Margaret Atwood schrijft confronterend vervolg op ”Het verhaal van de dienstmaagd”
Ruim 34 jaar na de verschijning van ”Het verhaal van de dienstmaagd” keert Margaret Atwood in haar nieuwe roman terug naar de fictieve, christenfundamentalistische wereld van de republiek Gilead. Veel mensen gebruiken het verhaal als bewijs om aan te tonen hoe gevaarlijk religie is. Atwood zelf denkt daar anders over.
Margaret Atwood (79) is een van Canada’s bekendste schrijfsters. Ze schreef de afgelopen halve eeuw tientallen boeken, die door miljoenen mensen zijn gelezen.
Bij het grote publiek is Atwood vooral bekend vanwege haar roman ”Het verhaal van de dienstmaagd” (1985). Het boek kwam weer in het nieuws, en op de bestsellerlijsten, na het succes van de op de roman gebaseerde televisieserie ”The Handmaid’s Tale”. Dat verklaart misschien waarom Atwood na 34 jaar opeens een vervolg schreef op het boek, met de titel ”De testamenten”.
Om de plot van dit boek te begrijpen, moet je eerst weten waar het voorafgaande boek over gaat. ”Het verhaal van de dienstmaagd” is een dystopische roman. In zo’n roman wordt een denkbeeldige samenleving geschetst met alleen negatieve kenmerken.
Atwood beschrijft het ontstaan van de republiek Gilead, een christenfundamentalistisch, oudtestamentisch ingericht land in de voormalige Verenigde Staten. Mannen zijn aan de macht, vrouwen hebben niets te zeggen. Omdat het geboortecijfer sterk is gedaald, moeten de weinige vruchtbare vrouwen die er nog zijn (de dienstmaagden) gedwongen kinderen baren voor onvruchtbare stellen. Dit gebruik verwijst naar Genesis 30, waar wordt beschreven hoe de slavin Bilha een kind baart voor Jakobs vrouw Rachel, omdat Rachel zelf geen kinderen kan krijgen.
Als lezer volg je de belevenissen vanuit het perspectief van Vanfred –bedenk er een spatie tussen en de betekenis van de naam wordt duidelijk–, een dienstmaagd die probeert uit Gilead te ontsnappen. Aanvankelijk weet je niets af van deze onbekende wereld. Je komt er langzaam achter hoe de samenleving in elkaar zit, met al haar gruwelijke details.
Gebruiksvoorwerpen
”De testamenten” zit anders in elkaar, het is een meer beschrijvende roman. Het verhaal begint zo’n vijftien jaar na het einde van het eerste boek. Het regime heeft de touwtjes nog steeds stevig in handen, maar van binnenuit begint het langzaam af te brokkelen. Drie verschillende vrouwen, Agnes, Lydia en Daisy, vertellen hun persoonlijke getuigenissen (testamenten). Ieder vanuit hun eigen positie laten ze zien hoe de republiek Gilead scheuren begint te vertonen en er van alle kanten onvrede ontstaat.
Het verhaal leest snel en gemakkelijk weg, maar iets van de intensiteit van het eerste deel is eraf. De toon is anders, minder dreigend en onheilspellend. We zijn vijftig jaar verder, het regime is niet nieuw meer en de dienstmaagden zijn ertegen in opstand gekomen.
Dat doet niets af aan het feit dat er nog steeds vreselijke dingen gebeuren, soms in grove taal beschreven. De mannelijke commandanten van Gilead misbruiken het christelijk geloof om gruwelijke maatregelen door te voeren. Vrouwen worden verkracht, professors en leraren moeten naar een strafkamp –want kennis is gevaarlijk– en mannen zijn verplicht te vechten voor het regime.
Voor vrouwen is dit geen gemakkelijk boek om te lezen. Vrouwen zijn gebruiksvoorwerpen, ze mogen niet lezen of schrijven, want dat zou ze maar op verkeerde ideeën brengen. Het is niet voor niets dat Margaret Atwood juist vrouwen het woord laat doen in haar roman. In Gilead worden ze geacht gehoorzaam te zijn, passieve en zwijgende aanwezigheden in de schaduw van de mannen, in haar boek zijn ze de alwetende vertellers.
Voor het regime mogen de vrouwelijke getuigenissen dan niet belangrijk zijn, voor ons als lezer zijn ze allesbepalend. We begrijpen het verhaal door de ogen van vrouwen. Door ze hun getuigenis te laten vertellen, krijgen ze hun stem terug.
Religie
Het neemt niet weg dat het boek voor de christelijke lezer van nu vervreemdend overkomt. De harde wereld die Atwood schetst, staat mijlenver af van de kern van het christendom, de Bijbelse boodschap van genade.
Niet voor iedereen is het onderscheid tussen dit beeld uit het boek en het daadwerkelijke christelijke geloof even duidelijk. In de media wordt het beeld van de dienstmaagden, mede door de populariteit van de televisieserie, vaak ingezet –en misbruikt– om te protesteren tegen religie en de Bijbelse boodschap. Zo waren er afgelopen week bij de Mars voor het Leven tegendemonstranten van het Humanistisch Verbond aanwezig, gekleed in de witte kappen en rode mantels van de dienstmaagden. Waarmee ze maar wilden zeggen: we moeten niet de kant opgaan van de samenleving uit de boeken van Atwood.
Verder noemde onder andere NRC Handelsblad het nieuwe boek van Atwood „relevanter dan ooit, nu verworven rechten worden teruggedrongen en de abortuswetgeving op de tocht staat.” En toen minister Van Engelshoven bezwaar maakte tegen de christelijke visie op het draagmoederschap voor homostellen, verweet ze het Reformatorisch Dagblad „Handmaid-achtige taferelen.”
Sommige mensen lijken de romans van Atwood te gebruiken om hun eigen visie te propageren en om christelijke mensen weg te zetten als achterhaalde conservatievelingen. Jammer, want de vergelijking is te gemakkelijk en te doorzichtig. Door meteen te verwijzen naar het schrikbeeld van de fictieve republiek Gilead, doen ze net of het enige alternatief voor liberale opvattingen een onmenselijke dictatuur is. Natuurlijk komen deze opvattingen dan in een beter daglicht te staan.
Margaret Atwood zelf heeft meerdere keren benadrukt dat ze met haar boeken het christendom, en religie in het algemeen, niet per definitie in een kwaad daglicht wil stellen. Volgens haar ligt de schuld niet bij een religie, maar bij de mensen die het geloof op een verkeerde manier gebruiken om hun eigen belangen voorop te zetten.
„Ik krijg soms de vraag of mijn boeken antireligieus of antichristelijk zijn”, zei de schrijfster tijdens een lezing. „Dan zeg ik stellig: nee. Natuurlijk zijn er altijd mensen geweest die uit naam van een religie de meest vreselijke dingen doen. Maar er zijn ook atheïstische regimes die mensen onderdrukken en vervolgen. Het gaat niet om een religie, het gaat om verkeerde keuzes van de mens zelf. Op het moment dat mensen de wil van God misbruiken om hun macht veilig te stellen, gaat het mis.”
De oplettende lezer ziet deze visie meerdere keren terugkomen in ”De Testamenten”. Zo wonen er in Gilead quakers, een groep gelovigen met wortels in de christelijke traditie. Ze leven ondergedoken, omdat ze door het regime anders naar een strafkamp worden gestuurd of de doodstraf krijgen. De quakers helpen de dienstmaagden om te ontsnappen naar Canada, naar eigen zeggen omdat ze niet achter de verkeerde godsdienstige visie van het regime staan en onschuldige mensen willen helpen.
Er zijn meer voorbeelden. Als de commandanten van Gilead vrouwen dwingen dienstmaagd te worden „omdat God dit van hen vraagt”, verzucht personage Agnes in een van de eerste hoofdstukken: „Zo kan God het niet bedoeld hebben.”
Het is jammer dat de media deze nuanceringen niet oppakken en het beeld van de fictieve fundamentalistische christenstaat uit het boek gebruiken om te laten zien hoe achterhaald religie is. Tegelijkertijd kun je je als lezer afvragen waarom Atwood, naar eigen zeggen niet antichristelijk, er dan toch voor gekozen heeft om het christelijk geloof op deze manier te beschrijven. Ze had ook voor een atheïstisch regime kunnen kiezen.
Spiegel
Hoewel er dus de nodige kanttekeningen zijn te plaatsen bij ”De testamenten”, is het tegelijkertijd een confronterend boek dat ons een spiegel voorhoudt. Het kan nuttig zijn om eens op deze manier naar de invloed van macht op religie te kijken.
Het laat zien wat er gebeurt wanneer we als mens Gods wil verkeerd begrijpen en deze gelijkstellen aan onze eigen verlangens.
Dat is iets wat ons in principe allemaal kan gebeuren. We kunnen andere mensen de schuld geven, maar het kwaad zit in onszelf. En als het goed is, zal ieder mens dat herkennen.
Boekgegevens
Het verhaal van de dienstmaagd, Margaret Atwood; uitg. Prometheus; 352 blz.; € 15,-; De testamenten, Margaret Atwood; uitg. Prometheus; 448 blz.; € 19,99