‘Geen opzet bij verdachte insulinemoorden’
Leerlingverpleger Rahiied A. heeft niet „willens en wetens” insuline ingespoten bij meerdere mensen in de verpleeghuizen waar hij werkte. Hij was enkel uit op complimentjes, betoogde zijn advocaat maandag in de rechtbank in Rotterdam.
A. wordt verdacht van van vier moorden met insuline en meerdere pogingen daartoe. Afgelopen vrijdag werd er een celstraf van twintig jaar en tbs met dwangverpleging tegen hem geëist. Advocaat Robbert van Haneghem meent echter dat enkel zware mishandeling en zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend bewezen is. Hij pleit daarom voor een veel minder zware straf, namelijk twee jaar cel en tbs. „Zeker ook gezien de zeer jonge leeftijd van Rahiied.”
De 23-jarige A. zou de insuline hebben toegediend tussen juni 2016 tot zijn aanhouding in november 2017 op bewoners van vier verpleeg- en verzorgingsinstellingen in de regio Rotterdam. Als motief gaan de aanklagers vooral uit van een doktersfantasie. De verdachte wilde graag arts zijn, met bijbehorende dynamiek en drama, en hij wilde waardering krijgen, stelden psychiatrisch deskundigen. Het Openbaar Ministerie noemt A. verminderd toerekeningsvatbaar.
A. heeft nauwelijks iets gezegd tijdens de behandeling van de zaak. Hij begrijpt de emoties van de nabestaanden, maar hij kán geen verklaring afleggen, zei Van Haneghem. „Er valt van Rahiied op dit moment en met zijn gesteldheid geen betrouwbare verklaring te verwachten.”
Aan het einde van de zitting kreeg A. de kans om als laatste nog iets te zeggen. Omdat hij geen woord over zijn lippen kreeg, bood de voorzitter van de rechtbank hem pen en papier aan. Hij schreef vervolgens „wat ik verklaard heb in november 2017 vind ik heel erg”. De rechter vroeg of dat over de drie gevallen gaat die hij bekend heeft, waarop A. bevestigend knikte. Op die drie zaken na, ontkent de leerlingverpleger alle aantijgingen.
A. zat maandag, net als tijdens de zittingen vorige week, weer onafgebroken met zijn benen te wiebelen. Ook had hij weer een stressballetje bij zich waar hij in zat te knijpen.
De rechtbank doet op 19 december uitspraak.