CDA-Kamerlid Van Dam wil af van incidentenpolitiek rond politie
Kamerleden die de strijd aanbinden met hun eigen minister zijn schaars. CDA’er Chris van Dam doet het. Hij wil als volksvertegenwoordiger meer democratische controle kunnen uitoefenen over het beheer van de Nationale Politie.
„Whoemm”, zegt Van Dam in zijn werkkamer, terwijl hij met zijn hand over het tafelblad veegt. Het gebaar beeldt twee, drie Kamerleden uit, die uit hun blauwe zetels opspringen en zich op een drafje naar de interruptiemicrofoon haasten. De minister van justitie moet aan de tand worden gevoeld.
Keer op keer maakt Van Dam het mee. „Over de taser hebben we daar met z’n allen gestaan. Komt-ie er, is er genoeg geld voor? Een andere keer ging het over het plaatsbepalingssysteem in politieauto’s of over een aanverwant ICT-onderwerp.”
Tijdrovend, vindt hij de gang van zaken, maar bovendien onnodig, en daardoor extra irritant.
Onnodig, in welke zin?
„In de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid gaat zo’n 13 miljard euro om. Ongeveer de helft daarvan gaat naar de politie. De andere helft is voor de gevangenissen, de rechtspraak, het openbaar ministerie, enzovoorts. Als je de begroting aandachtig leest, ontdek je al gauw: Hier is iets raars aan de hand. Heel veel organisaties die er in voorkomen zijn zelfstandig, zoals de rechtspraak of de IND, maar toch is de begroting daar heel gedetailleerd over. En over die helft die naar de politie gaat, lees je bijna niets.
Waarom hebben wij bij de begrotingsbehandeling geen goede discussie vooraf over het beheer van de politie en de besteding van middelen? Omdat de Kamer daar niets over te zeggen heeft. Ik kan alleen proberen de politiebegroting, die in die bijlage zit, met een motie op onderdelen wat te wijzigen. Maar ik kan als Kamerlid de begroting niet direct aanpassen, bijvoorbeeld door in een amendement te zeggen: die taser, daar moet meer geld naar toe. En iets van tevoren niet goed, democratisch regelen, betekent: veel gezeur achteraf.”
Welke oplossing stelt u voor?
„De justitiebegroting bevat nu één artikel, artikel 31, wat over de politie gaat. Daarin staat kort samengevat: de uitgaven aan de politie bedragen dit jaar ruim 6 miljard euro. Mijn verzoek aan de minister luidt: Splits dat op. Laat al in de begroting zien wat de personele uitgaven zijn aan de landelijke, regionale en ondersteunende diensten. Wat zijn de materiële kosten, voor bijvoorbeeld huisvesting en ICT? Met die verandering zijn veel voordelen te behalen. De eerste winst is dat al die afzonderlijke onderdelen in de begrotingsstukken moeten worden toegelicht. De tweede is dat een Kamermeerderheid kan zeggen: Wij willen meer geld naar politiemensen in plaats van naar politieauto’s. Of, wij willen meer agenten voor Noord-Nederland. De korpschef kan zijn beheer daarop afstemmen. Zijn keuzes zijn daarmee nog meer democratisch gelegitimeerd.”
Critici zeggen: Zo tast je de Nationale Politie aan in zijn kern, namelijk het zijn van een eigen rechtspersoon.
„Een Kamermeerderheid steunde vorig jaar mijn voorstel om de Raad van State hierover om advies te vragen. Die is daarover heel duidelijk geweest. Het begrotingsartikel 31 ”Politie”, nu nog één bedrag, kan binnen de randvoorwaarde van de Politiewet en de daaraan ten grondslag liggende gedachten, worden uitgesplitst.”
Heeft de landelijke korpschef u al geappt: Hou vol?
„Ik heb de politie er tot nog toe niet van kunnen overtuigen dat ook zij profijt kunnen hebben van wat ik beoog. Hun redenering is: Wij moeten niet al te open en bloot op die J&V-begroting komen te staan, want als er een keer bezuinigd moet worden en de stofkam gaat er doorheen, raken wij ook budget kwijt. Ik zie dat niet als doorslaggevend argument, want ook in het verleden zijn ze geregeld gekort.”
Net als de korpschef ziet ook uw partijgenoot, minister Grapperhaus, uw voorstel niet zitten. Raakt u zo niet verzeild in een principestrijd?
„Hier is het echt van tweeën één: of we controleren de regering, of we laten ons als Kamer buitenspel zetten. En ter geruststelling, ik vraag Grapperhaus echt niet om alle details in de begroting op te nemen, tot en met de laatste veter van de wijkagent in Delfzijl. Wat dan wel? Politiemensen moeten soms eindeloze afstanden rijden om arrestanten onder te brengen. Dan wil ik middelen kunnen vrijspelen voor arrestantencomplexen, als dat nodig is. En het daar op twee momenten over kunnen hebben: bij de begrotingsbehandeling en op Verantwoordingsdag.”