend

Seur beschrijft in haar boek hoe ze vanaf haar eerste dag op sleeptouw genomen wordt door de mensen van de Forensische Opsporing Rotterdam, waar ze terechtkwam via bemiddeling van Politie en Wetenschap, het onderzoeksprogramma van de politie en het ministerie van Justitie. Ze vertelt over de jonge Kim, die via een hbo-opleiding binnenkwam, en over de doorgewinterde Theo, die zijn hand niet omdraait voor een ‘stinkding’, een lichaam dat al langere tijd in ontbinding is.

Seurs bevindingen zijn boeiend en ontluisterend. Zo gaat ze mee naar een huis waar na een steekpartij overal bloed zit, ontdekt ze wat de mensen van de kras-, indruk- en vormsporen met een kras van een schroevendraaier kunnen en vertelt ze hoe de forensische onderzoekers de vondst van een babylichaampje verwerken. „Na afloop heb ik het baby’tje zelf naar beneden gedragen”, vertelt forensisch onderzoeker Simone in het boek.

Sommige ontdekkingen zijn echt verrassend – bijvoorbeeld dat de forensische recherche in Rotterdam gebruik maakt van een verouderd administratief systeem dat zo slecht werkt dat men zich wendt tot pen en papier. Dat staat dan naast een hypermoderne afdeling waar 3D-brillen worden gebruikt om op een plaats delict rond te kunnen kijken.

Ellende

De mannen –en vrouwen, zeker bij de jongere garde zitten veel vrouwen– krijgen behoorlijk wat ellende te zien. Seur ontmoette een aantal rechercheurs die aan het posttraumatisch stresssyndroom lijden. Ze ziet de zwaarte van het werk als een van de bedreigingen voor de beroepstak. „Vroeger was de forensische recherche een eindeloopbaansfunctie. Mensen kwamen er na een politiecarrière terecht, werkten vijftien jaar als forensisch rechercheur en gingen daarna met pensioen. De jongeren die nu starten, zijn begin twintig. Zij moeten nog veertig jaar werken. Dat gaan ze niet trekken, denk ik.”

Bij de jonge mensen die ze ontmoette, zag Seur nu vooral nog jeugdig enthousiasme. „Ze zijn meer bezig met het aftasten van het vak dan dat ze ermee bezig zijn wat dit werk op de lange termijn met hen doet. Ze zijn stuk voor stuk ontzettend blij dat ze bij de forensische recherche kunnen werken. Het zijn echte vakidioten.”

Nachtmerries

Van tevoren heeft Seur „veel getwijfeld” of ze deze klus aan moest pakken. „Ik was bang om mijn onschuld te verliezen. Dat ik me minder veilig zou voelen in de wereld. Normaal gesproken zie je de slachtoffers van grote misdrijven niet. Ik was bang om nachtmerries te krijgen.” Die bleven uit. Ze heeft de heftige gebeurtenissen aardig een plekje kunnen geven. Onder meer door erover te praten met andere mensen. Of door bewust aan de gebeurtenissen terug te denken. „Ik wilde niet dat ze op een onverwachts moment zouden terugkomen.”

Haar jaar bij de ‘witte pakken’ heeft Seur met nog meer respect naar de beroepsgroep doen kijken. „De forensische recherche is een veel belangrijker onderzoeksveld dan ik van tevoren had gedacht. Forensische sporen zijn soms het enige bewijs.”

Of dit boek een tipgids voor criminelen is? Seur: „Het is maar één boek. De informatie wordt niet dagelijks op tv herhaald. Mijn ervaring na dit jaar is bovendien dat criminelen niet zo slim zijn. Zo goed bereiden ze hun acties niet voor.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer