Geen vergunningen voor vreugdevuren Den Haag
Den Haag geeft definitief geen toestemming voor vreugdevuren op de stranden van Scheveningen en Duindorp. De organisatoren voldoen niet aan de eisen en krijgen daarom geen vergunning. „Dat betekent dat er dit jaar geen vergunde vreugdevuren op Scheveningen en in Duindorp zullen plaatsvinden”, laat waarnemend burgemeester Johan Remkes dinsdag weten.
De bouwers hebben onder meer geen aansprakelijkheidsverzekering kunnen afsluiten. Er was wel een offerte van een tussenpersoon, maar dat is voor de gemeente niet genoeg. Brandweer en politie waren kritisch over de voorgestelde maatregelen voor de veiligheid van de bezoekers. Ook hebben de organisatoren niet laten uitrekenen hoeveel stikstof in natuurgebieden belandt bij de brand.
De bouwers van de vreugdevuren moesten dit jaar voor het eerst vergunningen aanvragen, nadat afgelopen jaarwisseling een vonkenregen veel schade aanrichtte in Scheveningen.
Remkes laat de deur open voor een vreugdevuur volgend jaar, bij de jaarwisseling van 2020 naar 2021. Daar wil hij samen met de buurten naar kijken.
Scheveningen en Duindorp hebben al jaren een grote nieuwjaarsrivaliteit met elkaar. Beide buurten probeerden de hoogste vuurstapel te bouwen. De Scheveningse stapel was afgelopen jaarwisseling ruim 45 meter hoog, die van Duindorp bijna 49 meter. Vroeger had vrijwel elke straat in Den Haag zijn eigen vreugdevuur. Bewoners gingen kerstbomen ‘rausen’ en maakten daar hoge stapels van. Dat leidde elk jaar tot rellen en schade. Daarom werden de vuren in de jaren negentig verplaatst naar het strand.