Neder-Betuwe puzzelt met spreiding scholen
Opvallend veel kinderen in de Neder-Betuwe, vooral uit reformatorische gezinnen, gaan naar een school buiten hun woonplaats. Met een betere spreiding van de scholen wil de gemeente voor meer leerlingen onderwijs in eigen dorp mogelijk maken.
Een pittige puzzel is het absoluut, vindt wethouder Hans Keuken. „Hoe regelen we voor de toekomst de onderwijshuisvesting in Neder-Betuwe? Heel wat stukjes moeten bij elkaar gelegd worden. In elke kern van de gemeente willen we onderwijs bieden en dan hebben we ook nog te maken met denominaties: openbaar, protestants-christelijk, reformatorisch, daarnaast met passend onderwijs voor kinderen die minder goed meekomen.”
De eerste stappen zijn gezet. Samen met de besturen van alle basisscholen heeft de gemeente een Integraal Huisvestingsplan Onderwijs (IHP) opgesteld. De gemeenteraad aanvaardde het document in mei als „richtinggevend voor het beleid voor de komende vijftien jaar.”
Thuisnabij
Uitgangspunt is zoveel mogelijk ”thuisnabij onderwijs”, dus les in eigen dorp. Daaraan mankeert nog wel wat. In Dodewaard bezocht vorig jaar slechts 53 procent van de 414 leerlingen in de basisschoolleeftijd een lokale school. Van de 716 kinderen in Kesteren ging 64 procent naar een basisschool in hun dorp. Uitstroom is er vooral naar reformatorische scholen in Opheusden (de Eben-Haëzerschool en de Rehobothschool) en Ochten (de Sébaschool), die behoren tot de Vereniging tot het verstrekken van Christelijk basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag (VCOG).
„Het realiseren van een VCOG-onderwijspunt in Kesteren en Dodewaard zou een denkbare herschikking van onderwijslocaties kunnen zijn”, werd dan ook in het plan geconcludeerd.
Met name een VCOG-onderwijspunt in Kesteren heeft gevolgen voor andere scholen. Komt dat er, dan is het aannemelijk dat een deel van de 52 leerlingen die vanuit Kesteren de Sébaschool in Ochten bezoeken, voortaan in eigen dorp blijft. Voor de Sébaschool, die kampt met ruimtetekort, kan dat een verlichting betekenen. De hervormde school De Wegwijzer in Kesteren, die eveneens een reformatorische identiteit heeft, ziet waarschijnlijk ook leerlingen naar de VCOG vertrekken.
De Rehobothschool van Opheusden naar Kesteren verhuizen is geen optie, omdat 71 procent van de leerlingen uit Opheusden komt. Als ”VCOG-Kesteren” en ”VCOG-Dodewaard” doorgaan, kunnen mogelijk wel de twee VCOG-scholen in Opheusden worden samengevoegd.
Nog twee scholen zitten krap in de ruimte: de (reformatorische) hervormde school in Opheusden en De Wegwijzer in Kesteren. Het schoolgebouw in Opheusden is recent opgeknapt en er kan mogelijk gebruik worden gemaakt van een aanpalend pand, aldus Keuken. Voor Dodewaard is de suggestie gedaan om alle onderwijsrichtingen onder één nieuw dak te huisvesten.
Met het vervolg op de haalbaarheidsonderzoeken in Kesteren en Dodewaard én een totaal uitwerkingsplan is in overleg met de gemeenteraad bewust even gewacht. De reden is de nieuwe wet ”Meer ruimte voor nieuwe scholen”. Het wetsvoorstel is al door de Tweede Kamer. Er wordt gerekend met 1 augustus 2020 als ingangsdatum. In de Eerste Kamer tekent zich ook een meerderheid af”, zegt wethouder Keuken.
De nieuwe wet geeft meer ruimte om een school te beginnen vanuit een pedagogisch-didactisch of onderwijskundig concept als daar aantoonbaar voldoende belangstelling voor is. Een erkende geloofs- of levensovertuiging (richting) als eis voor schoolstichting wordt geschrapt.
Lastig dossier
Ook in Neder-Betuwe kan de verandering in wetgeving soelaas bieden, denkt Keuken. „Nu moeten scholen van dezelfde richting in een dorp nog instemmen met vestiging van een school. Toestemming van De Wegwijzer zou dus nodig zijn voor een VCOG-locatie in Kesteren. Met de nieuwe wet komt het aan op genoeg handtekeningen van ouders. Dan is het makkelijker om in de vier grote kernen van de gemeente een VCOG-school te vestigen.”
In de loop van volgend jaar wordt het uitwerkingsplan met financiële onderbouwing aan de gemeenteraad voorgelegd. In een bijeenkomst over het IHP zijn vanuit De Wegwijzer al wel kanttekeningen geplaatst.
Keuken beoordeelt dat niet als terugkrabbelen. „Het IHP wordt nog steeds gezamenlijk gedragen. Thuisnabij onderwijs is het beste voor een kind, daar is niemand op tegen. Dat belang heeft iedereen ook voor ogen. Maar opkomen voor je eigen school is evenzeer een goed streven. Daar is in mijn beleving niks mis mee. Zolang de schoolbesturen met elkaar in gesprek zijn, heb ik de goede hoop dat ze er samen uitkomen.”
serie Grote dossiers
Grote projecten, fusies, jarenlang slopende dossiers. Het lokale bestuur, burgers en bedrijven staan soms lijnrecht tegenover elkaar. Deel 7 (slot).